Veruit de meeste gepensioneerden en werknemers zijn dit jaar ontsnapt aan een verlaging van hun pensioen. Ook de grootste pensioenfondsen, waaronder ABP en Zorg en Welzijn, stonden er eind december goed genoeg voor, maakten zij donderdag definitief bekend.
Maar voor (oud-)werknemers van supermarkten kwam donderdag slecht nieuws: hun Pensioenfonds Levensmiddelen moet de pensioenen dit jaar wél verlagen. Het fonds heeft volgens de rekenregels 13 procent te weinig geld in kas om alle pensioenen te kunnen betalen, nu en in de toekomst. Dat tekort mag maximaal 10 procent zijn. Dan is de zogeheten ‘dekkingsgraad’ 90 procent.
Levensmiddelen is het grootste pensioenfonds dat dit jaar de pensioen moet verlagen. Er zijn ruim 20.000 gepensioneerden en 330.000 huidige en voormalige werknemers aangesloten bij het fonds. Bestuurslid Daan Muusers noemt het nieuws „erg vervelend”. „We hadden onze deelnemers natuurlijk liever een ander bericht gestuurd.”
Ook vier andere fondsen moeten de pensioenen dit jaar verlagen. De tweeduizend (oud-)werknemers van bierbrouwer Bavaria, die zijn aangesloten bij Centraal Beheer APF, kunnen een kleine pensioenverlaging tegemoetzien.
Bij het pensioenfonds voor verloskundigen (4.400 deelnemer) moeten de pensioenen fors verlaagd worden: met 10 procent. Dat gebeurt in tien jaarlijkse stappen van 2 procent. Maar de deelnemers van dat fonds krijgen óók een vaste, jaarlijkse pensioenverhoging van 2 procent. Daardoor blijft hun pensioen per saldo op peil.
Twee pensioenfondsen moeten de pensioenen niet verlagen omdat hun eigen cijfers te slecht zijn, maar omdat zij gaan fuseren met een fonds dat er beter voorstaat. Het pensioenfonds voor de reisbranche en Pensioenfonds AVH, voor groothandels in aardappels, kaas, eieren, groenten en fruit gaan dit jaar op in het grotere pensioenfonds PGB.
Dreiging bij grote fondsen blijft
Bij de grotere fondsen is de dreiging van verlagingen ook nog niet afgewend, de komende jaren. Pas in 2026 kunnen de meeste pensioenfondsen overstappen op een nieuw pensioenstelsel, is de verwachting. Onder die nieuwe regels is de kans op verlagingen kleiner, omdat fondsen minder geld hoeven op te potten in grote reserves.
Maar de komende jaren worden de rekenregels voor pensioenfondsen eerst nog strenger. Door nieuwe rekenregels, zal hun dekkingsgraad de komende jaren met zeker 6 procent kunnen dalen. Dat komt doordat zij hun ‘rekenrente’ op een andere manier moeten gaan berekenen. Daardoor gaat de rekenrente omlaag en moeten fondsen erop rekenen dat hun geld langzamer aangroeit dan eerder verwacht.
Toezichthouder De Nederlandsche Bank had die strengere regels al in 2019 aangekondigd, maar maakte afgelopen zomer bekend dat de invoering ervan stapsgewijs mag gebeuren. De eerste stap, per 1 januari dit jaar, laat de dekkingsgraden naar schatting zo’n 1,5 procentpunt dalen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63405703-fcde9a.jpg)
Intussen staan de grote fondsen ABP (overheid en onderwijs) en Zorg en Welzijn er nog steeds niet geweldig voor, met een dekkingsgraad van zo’n 93 procent. Iedere Oudejaarsdag, tot en met 2025, zullen zij boven de 90 procent moeten uitkomen om pensioenverlagingen te voorkomen.
Daardoor zijn de fondsen de komende jaren nóg sterker afhankelijk van goede beleggingsresultaten en een rente die niet te hard daalt. Alleen dan kan de dekkingsgraad genoeg stijgen, om zo het effect van de strengere rekenregels teniet te doen. Joanne Kellerman, voorzitter van Zorg en Welzijn, was donderdag pessimistisch over de kans dat dat lukt: „Als de omstandigheden niet wezenlijk veranderen, is een verlaging van de pensioenen de komende jaren bijna niet te voorkomen”, schreef ze in een verklaring.