Waarom zou je de klassiekers kijken?

Onmisbare klassiekers Oude popmuziek is populair. Oude films zijn dat minder. Dat moet snel veranderen. Klassieke films zijn altijd nieuw.

Hitchcocks ‘Vertigo’: een erkend meesterwerk – maar Woody Allen vindt er helemaal niets aan.
Hitchcocks ‘Vertigo’: een erkend meesterwerk – maar Woody Allen vindt er helemaal niets aan. Foto Getty Images

Oud is goud. Dat bleek de afgelopen tijd in de muziekindustrie, waar de rechten op het verzameld werk van iconen als Stevie Nicks, Bob Dylan en Neil Young voor miljoenen van eigenaar zijn verwisseld. De markt redeneert dat de kans dat Bob Dylan nog een nieuw liedje zal schrijven dat de resonantie zal hebben van Blowin’ in the Wind of Like A Rolling Stone niet zo heel groot is. Maar de kans dat zijn oude songs ook in de toekomst populair blijven is aanzienlijk. De slimste financiële gok blijkt daarom een gok op het verleden te zijn.

In het verleden behaalde resultaten bieden zo wél enige garantie voor de toekomst. Daar zit ook een macabere kant aan. De kassa zal rinkelen als een van die legendarische artiesten komt te overlijden en er een – in ieder geval tijdelijke – explosie zal ontstaan in de vraag naar hun muziek. De markt speculeert daar alvast op.

Het verschil tussen de markt voor popmuziek en voor film is opvallend. Dezelfde financiële markten maken zich namelijk wel zorgen over het vermogen van de streamingdiensten Netflix en Disney+ om met steeds nieuwe films en series te komen. De productie zou kunnen haperen door corona en de lockdownmaatregelen en dan zou ook de groei van de abonnees onmiddellijk kunnen afnemen. De zogeheten ‘streaming wars’ zijn alleen te winnen met gloednieuwe, opvallende en populaire ‘content’. Filmklassiekers spelen daarbij slechts een ondergeschikte en bescheiden rol.

Tintelfris

Wat verklaart dat verschil? Onze verhouding tot muziek is natuurlijk heel anders dan tot film. Muziekliefde zit diep. Onze favoriete muziek kunnen we steeds opnieuw horen. Je kunt een geliefd liedje weliswaar ‘dooddraaien’, maar daar gaat eerst een behoorlijke tijd overheen. Bij film is dat voor de meeste mensen anders. Naar sommige favoriete films kunnen we misschien blijven kijken. Maar met de meeste films zijn we na één keer wel klaar en dan gaan we op zoek naar een nieuwe.

Geen enkele muziekliefhebber zou zich willen beperken tot de muziek van zijn eigen tijd. Bij film is dat anders. Liefde voor filmgeschiedenis lijkt toch meer iets te zijn voor een aparte mensensoort: de ‘cinefiel’ of ‘film buff’. Dat zou eigenlijk niet zo moeten zijn. De filmhistorie bevat net als de geschiedenis van de popmuziek talloze parels die het verdienen te worden opgedoken. Maar kennelijk zijn er bij film toch meer drempels dan bij muziek.

Vooroordelen tegen klassieke films dat ze ‘gedateerd , ‘traag’ en ‘ouderwets’ zouden zijn, zijn niet meer dan dat: vooroordelen. Juist de klassiekers zijn dat niet. Begrippen als ‘oud’ en ‘nieuw’ zijn ook relatief. Citizen Kane van Orson Welles is chronologisch gezien een oude film, die uitkwam in 1941. Maar voor iemand die de film voor het eerst ziet is Citizen Kane gloednieuw. Iedereen kan in het verleden steeds weer nieuwe prachtfilms opduiken. Niemand heeft alle films die er nog steeds toe doen al gezien – hoe ontwikkeld en goed ingevoerd een filmliefhebber ook mag zijn. Er valt altijd iets te ontdekken wat nog steeds fris en nieuw is.

Het probleem is niet zozeer dat film als kunstvorm niet serieus genoeg wordt genomen. De haperende belangstelling voor filmklassiekers is eerder een onbedoeld gevolg van het feit dat film wel serieus wordt genomen als medium en kunstvorm. Rond cinema kan soms een intimiderende en snobistische sfeer hangen van titels die iedereen gezien móét hebben. Dat kan onaantrekkelijk zijn. De liedjes van Bob Dylan en Neil Young zouden vermoedelijk meteen een stuk minder geliefd zijn als er een sfeer omheen zou komen te hangen van verplichte kost of – nog erger – studiemateriaal.

Wie helemaal niets heeft met Bob Dylan of met Neil Young kan daar ook gewoon voor uitkomen zonder meteen flink te dalen in sociale status. Bij films is dat anders. Wie verklaart Citizen Kane een kille, saaie film te vinden daalt wel meteen in achting. Zo iemand is een cultuurbarbaar.

Lees hier de recensie van de autobiografie van Woody Allen: Olijk en laconiek, en verbitterd

Weinig mensen hebben het cultureel zelfvertrouwen van Woody Allen, die in zijn recente autobiografie schrijft dat films als To Be or Not to Be van Ernst Lubitsch en Vertigo van Alfred Hitchcock weliswaar algemeen erkende meesterwerken zijn, maar dat hij er persoonlijk helemaal niks aan vindt. James Cameron heeft wel eens gemopperd dat hij 2001. A Space Odyssey van Stanley Kubrick ‘steriel’ vindt. Heiligschennis!

Maar eigenlijk zou iedereen zich zo vrij moeten voelen om zijn persoonlijke smaak te volgen en daar ook zonder schroom lucht aan te geven – zelfs bij de meest imponerende werken van de filmhistorie. Alleen zo kan er een levendige en vitale omgang met de geschiedenis ontstaan. Het ene argument voor een film – of juist tegen een film – is beter dan het andere. Maar persoonlijke smaak blijft ook altijd een rol spelen.

Zo’n levendige, persoonlijke en niet al te schoolse omgang met het verleden is belangrijk. Een kunstvorm kan niet alleen bestaan van de actualiteit en het nieuwste van het nieuwste. Dat is een te schrale bodem. „Een klassieker is een boek dat iets te zeggen heeft, dat nooit voltooid is”, schreef de Italiaanse schrijver Italo Calvino in zijn prachtige essay ‘Waarom zou je de klassiekers lezen’. De klassiekers moet je volgens hem niet lezen uit plichtbesef of respect, maar uitsluitend uit liefde. Calvino schreef dat over literatuur, maar het zou net zo goed over films kunnen gaan. Welke films vervolgens die eerbiedwaardige status van een klassieker verdienen, is natuurlijk een discussie zonder einde. Dat is juist onderdeel van het plezier.

Veel regisseurs, acteurs en andere filmmakers weten dat natuurlijk al lang. Zij kijken voortdurend naar het verleden voor inspiratie. Ook voor filmliefhebbers valt er veel te halen in de geschiedenis. De popfans hebben dat goed gezien. Oud is niet alleen in financieel opzicht goud.