Opinie

Een vergeten factor in de Toeslagenaffaire

Tom-Jan Meeus

Haagse schandalen leiden doorgaans tot verzoeken om „in de spiegel te kijken”. Het kabinet moest in de Toeslagenaffaire zo lang in de spiegel kijken dat zijn ontslag vrijdag allang geen verrassing meer was. Speciaal voor de camera’s fietste de premier daarna naar het paleis. VVD-beeldregie: afgetreden maar nog lang niet moe.

Dinsdag debatteert de Kamer over het schandaal, waarbij levens zijn verruïneerd omdat gebrek aan bewijs geen belemmering vormde om burgers te blijven beboeten. Het taaie ongerief van de ondernemende overheid. Ook de Belastingdienst, de rechterlijke macht en de Kamers zijn opgeroepen in de spiegel te kijken: hoe kon dit zo verkeerd gaan?

Al zul je zien dat er dinsdag, gevoed door de peilingen en de komende verkiezingen, vooral belangstelling is voor aanvallen op de hegemonie van de demissionaire premier. Het hoort erbij. Politiek is geen kringgesprek. Wie extra lang wil aanblijven moet extra bewijzen dat hij het aankan.

Evengoed ontbreekt in bijna alle bespiegelingen over dit schandaal één factor: Nederland. In 2012 sprak ik een topfunctionaris op Sociale Zaken die me uitlegde dat opinieonderzoek in opdracht van het ministerie, uitgevoerd door TNS Nipo (nu Kantar TNS), uitwees dat ruim zestig procent van de bevolking allereerst van Sociale Zaken verwacht dat het misbruik van uitkeringen aanpakt. Dit was vóór de Bulgarenfraude, en vóór het Toeslagenschandaal daarna.

Maar nu komt het. De lange reeks onthullingen van Trouw en RTL over dit schandaal vanaf 2017, die vorig jaar leidde tot het onderzoek van de commissie-Van Dam, heeft deze opvatting amper gewijzigd. Een intern overzicht (‘Omgevingsanalyse oktober’) van Sociale Zaken uit 2020 leert dat zaken als stimulering van vast werk (26 procent) en bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie (30 procent) of armoede (38 procent) het nog steeds ruim afleggen tegen de taak van Sociale Zaken die volgens het land bovenaan hoort: misbruik van uitkeringen aanpakken (50 procent).

Dus je kunt zeggen dat dit schandaal aan Rutte ligt, dat het aan oud-ministers als Wiebes of Asscher ligt, aan topambtenaren, aan de Belastingdienst, aan de informatievoorziening aan de Kamer, aan de geheimhouding, aan de verslonzing van de rechtsstaat – en de meeste van die argumenten snijden wel (een beetje) hout.

Maar ze slaan ook iets fundamenteels over: dit land is erg onverbiddelijk voor niet-winnaars geworden. En je kunt zeggen: politici horen hier het goede voorbeeld te geven. Maar een beetje mildheid, begrip voor andermans gebreken, inzien dat je pas vertrouwen krijgt als je het kunt geven: misschien helpt het ook als Nederlanders na deze affaire zelf in de spiegel kijken.

Tom-Jan Meeus (t.meeus@nrc.nl; @tomjanmeeus) schrijft elke dinsdag op deze plek een column.