Het onrechtmatig delen van persoonlijke gegevens van honderdduizenden asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) met de politie wordt definitief gestopt. Dat blijkt uit een conceptbrief aan de Tweede Kamer van demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie, CDA) en staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Migratie, VVD), ingezien door NRC. Gegevens van asielzoekers zijn jarenlang gedeeld.
Het ministerie van Justitie wil niet reageren op vragen van NRC, omdat het eerst de Kamer over het onderwerp wil informeren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data64753135-3b0508.jpg)
Zeker zeven jaar lang deelde het COA dagelijks structureel gegevens van al zijn bewoners met het Nationaal Vreemdelingen Knooppunt (NVIK) van de politie. Het ging om zeer persoonlijke en gevoelige informatie van alle asielzoekers – als godsdienst, etniciteit, naam, leeftijd, land van herkomst. Volgens juristen is het delen van die gegevens in strijd met de wet. Ook kan het leiden tot criminalisering van een groep onschuldige asielzoekers.
Tijdens hun intakegesprek net na hun aankomst in Nederland vroegen COA-medewerkers vluchtelingen een toestemmingsverklaring te tekenen. Daarin stond dat het COA hun gegevens deelt met de politie. Ook zou hun medische informatie met betrokken organisatiesgedeeld kunnen worden. Op het formulier van april 2020 kon alleen ‘ja’ worden aangekruist.
Ook asieladvocaten wisten niet van de toestemmingsverklaring – asielzoekers ondertekenen het formulier nog voor zij rechtsbijstand kregen.
Niet bekend is wat de politie precies met de gegevens deed. Volgens een politiewoordvoerder zijn bijzondere persoonsgegevens, zoals religie, „incidenteel relevant”, bijvoorbeeld bij „vreemdelingen die daar hun verblijfsvergunning aan ontlenen”, zoals moslims die zich tot het christendom bekeerden. In de interne stukken wordt geschreven dat de gegevens vooral betrekking hebben op „analyse en informatieproducten”.
Omdat de gegevens onrechtmatig zijn verkregen moeten ze uit alle politiesystemen worden gewist. Onbekend is of dat al is gebeurd.
Ongelijke machtsverhouding
Bij het COA groeide afgelopen half jaar het besef dat de gegevens nooit op deze manier gedeeld hadden mogen worden. Het toestemmingsformulier werd afgelopen zomer afgeschaft. Aan de medewerkers berichtte het COA dat „het denkbaar is” dat asielzoekers niet „vrijelijk” toestemming gaven door „de ongelijke machtsverhouding tussen het COA en de bewoner.”
Ook liet het COA een extern onderzoek uitvoeren. In het onderzoek – in handen van NRC – staat dat „een deel van de persoonsgegevens [voor de politie] van waarde zal blijken en dus achteraf gerechtvaardigd kan worden”, maar dat dit voor een groot deel niet geldt. Het dagelijks delen van informatie over alle bewoners zal „altijd leiden tot verstrekking van gegevens van asielzoekers die zich niet hebben misdragen en dat ook niet gaan doen”, schrijven de onderzoekers.
Het COA zette het geautomatiseerd delen van de gegevens vorig jaar juli stop. Tot frustratie van de politie, die aandrong op hervatting ervan omdat dit nodig zou zijn voor de nationale veiligheid.
Nadat agenten niet meer via de systemen bij de gegevens konden gingen ze zelf langs asielzoekerscentra om „datadumps” met informatie op te halen. In november verzocht het COA zijn medewerkers intern om „per direct” te stoppen met het verstrekken van informatie.
Justitie heeft haar zinnen gezet op een andere manier waardoor COA en politie alsnog gegevens kunnen uitwisselen. Het NVIK moet binnen een paar maanden gerichter persoonsgegevens kunnen opvragen uit een ander, al bestaand systeem.
Vluchtelingenwerk noemt de gegevensdeling tegen persbureau ANP „schokkend”, en zegt zich „grote zorgen” te maken. „Hiermee ontstaat een vooringenomenheid vanuit de politie richting asielzoekers, waarmee een hele groep over één kam geschoren en als potentiële verdachte behandeld wordt. Deze vorm van stigmatisering en criminalisering moet stoppen.”