Mauro Bartelson (9), groep 6, Amsterdam:
‘Op school is veel meer te ontdekken dan thuis’
‘Elke ochtend plaats ik tijdens het ‘meeten’ met de klas een smiley, om te laten zien hoe ik me voel. Meestal is dat er een met de mondhoeken omlaag. Ik mis mijn klasgenootjes, ik vind het fijn om met anderen samen te werken. Nu doe ik dat ook weleens online, maar dan ben ik snel afgeleid. Of ik zet mijn muziek heel hard en dan hoor ik de meester niet meer praten.
„Het is wél fijn dat we pas om negen uur beginnen met de lessen. Mijn vader brengt dan ontbijt naar mijn kamer en dat eet ik tijdens de les. En als ik echt vroeg wakker ben, dan mag ik weleens gamen. Dat is een soort vakantiegevoel.
„Als ik mijn schoolwerk af heb, hang ik een beetje op de bank. Met vrienden afspreken is nu lastiger, omdat ik dat moet regelen via mijn ouders. Op school regel ik dat gewoon zelf. Mijn zus zit in groep acht en mag wel naar school. Eigenlijk ben ik best jaloers op haar. Op school is veel meer te ontdekken dan thuis. Ik weet zeker dat ik deze tijd nooit meer zal vergeten.”
Lars van Zessen (14), gymnasium, klas 2, Heerenveen:
‘Ik ga vanuit bed direct naar het scherm’
‘Het irritante aan deze coronaperiode is het thuisonderwijs. Ik zit de hele dag op mijn kamer, achter het beeldscherm. Op school loop je nog van het ene naar het andere lokaal, nu zit ik vooral stil. Zo lijken de lesdagen ook veel langer te duren. Maar mijn leven is er niet slechter op geworden. Ik kan uitslapen!
„Ik ga rechtstreeks vanuit mijn bed naar het computerscherm. Omdat ik vaak al huiswerk maak tijdens de online-uitleg van de docent, ben ik best snel klaar. Dan ga ik vissen. Ik vind het ontspannend om lekker aan het water te zitten, zonder iemand om me heen. Wel jammer dat ik nu in de hengelsportzaak geen maden meer kan kopen.
„Normaal zwem ik ook nog vijf keer per week, maar dat kan nu niet. Wel krijgen we op de skeelerbaan krachttraining. Mijn vrienden, ook zwemmers, zie ik tijdens die training. Van mijn ouders heb ik geen last, ik zit veel op mijn eigen kamer. Gelukkig heeft nog niemand uit mijn omgeving corona gehad. Daarom maak ik me daar ook geen zorgen over. We wonen tenslotte in Friesland, waar veel minder besmettingen zijn.”
Tara Pouwels (11), havo/vwo-brugklas, Zuidplas:
‘De coronacrisis levert mij mínder stress op’
‘Het is een rare periode voor mij, omdat ik tijdens de eerste lockdown in groep acht zat, en nu in de brugklas. Gelukkig ben ik nog wel een paar maanden op de nieuwe school geweest, zodat ik mijn klasgenoten kon leren kennen. Ik bel mijn vriendinnen elke dag. En ik zie ze tijdens de onlinelessen, waarbij we soms zelfs samen een opdracht mogen maken.
„Ik ben er best snel aan gewend geraakt. Over mijn huiswerk doe ik nu wel langer, omdat ik minder hulp krijg van docenten. Dat vind ik wel moeilijk. Soms heb ik het gevoel dat het vakantie is: ik moet naar school, maar ben toch thuis.
„Mijn dagen zien er hetzelfde uit. Ik sta om zeven uur op, maak mijn ontbijt, ga dan naar mijn kamer en ben dan tot één uur bezig met school. Daarna maak ik huiswerk en doe ik wat ik leuk vind: schrijven of tekenen. En ik zit véél vaker op mijn telefoon dan eerst. Eigenlijk levert deze coronacrisis mij mínder stress op. De docent maakt to-do-lijstjes, stuurt linkjes – ik weet precies wat ik moet doen. En ik heb meer tijd voor mezelf.”
Saar Laumen (14), voortgezet speciaal onderwijs, klas 3, Groesbeek:
‘Ik ben er eigenlijk helemaal klaar mee’
‘Ik ben een enorme knuffelkont, dus ik baal ervan dat ik niemand mag omhelzen. Ook had ik een groot feest willen vieren toen mijn moeder vijftig werd. Ik houd van gezelligheid, van feestjes, maar dat is er helaas niet bij.
„Omdat ik niet kan lopen, zit ik in een rolstoel. Ik heb hulp nodig om me aan te kleden. Op school ben ik aangewezen op de hulp van volwassenen. Omdat ik met hen een goede band heb, mis ik ze enorm. Net zoals mijn klasgenootjes. Gelukkig kan ik ze spreken via Facebook, Instagram of WhatsApp. Maar ik zie ze liever in het echt.
„Mijn hobby is paardrijden, maar dat mocht in het voorjaar niet. Gelukkig kan dat nu wel. Toen ik afgelopen week hoorde dat de lockdown nog een paar weken gaat duren, werd ik best verdrietig. Ik ben eigenlijk helemaal klaar met het coronavirus, helemaal omdat het onzeker is hoelang het nog duurt. Ik heb het zelf gehad, mijn ouders ook en mijn oma is eraan overleden. Zij was erg oud. Het heeft me niet bang gemaakt. Wel moet ik vaak denken aan klasgenoten die long- of hartproblemen hebben. Voor hen is het spannend.”
Gijs Berkhout (7), groep 4, Hoorn:
‘Ik heb meer tijd over om te spelen’
‘Twee dagen per week ga ik naar de noodopvang. De andere dagen ben ik thuis. Dan mis ik mijn vriendjes wel. Ook vind ik het best moeilijk om thuis te werken, omdat ik minder uitleg krijg. En in de meetings is het altijd druk: kinderen kletsen en chatten overal doorheen.
„Thuis is het ook druk, met twee zusjes, mijn ouders en de kat. Toen ik hoorde dat we nóg langer thuis moeten blijven, vond ik dat niet leuk. Ik kan nu ook niet naar turnen, wat ik superjammer vind. Wat wel leuk is? Ik ben veel eerder klaar met het schoolwerk, niet pas om twee uur maar al om half één. Dus heb ik ook meer tijd over om te spelen. Dan krijg ik een snoepje en ga ik naar het speeltuintje waar ik vriendjes zie.
„Maar veel vaker speel ik nu met mijn zus Olivia. Of met mijn ouders. Dan doen we samen spelletjes. Bij ons heeft gelukkig nog niemand corona gehad. Ik vind het niet eng, ik denk er niet vaak over na. Ik maak me wel zorgen als mijn ouders het zouden krijgen. Maar dat gaat niet gebeuren, hoor. Ze letten heel goed op.”
Tips voor de ouders
De huidige lockdown duurt toch langer dan we hoopten. Voorlopig zit het hele gezin thuis en moet iedereen in dezelfde uren en op dezelfde vierkante meters werken, lessen volgen, huiswerkbegeleiding krijgen, koken, wassen, spelen, eten en slapen. In het voorjaar scheen de zon en waren we uren per dag buiten. Nu zitten we voornamelijk binnen. Hoe hou je het daar vol? Waar haal je de veerkracht vandaan? Zes tips om de dagen wat meer lucht te geven.
1. Routine
Alle ouders weten sinds de eerste lockdown al: maak een schema met vaste tijden voor school, sport, scherm en eten. Zeker met jonge kinderen is het goed om een routine in de dag te houden: duidelijkheid zorgt voor minder strijd en boze buien. Laat kinderen vooral meedenken met het programma, dat geeft ze een gevoel van verantwoordelijkheid en autonomie. Een beetje hulp bij het maken van schema’s en afspraken vind je op de website gezinnig.nl. En wat verder veel ouders helpt: probeer te accepteren dat het een bende is in huis, dat je voortdurend achterloopt met de was en dat het prima is om een keertje twee of drie dagen achter elkaar hetzelfde te eten.
2. Bewegen
Voor de kleintjes valt binnen en buiten allerlei creatiefs te bedenken: disco, stoelendans, speurtocht, een parcours met obstakels door het huis. Wat ook kan: verstop dingen (net als eieren met Pasen) of maak een kinderwork-out met jumping jacks en kikkersprongen. Tieners kunnen zelf naar buiten. Probeer te organiseren dat ze een vaste sportafspraak hebben met een vriendje uit de buurt. Dan zijn ze even los van het gezin. Bovendien zullen ze zich eraan houden: een vriendje laat je niet zo snel zitten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56588072-387b94.jpg)
3. Ander huis
Als je de eigen muren even helemaal zat bent: boek een paar dagen een vakantiehuisje, zodat de kinderen ook een andere omgeving hebben. Je kunt ook van huis ruilen met vrienden of familie, voor hetzelfde effect. Andere omgeving, ander speelgoed, hopelijk een trampoline. Wil je thuisblijven, maar een paar dagen minder huishouden: breng voor één keer de was naar een wasserette en laat avondeten bezorgen. NRC-lezer Adri Mathlener tipte: als je het in coronatijd aandurft, ruil voor één dag van kinderen met een bevriend stel.
4. Even geen school en werk
Met werk en onlinelessen zijn de dagen snel gevuld. Op maandag een boswandeling maken of een speurtocht uitzetten: wie heeft daar nou tijd voor? Toch is het belangrijk tijd vrij te maken om met je kinderen samen dingen te doen die niets met werk of school te maken hebben. Als ouder in coronatijd verander je continu van rol – van opvoeder naar juf naar gymleraar – en soms wil je ook gewoon even mama of papa zijn, zonder agenda. Zorg voor familierituelen: elke zondag croissantjes halen bij de bakker. Speel een spel, doe een quiz, organiseer een moppenavond, luister samen naar een spannende podcastserie of studeer een liedje in als familieband. NRC-lezer Lindy Hensen tipte: werkafspraken en vergaderingen duren standaard één uur, maak daar 45 minuten van. En als je nu vaak ’s avonds nog zit te werken: probeer eens een uur eerder op te staan en alvast wat werk te doen voordat het hele gezin wakker is. Dan heb je in de avond tijd voor jezelf, voor sport en ontspanning.
5. Kleine herinrichting
Voor wie dit nog niet heeft gedaan: probeer meerdere werk- en schoolplekken in te richten in verschillende delen van het huis. Zit dus niet met z’n allen aan de keukentafel. Ook als je klein woont, kan het. Zet een tafeltje in de gang, een bureautje of werkplank op de slaapkamer. Beter voor ieders rust en concentratie. En als de kinderen niet naast je zitten, proberen ze een moeilijke som eerst even zelf op te lossen.
6. Doel
Zorg voor gezinsactiviteiten met een gezamenlijk doel. Maak een puzzel van 1.000 stukjes waar iedereen aan meehelpt, bouw een winterhut met kussens en dekens waar in geluierd mag worden, maak een klein toneelstuk of een cabaretvoorstelling om opa en oma op te beuren. Of organiseer een etentje waarbij iedereen één gerechtje maakt. Dit kan ook met jonge kinderen: een bolletje mozzarella en een cherrytomaat zijn zo op een satéprikker geschoven. Ook het toneelstuk kan op kleuterniveau, het kan ook een goochelshow zijn.