Rotterdam overweegt excuses voor slavernijverleden

Onderzoek De gemeente onderzoekt de komende drie jaar „de betekenis, voorwaarden en gevolgen” die komen kijken bij een excuses voor de slavernij.
Het Rotterdamse slavernijmonument langs de Nieuwe Maas.
Het Rotterdamse slavernijmonument langs de Nieuwe Maas. Foto Hans van Rhoon/Hollandse Hoogte

De gemeente Rotterdam beraadt zich op formele excuses voor haar aandeel in het slavernijverleden. Dat schrijft burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA) namens zijn college aan de gemeenteraad. Volgende week woensdag bespreekt de raad een onderzoek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), dat gedurende twee jaar het koloniale en slavernijverleden van de stad heeft onderzocht. Aboutaleb nam de bevindingen in oktober vorig jaar in ontvangst.

Rotterdam zat als stad, zo is door het instituut vastgesteld, vanaf het jaar 1600 „tot over zijn oren” in de slavenhandel. Rotterdamse bedrijven hebben daar in die tijd van geprofiteerd. Aboutaleb wil daarom nadenken over de betekenis, voorwaarden en gevolgen bij excuses voor die periode.

„Gelden de excuses namens het college, het stadsbestuur inclusief de raad, voor de gemeente of voor alle Rotterdammers?” vraagt de burgemeester zich af in zijn brief. „Wat zijn de gevolgen: financieel, symbolisch, duurzaam en functioneel? Doen we dit alleen of samen met Amsterdam en met het Rijk? Hoe gaan we om met de verdere polarisatie dat elk antwoord met zich mee zal brengen?” Hoe de raad denkt over het onderwerp, is nog niet duidelijk. Van in elk geval Denk, PvdA en Nida is bekend dat ze voor Rotterdamse excuses zijn.

Straten, beelden en prijzen

Rotterdam gaat in elk geval zichtbare verwijzingen naar het slavernijverleden in de stad voorzien van context. Zo komt bij straatnamen en standbeelden in de stad extra informatie te staan. Rotterdam kent ongeveer 181 straatnamen en vijftien beelden van personen die een rol hebben gespeeld in het koloniale verleden. Aboutaleb daarover: „De geschiedenis kunnen we niet herschrijven, maar we kunnen wel met elkaar in gesprek over de betekenis van bijvoorbeeld straatnamen.” Een aantal onderscheidingen en penningen die de gemeente ieder jaar uitreikt, zoals de Johan van der Veeken Plaquette, krijgen wel een nieuwe naam. Kunstcentrum Witte de With, in de gelijknamige straat in het centrum van Rotterdam, deed vorige zomer afstand van de bij slavernij betrokken naamgever.

De gemeente Amsterdam deed de afgelopen jaren ook intern onderzoek en biedt komende zomer formeel zijn excuses aan voor het slavernijverleden van de hoofdstad. De Nederlandse regering heeft „diepe spijt en berouw” betuigd, maar zette die tot op heden niet om in excuses. D66 en ChristenUnie hebben het onderwerp vorig jaar zomer opnieuw geagendeerd, maar kregen geen Kamermeerderheid voor hun voorstel excuses te maken.