Hoe langer de lockdown duurt, hoe meer mensen hun sportschoolabonnement opzeggen

Thuissporten Sportscholen zien tijdens de lockdown hun leden weglopen – en daarmee hun inkomsten. Maar thuissporten wint juist terrein, merken verkopers van sportattributen, zoals fitnessapparaten. Menigeen gaat los op zolder.

Steeds meer voormalige sportschoolleden gebruiken hun zolder of dakterras nu als fitnessplek.
Steeds meer voormalige sportschoolleden gebruiken hun zolder of dakterras nu als fitnessplek. Ramon van Flymen/HH

Begeleiding via Zoom, work-outs voor thuis op een YouTube-kanaal, apparatuur uitlenen, trainen in een tent voor de deur – sportschoolhouders proberen met allerlei alternatieven en zo min mogelijk ledenverlies de lockdown door te komen.

Dat is nog niet zo eenvoudig, merkt Michael Go (32) uit Hoofddorp. Samen met zijn broer is hij sinds tien jaar eigenaar van twee sportscholen, in Haarlem en in het dorp Lijnden in de Haarlemmermeerpolder, die elk enkele honderden leden tellen. „Hoe langer het duurt, hoe meer abonnementen worden opgezegd. Tussen de twee lockdowns in zijn we nog gegroeid. Toen merkten we dat mensen enorme behoefte hadden aan sport en gezelligheid.”

Maar inmiddels zit het bedrijf van de broers Go weer in een dip. Ook nu, in januari, de maand waarin goede voornemens traditioneel tot een piek in het aantal inschrijvingen leidt, blijft het stil. Go vermoedt dat alle sportscholen te maken hebben met stagnatie of achteruitgang. „Tijdens een lockdown gaat niemand zich inschrijven.”

Branchevereniging NL Actief, die twaalfhonderd sportcentra vertegenwoordigt, ondersteunt die aanname. Sportscholen verloren zo’n 30 procent van hun leden door de coronacrisis.

Een manier om te bezuinigen

Go ziet diverse redenen. „Mensen verkeren door de crisis in financiële onzekerheid en moeten daarom bezuinigen – dat hoor ik het meest. We zijn niet goedkoop, een abonnement kost zo’n tachtig euro per maand.” Ook lieten leden weten dat ze, toen de sportscholen in juli vorig jaar na de eerste lockdown weer open mochten, bang waren voor besmettingsgevaar.

Ook de opkomst van het thuissporten lijkt een grote rol te spelen in het afnemende ledenaantal. Bol.com meldt desgevraagd dat vanaf de eerste lockdown in 2020 meer dan tweeënhalf keer zoveel fitnessapparatuur is verkocht als in dezelfde periode in 2019. Vooral hometrainers, crosstrainers, loopbanden, roeitrainers en spinbikes zijn populair.

Els Vogelpoel (43) uit Zandvoort is cosmetisch arts en sportte voorheen vijf keer per week in de sportschool van Michael Go in Haarlem. Ze deed daar aan crossfit: daarbij voer je met hoge intensiteit verschillende sportvormen uit, zoals gewichtheffen en gymnastiek.

Een ‘home gym’ van elfduizend euro

Toen Vogelpoel in maart vorig jaar, een dag voor de lockdown, hoorde dat de sportscholen moesten sluiten, bestelde ze online meteen matjes en kettlebells en dumbbells: verschillende soorten gewichten. „Ik heb van alles ingeslagen, want ik wilde wel in shape blijven.” Vogelpoel gaf daaraan 345 euro uit. Ook deed ze mee aan Zoom-lessen van Go tot ze weer in de sportschool terechtkon.

De strikte maatregelen in de sportschool maakten het sporten wel minder gezellig, en in december moesten Go en zijn collega’s opnieuw de deuren sluiten. Vogelpoel besloot toen haar zolder te laten verbouwen tot een heuse home gym. Na aanvulling met nieuwe apparaten en attributen bedraagt de investering nu zo’n elfduizend euro.

Diederick Goede, leverancier van sportmaterialen voor fitness, wordt „overspoeld” door aanvragen van particulieren

Van zulke bedragen kijkt Diederick Goede van Lifemaxx in Rotterdam niet op. Samen met zijn vrouw levert hij sportmaterialen aan de ‘professionele fitnessmarkt’. Tot voor kort dan, want nu bedient hij vooral de thuissportende consument. Grote orders van sportscholen werden uitgesteld of afgezegd en tegelijkertijd werd Goede „overspoeld” door aanvragen van particulieren. Het was een flinke omschakeling voor zijn bedrijf, maar onder aan de streep is hij er financieel niet op achteruitgegaan. „Iedereen ging massaal online sportspullen kopen. En wie het kan betalen, wil knappe spullen in huis.”

Maar ook voor mensen met een kleinere beurs is er genoeg, zegt Goede. „Een matje en een springtouw kosten niet meer dan veertig euro en op Marktplaats staat ook genoeg. Oude spullen die vorig jaar niemand meer wilde, verkopen nu heel goed.”

Loyaliteit aan de club

Het ledenverlies van sportscholen baart Ronald Wouters, algemeen directeur van NL Actief, grote zorgen. „Een loopband in een sportschool kost al gauw twintigduizend euro en niet zelden staan er tien op een rij. Die apparaten worden vaak geleased. Ook als je geen contributie meer ontvangt, lopen deze kosten door.”

De sportschoolbranche kan dus moeilijk bezuinigen in crisistijd; men heeft grote investeringen gedaan. Flexibel zijn met de inkoop, zoals in de detailhandel, is er niet bij. De kosten van de hypotheek of huur van het bedrijfspand, dat snel duizend vierkante meter groot is, tikken ook aan. Wouters: „De hoge vaste lasten zijn de strop om onze nek. Onze leden teren nu in op reserves en pensioenen.”

De meeste ondernemers bedenken, net als Go, allerlei alternatieve manieren van sporten. Er is vlug omgeschakeld naar online lessen en apps, ziet Wouters. „Maar de rek is er snel uit. De sociale factor van samen sporten, is voor veel klanten motiverend en uiteindelijk doorslaggevend.” Wat sporters er dan nog van weerhoudt hun lidmaatschap op te zeggen, denkt hij, is hun loyaliteit aan de club.

Els Vogelpoel hoeft haar huis helemaal niet meer uit om te sporten, nu de verbouwing op zolder klaar is. Aan online trainingen doet ze niet meer mee. En ook als de sportscholen over een tijdje weer open mogen, hebben de coronamaatregelen een negatieve invloed op de sfeer, verwacht ze. Zoals afstand van elkaar moeten houden, buiten je koffie opdrinken en na afloop niet meer gezellig blijven hangen.

Toch heeft ze haar lidmaatschap nog niet opgezegd. „Ik betaal 82,50 per maand en dat is best veel, aangezien ik amper gebruik maak van de faciliteiten.” Loyaliteit is voor haar doorslaggevend. Vogelpoel: „Ik wil ze nu niet laten zitten.”