Foto Andreas Terlaak

Interview

Mathijs Leeuwis: ‘Ik wil geen muziek maken die al in mijn hoofd zit’

Rijzende ster: muziek Mathijs Leeuwis is de nieuwe stadscomponist van Tilburg. Gewapend met analoge geluidsapparatuur en een pedal-steelgitaar strijdt hij voor imperfectie.

Vijf jaar geleden bezwoer Mathijs Leeuwis een artistieke crisis door pedal-steelgitaar te leren spelen. Wie pedal steel zegt, zegt country, maar Leeuwis beweegt zich in een heel andere hoek. Dat was juist het punt: „Ik wilde een instrumentale plaat maken op een instrument dat niemand bespeelt, in een genre waarin dat instrument niet eens bestaat”, vertelt hij. Het resulteerde in het opmerkelijke ambient-wieleralbum GALIBIER (2018). Onlangs verscheen Généalogies, zijn nieuwe album met abstracte klankwerelden, en sinds 1 januari is Leeuwis de stadscomponist van Tilburg. Samen met zijn voorganger Anthony Fiumara vormt hij het ambient-duo Poulson Sq.

„Ik probeer geen muziek te maken die al in mijn hoofd zit, ik wil juist iets ontdekken wat ik nog nooit gehoord heb.” Zo benadert Mathijs Leeuwis (1985) ook zijn stadscomponistschap: hij heeft ideeën over de rol van geluid in architectuur en stadsontwikkeling, maar is vooral op zoek naar de ‘unknown unknowns’, dat waarvan je niet weet dat je het niet weet. Afgelopen zomer maakte hij de installatie Tapelooptempel, waarin een luisteraar op een laagdrempelige manier abstracte muziek kan ontmoeten.

Wie zijn muziek beluistert ontkomt niet aan de vraag: waarom is niemand eerder op het idee gekomen om ambient te maken met een pedal-steelgitaar? Het instrument lijkt gemaakt voor dromerige soundscapes.

Leeuwis heeft nóg een instrument: tape. Tape staat voor analoge techniek die geluidsband gebruikt om loops en geluidseffecten te creëren. In vergelijking met digitale apparatuur zorgen tapemachines voor een diepere, meer „levende” klank, maar ze brengen ook meer ruis en onregelmatigheden met zich mee. Leeuwis’ „tapeloopfilosofie” gaat over het accepteren van imperfectie.

In een vorig leven maakte Leeuwis als singer-songwriter kleinkunstliedjes met „een afgebakend verhaaltje”. Maar op zeker moment kon hij zichzelf niet meer verrassen: „Ik voelde me opgesloten in mijn genre.” Hij haalde al zijn werk van Spotify en andere kanalen en besloot zich als musicus helemaal opnieuw uit te vinden.

„De klank groeit terwijl je eraan werkt. Het is

„Best veel mensen verklaarden me voor gek”, zegt Leeuwis. „Maar het begon voor mij ooit met het aanslaan van een akkoord en daarin mogelijkheden horen. Daar wilde ik naar terug.” Dankzij directeur Bert Palinckx van festival November Music en componist Fiumara ontdekte hij dat zijn onderzoek in een traditie stond: „Mijn fascinatie kreeg een thuisbasis.”

Hoewel de techniek „een beetje nerderig” is, is het klinkende resultaat juist heel organisch: „De klank groeit terwijl je eraan werkt. Het is haast een natuurfenomeen.” Met tape-autoriteit en Kytopia-grondlegger Mathijn den Duijf heeft Leeuwis in Tilburg werkplaats Het Concreet opgericht. Van hieruit zullen ze met kunstenaars uit andere disciplines de tapeloopfilosofie in praktijk brengen en „het struikelen omarmen”.

Stadscomponist Tilburg is een initiatief van concertorganisatie De Link. Inl: delink.nl