Een kunstwerk in huis halen van een van de duurste nog levende kunstenaars – wiens werk voor vele tientallen miljoenen euro’s wordt geveild? Veel hoeft dat niet te kosten. Een beeldscherm en een internetverbinding zijn voldoende.
Eind maart vorig jaar, toen de coronapandemie voor de eerste keer de wereld op slot dwong, stuurde de Britse kunstenaar David Hockney vanuit zijn atelier in Normandië een getekende ansichtkaart de wereld in. Zijn kleurrijke op de iPad gemaakte tekening van een bosje ontluikende narcissen deelde hij via de Instagram van twee musea, vergezeld van een boodschap: „Do remember they can’t cancel spring” – onthoud dat de lente niet geannuleerd kan worden. En in november, toen grote delen van Europa voor de tweede keer in lockdown gingen, deelde Hockney opnieuw twee iPad-tekeningen, dit keer van een boom die zijn bladeren verliest, en een wilg aan een vijver: „Remember, they can’t cancel the autumn either” – onthoud, ook de herfst kan niet geannuleerd worden. De wereld gaat op slot, maar de jaargetijden hou je niet tegen.
David Hockney (Bradford, 1937) is in Normandië met een reden. De kunstenaar, een van de meest succesvolle van de afgelopen decennia – vooral beroemd van zijn schilderijen van zwembaden in Los Angeles zoals A Bigger Splash (1967), heeft er in 2020 de veranderende seizoenen vastgelegd. Iets wat hij tien jaar eerder, met geweldig resultaat, in zijn Britse geboortestreek Yorkshire heeft gedaan. Hij is in Normandië ongelofelijk productief (zoals altijd). In 2020 maakte hij zo’n 220 werken, waarvan een belangrijk deel, 160 iPad-schilderingen die de komst van de lente in Normandië weergeven, dit voorjaar te zien zal zijn in de Royal Academy in Londen (corona volente). Over dat project vertelde hij eerder in NRC: „Elke dag hier is anders. [...] Ik wil die verandering schilderen.”
Onstuitbare machine
Met zijn bosje narcissen raakte Hockney vorig jaar een snaar: het werd veelvuldig gedeeld in de (sociale) media. De tekening is dan ook, hoewel bewust naïef getekend, helemaal ráák: hoe de sprietjes pront omhoog willen steken, net niet krachtig genoeg om de zware bloemkelken te dragen, je ziet de belofte dat het beter wordt. De lente is pril en kwetsbaar, maar ook, wanneer eenmaal op gang, een onstuitbare machine.
In een video-interview vertelde Hockney, een maand na zijn narcissen, een anekdote die de aantrekkingskracht ervan verklaart: „Op televisie vroeg iemand zich af: hoe kun je optimistisch zijn, met nieuws als dit? [...] ‘Wat is het goede nieuws’, vroeg hij. Iemand anders zei: ‘het goede nieuws, is dat de lente eraan komt’.” Hockney, lachend: „Dat is het goede nieuws, maar niemand merkt het op.”
Escapisme, dacht ik de eerste keer dat ik het interviewfilmpje zag, om zo weg te kijken van het echte nieuws. Maar is het niet andersom? De lente is straks weer even aanwezig als de pandemie. Hockney nodigt ons uit om beter naar de lente te kijken, die is net zo echt en onontkoombaar als de rampspoed.
Digitale tekening
Een mooi idee – van dat gratis beschikbare kunstwerk van een onbetaalbare kunstenaar, maar dit is een digitale kopie op je scherm, geen origineel kunstwerk, kun je denken. Ware het niet dat Hockney ze op zijn iPad heeft geschilderd. De afbeelding die je op je scherm hebt, verschilt niet wezenlijk van het digitale bestand op Hockneys tekenapparaat. „made for the screen, totally on the screen, it’s not an illusion” (gemaakt voor het scherm, geheel op het scherm, het is geen illusie), is de tekst die Hockney schreef op een van zijn vroegste iPad-werken (untitled, 17 april 2010).
Dat de digitale afbeeldingen even echt – of misschien zelfs échter – zijn dan de prints op groot formaat die straks in de Royal Academy te zien zijn, maakt het minder erg als we dit voorjaar niet naar Londen kunnen. De digitale afbeeldingen, bijvoorbeeld op de website van de Royal Academy en de afbeeldingen die Hockney eerder deelde, zijn net zo mooi.
Een van de werken No. 262, 28th April 2020 (ze zijn allemaal genummerd en gedateerd) toont een verfrissende voorjaarsplensbui, de bomen stralend groen. Je ruikt, ook vanaf een beeldscherm, bijna hun natte bladeren. Een ander werk, No. 241, 23rd April 2020., toont roze bloesem en lichtgroen jong gras. No. 370, 2nd May 2020, laat de maan zien die ’s nachts de bomen verlicht. Het wit straalt vanaf je verlichte beeldscherm, helemaal als je de helderheid op vol zet, feller dan het in print ooit zou kunnen doen. Allemaal zijn deze werken net zo vrolijk naïef – en net zo raak – geschilderd als de narcissen.
Om de werkelijkheid op andere manieren af te beelden experimenteert Hockney al zijn hele loopbaan met nieuwe technologieën. Eerder werkte hij met polaroids, faxapparaten, en digitale fotomontages – de iPad-werken passen in die traditie. Die iPad nodigt daarbij uit tot nog een nieuw experiment: bewegende animaties. Een ervan, die hij deelde met BBC-kunstcriticus Will Gompertz, toont een bladerloze boom, onder een grijze voorbijschuivende lucht. De beweging in de lucht suggereert dat je ook de eerste voorjaarknoppen aan de takken zult zien verschijnen. Maar die komen niet. Dat is frustrerend. Je zou de lentebloesem er bijna zelf uit willen trekken. Maar, zoals de lente zich niet laat annuleren, laat de lente zich ook niet dwingen. We zullen geduld moeten hebben.
David Hockney: The Arrival of Spring, Normandy, 2020. Vanaf 27 maart t/m 22 aug, Royal Academy, Londen. Inl: royalacademy.org.uk Najaar 2021 is de expositie te zien in Musée de l’Orangerie in Parijs.