Dinsdag kon farmaceut AstraZeneca eindelijk de officiële aanvraag indienen bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) voor de goedkeuring van hun vaccin tegen Covid-19, dat ze samen met de universiteit van Oxford ontwikkelden. Dat is bijna twee weken nadat het Verenigd Koninkrijk (VK) het vaccin al in gebruik nam. Wat is de oorzaak van die vertraging? En komen de Nederlandse vaccinatieplannen erdoor in de knel? Vijf vragen over de goedkeuring van het ‘Oxfordvaccin’.
1. Waardoor startte de Europese aanvraag voor goedkeuring twee weken later dan in het VK?
Eind vorig jaar, op 21 december, had AstraZeneca bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) het pakket met onderzoeksgegevens ingediend dat het bedrijf ook aan goedkeurende instanties in andere landen stuurde. Op 30 december keurde de Britse geneesmiddelenautoriteit (MHRA) het vaccin op basis hiervan goed voor noodgebruik in het Verenigd Koninkrijk, en inmiddels is dat ook gebeurd in India, Argentinië, de Dominicaanse Republiek, El Salvador, Mexico en Marokko.
Maar de EMA vroeg eind december nog om aanvullende informatie over de kwaliteit, veiligheid en de effectiviteit van het vaccin. De Europese waakhond wil de coronavaccins niet beoordelen voor noodgebruik, zoals de genoemde landen, maar voor een voorwaardelijke marktvergunning. „Voor de voorwaardelijke marktvergunning worden meer eisen gesteld, niet alleen aan de onderzoeksgegevens, maar bijvoorbeeld aan de fabrikant over het onderzoek dat na de markttoelating nog moet worden gedaan”, zegt Dony Potasse, woordvoerder van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), dat namens Nederland bij de EMA zit. Ook vergt het meer tijd omdat het gaat om toelating voor alle landen in Europa, in plaats van voor één land. Welke informatie dan nog miste, is vertrouwelijk. „Daarover kunnen we gedurende de procedure niets zeggen.” AstraZeneca leverde op vrijdag 8 januari alle aanvullende gegevens aan, zodat nu de officiële aanvraag kon worden ingediend.
2 Waren die onderzoeksresultaten niet rommelig?
Om welke extra gegevens het ging, maken de EMA en AstraZeneca dus niet bekend. Maar de rommelige opzet van de grote studies naar de werking en veiligheid van het vaccin zal daar vast een rol bij spelen. Die lopen in drie landen, Brazilië, Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk, en er zijn aanzienlijke verschillen in de toegediende dosis, en in de tijd tussen de eerste en de tweede prik. Die loopt uiteen van vier weken tot meer dan twaalf weken, omdat er niet altijd op tijd voldoende vaccins beschikbaar waren.
Al direct bij de onthulling van de werking van het vaccin was er verwarring. Door een fout had een deel van de proefpersonen in het VK eerst een halve dosis van het vaccin gekregen, en na een paar weken een hele. Dat leek meer bescherming te bieden (90 procent) dan na twee volle doses (dan was het 62 procent). Maar bij nadere bestudering van de gegevens leek die betere bescherming vooral samen te hangen met de tijd die tussen de twee prikken zit. Hoe langer die was, hoe beter de bescherming.
De Britse MHRA keurde het vaccin goed voor noodgebruik voor iedereen van 18 jaar en ouder, met een tussenliggende periode van 4 tot 12 weken. Maar de EMA zal over het optimale doseringsschema wellicht meer duidelijkheid willen.
Naar verwachting wil de EMA ook meer informatie over gebruik van het vaccin bij mensen ouder dan 55 jaar. Voor die leeftijdsgroep waren er tot nu toe nog te weinig gegevens om iets over de beschermende werking te kunnen zeggen. Wel was uit kleinere studies al duidelijk geworden dat het vaccin ook bij 55-plussers een reactie van het immuunsysteem opwekt die vergelijkbaar is met die bij jongere volwassenen. Voor de Britse autoriteit MHRA was dit voldoende. Nu de fase-3 studies weer een paar weken langer hebben gelopen, zijn er meer gegevens over de werking bij 55-plussers. AstraZeneca is binnenkort toe aan de analyse van die bredere gegevens.
3 Is de aanvraag ook al ingediend bij de Amerikaanse autoriteit FDA?
Nee, de FDA wil de beoordeling pas doen als er resultaten zijn uit studies die in de Verenigde Staten zijn uitgevoerd. AstraZeneca verwacht eind deze maand de resultaten van een grote studie onder 30.000 Amerikaanse proefpersonen. Die studie is door de farmaceut zelf opgezet, in tegenstelling tot de eerdere studies in Brazilië, Zuid-Afrika en het VK, die zijn opgezet door de universiteit van Oxford en gaandeweg overgenomen door AstraZeneca. Academische onderzoekers zijn minder bedreven in het opzetten van geneesmiddelenstudies. De Amerikaanse studie is strakker opgezet en zal naar verwachting eenduidiger uitkomsten geven.
4 Hoe snel kan de Europese goedkeuring nu gaan?
De EMA kijkt al sinds oktober mee met het onderzoek van AstraZeneca in een versnelde goedkeuringsprocedure, een zogeheten rolling review. Als ze concludeert dat er voldoende bewijs is voor werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit van het coronavaccin, verwacht de EMA op 29 januari met een uitspraak over het vaccin van AstraZeneca te kunnen komen. Daarna moet nog toestemming volgen van de Europese Commissie voordat AstraZeneca de vaccins kan gaan leveren. Dat is nog ruim op tijd voor de Nederlandse vaccinatiestrategie. Daarin rekent minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) vanaf maart 2021 met vaccins van AstraZeneca, Janssen (Johnson&Johnson) of Curevac. Van het AstraZeneca-vaccin heeft Nederland via de EU veruit de meeste doses gereserveerd – in totaal 11,7 miljoen, met een optie voor nog eens 3,9.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/web-0601binsanna-2.jpg)
5 Hoe staat het met de andere vaccins die onderweg zijn?
Farmaceut Janssen hoopt nog deze maand de tussentijdse gegevens van hun grote fase 3-studie onder tienduizenden proefpersonen te hebben. Dan weten ook zij of hun vaccin tegen Covid-19 beschermt. Als dat zo is, wordt het registratiedossier een aantal weken later ingediend bij goedkeurende instanties, zoals ook de EMA, laat Janssen-woordvoerder Eliane Lauwers weten. De EMA bekijkt al sinds 1 december vorig jaar de aangeleverde gegevens van de eerdere studies. Het Duitse bedrijf Curevac komt wat later: het startte pas half december met een grote fase 3 studie, terwijl bijvoorbeeld Pfizer en Moderna daarmee al in de zomer begonnen. Curevac hoopt, als hun kandidaatvaccin ook blijkt te werken, dat het in het derde kwartaal in gebruik kan worden genomen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/08/290820webvaccinrace-1.jpg)