Reportage

In Kashmir valt vaak het woord ‘bang’

India Sinds de Indiase regering bijna anderhalf jaar geleden de autonomie van de regio Kashmir schrapte, werd de pers er geweerd. Nu wil India graag laten zien dat de rust is weergekeerd. Is dat zo? „Dit is allemaal een façade.”

Bewoners van Kashmir gaan stemmen bij lokale verkiezingen in december. Foto TAUSEEF MUSTAF/AFP
Bewoners van Kashmir gaan stemmen bij lokale verkiezingen in december. Foto TAUSEEF MUSTAF/AFP

De vorst hangt nog in de lucht als een colonne jeeps stopt voor de poorten van de Khanqa-e-Moula-moskee. Portiers vliegen open, laarzen stappen uit. De bedelaars die gehurkt tegen de spijlen zitten, hun lange wollen jassen ver over hun knieën, richten hun ogen snel op de grond, weg van het vreemde gezelschap en de soldaten die hier roerloos de wacht houden, altijd een hand op hun geweer.

Het leek een goed excuus. Een bezoek aan een van de oudste moskeeën van de stad Srinagar, gebouwd om de soefiheilige te eren die de islam in Kashmir hielp verspreiden. Tussen de gelovigen hoopten wij, een journalist van The New York Times en een van NRC, ons even los te weken van de strakke controle tijdens onze uitzonderlijke reis in december naar Kashmir, een Indiase regio waar de buitenlandse pers immers al ruim anderhalf jaar niet mag komen.

Achter de moskeepoorten komt de dag net op gang. Oude verzorgers nemen plaats naast hun donatiekist, een gesluierde vrouw knielt voor de houten ingang die in fijn detail is beschilderd. Verder is het rustig, op een drietal jongemannen na. Leunend tegen een verhoging maken ze anders dan de andere bezoekers geen aanstalten om te bidden. Terwijl twee onopvallend wegkijken, zoekt nummer drie oogcontact.

Nog voor er goed en wel een vraag kan worden gesteld, loopt hij in het Engels leeg over hoe goed het nu gaat in Kashmir, de enige door moslims gedomineerde regio in India. Hoeveel beter af de inwoners zijn sinds augustus 2019. Toen schrapte de regering van premier Narendra Modi de vergaande autonomie van Kashmir, zogezegd om een einde te maken aan het vanuit Pakistan gesteunde verzet dat de Kashmirvallei al decennia verscheurt.

Lees ook: Speciale status van Kashmir afgeschaft: 'Dit had al veel eerder moeten gebeuren'

Dat ging gepaard met grof geschut. Duizenden extra troepen werden ingezet in wat toch al een van de zwaarst gemilitariseerde zones ter wereld was. Duizenden Kashmiri’s werden preventief opgepakt, onder wie separatistische leiders, maar ook prominente politici die juist als ‘pro-India’ golden. Maanden zaten zij in detentie, sommigen zitten dat nog steeds.

De regering in Delhi wijzigde de regels zo dat ook niet-Kashmiri’s er grond mogen bezitten

Al die tijd waren buitenlandse journalisten niet welkom. Tegen de Franse krant Le Monde zei de Indiase minister van Buitenlandse Zaken dat hun aanwezigheid „sommige Kashmiri’s ertoe zou kunnen aanzetten hun ongenoegen te tonen”. Tot vorige maand plots de telefoons van enkele journalisten rinkelden. Aan de lijn iemand die zichzelf voorstelde als mediaconsultant voor een departement van de regering. Of we naar Kashmir willen?

Bewoners van Kashmir gaan stemmen bij lokale verkiezingen in december, strak begeleid door paramilitairen. Foto’s TAUSEEF MUSTAFA / AFP

„Kijk om je heen”, zegt de jongen bij de moskee. „De mensen zijn blij, er is geen angst.”

Het gaat goed in Kashmir. Dat is de boodschap die de Indiase regering wil uitdragen. Lokale verkiezingen in de regio zijn het bewijs, aldus premier Modi, dat „democratie bloeit” in de vallei.

Maar plaatselijke activisten en journalisten vertellen over aanhoudende intimidaties, en politici klagen dat ze met „de handen op de rug gebonden” campagne moesten voeren. De verkiezingen werden begin november plots aangekondigd, met een eerste ronde die nog diezelfde maand zou plaatsvinden. „Normaal worden partijen geraadpleegd, is er tijd om kandidaten te selecteren. Nu hadden we maar één week”, zegt Hasnain Masoodi, oud-rechter en parlementariër voor de National Conference, een van de invloedrijkste partijen in Jammu en Kashmir, zoals de regio voluit heet. „Dat was de eerste strategie. Ons buiten spel proberen te zetten.”

De tweede, stelt Masoodi: de campagnemogelijkheden beperken. „Veelal werd ons of toestemming geweigerd, of werden onze meest vooraanstaande leiders thuis vastgehouden.” Het hoofd van de politie in Jammu en Kashmir ontkent dit.

Agenten in burger

Tijdens het driedaagse bezoek van de buitenlandse journalisten wordt weinig aan het toeval overgelaten. Gepantserde wagens en jeeps vol soldaten dicteren onze bewegingen en agenten in burger volgen ons overal, „uit veiligheidsoverweging”. Van het programma afwijken kan, maar beperkt en niet zonder goedkeuring vooraf. Zoals een politiek analist later opmerkt: jullie zijn onderdeel van de show.

Voor de hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Partij (BJP) van premier Modi hing veel af van deze verkiezingen. Officieel stemden Kashmiri’s voor een nieuwe, weinig invloedrijke bestuurslaag, verantwoordelijk voor zaken als water en elektriciteit. Maar de BJP behandelde het vanaf het begin als iets veel belangrijkers: als referendum over hun besluit om de autonomie van Kashmir te schrappen en als bewijs van de steun die Modi hier nu zou genieten.

Indiase paramilitaire soldaten in het district Bandipore, Kashmir. TAUSEEF MUSTAFA/AFP

De stembusgang moest ook de mond snoeren van critici, zowel in India als daarbuiten, over het vermeende gebrek aan democratie in Kashmir. De regio zit al sinds 2018 zonder eigen parlement, nieuwe verkiezingen worden sindsdien door Delhi afgehouden.

Het referendum viel uit in het nadeel van de BJP. Alleen in het overwegend hindoeïstische Jammu, waar de partij een trouwe achterban heeft, deed de BJP het goed. En zelfs hier verloor zij steun. In de vallei, waar de opkomst aanzienlijk lager was, gingen veruit de meeste stemmen naar een nieuwe alliantie van lokale partijen. Die gingen de campagne in met maar één belofte: herstel van de autonomie van Kashmir. Dat is ook de wens die NRC in december keer op keer hoorde, van de straten in de hoofdstad Srinagar tot in de rijen voor stembureaus. Vaak stilletjes, zodat de meeluisteraars het niet konden horen.

„Dit is allemaal een façade.” Uit de mond van de man kringelen wolkjes van de kou. We staan buiten de hekken van een school in het noorden van de vallei waar hij net zijn stem heeft uitgebracht, zoals te zien aan een veeg inkt op zijn nagel. Overal staan in camouflagepak gestoken mannen met geweren. „We leven in onderdrukking”, zegt hij, zijn ogen strak op hen gericht. „We zijn bang. Daarom voelen we ons gedwongen te komen stemmen.”

Overheidsbanen

Het woord ‘bang’ valt vaak. Op het schoolplein vertelt Mehbooba Begum (40) bijna fluisterend dat ze vorig jaar met haar gezin drie maanden opgesloten zat in huis, terwijl paramilitairen op iedere straathoek de wacht hielden. Dat haar vier kinderen anderhalf jaar later nog altijd niet naar school zijn teruggekeerd. „Alle veiligheid die we hadden, is ons ontnomen”, zegt ze.

Begum echoot de breed levende angst dat hindoe-nationalisten van de BJP de demografie in Kashmir willen veranderen, nu garanties die het bijzondere karakter van de regio moesten beschermen, zijn vervallen. De regering in Delhi wijzigde de regels zo dat ook niet-Kashmiri’s er grond mogen bezitten en op overheidsbanen mogen solliciteren. „We stemmen voor de terugkeer van 370”, zegt Begum, verwijzend naar het geschrapte artikel 370 van de Indiase grondwet dat de autonomie van Kashmir regelde. „Dat is het enige wat wij willen.”

Enkele tientallen kilometers verder in Srinagar schieten de ogen van Mohammad (39) steeds naar de deur van zijn winkel vol handgeborduurde sjaals en mantels. „Kijk wat ze met onze leiders hebben gedaan”, zegt hij. Kijk naar Farooq Abdullah, de 83-jarige oud-deelstaatleider die ruim zeven maanden vastzat. „Hij was degene die ons vertelde dat we India moesten vertrouwen.”

Partijen als die van Abdullah fungeerden als een brug in Kashmir, met de separatisten aan de ene en India aan de andere kant. Die brug is weggevaagd, zegt Mohammad. „Onze eigen volksvertegenwoordiging, onze eigen grondwet, alles is weg. Ja, het is nu kalm op straat. Maar wat voor een kalmte is dat? Kijk naar de gezichten van mensen. We zijn radeloos.”

Protestkreet in Srinagar, hoofdstad van de Indiase regio Kashmir die in 2019 haar autonomie verloor. Foto Eva Oude Elferink

Net als veel Kashmiri’s heeft Mohammad (die zijn volledige naam niet durft te delen, deze is bij de redactie bekend) weinig op met de alliantie die nu is gevormd. De twee machtigste partijen en de families die hen leiden, de Mufti’s en de Abdullahs, zouden de afgelopen jaren vooral voor zichzelf hebben gezorgd. Er is wat „bitterheid”, geeft Abdullahs partijgenoot Masoodi toe. „Maar mensen weten dat ook wij zijn verraden.”

Tegen Abdullah en anderen lopen onderzoeken naar vermeende corruptie en witwassen. Een politieke vendetta noemt hij het: de regering zou de opsporingsdiensten gebruiken om hem het zwijgen op te leggen.

Shikara-boten

Intussen ligt de economie van Kashmir in puin, mede door het coronavirus. De beroemde shikara-boten die jaarlijks duizenden toeristen over het Dal-meer voeren, liggen leeg te dobberen aan de oever. Ghulam Muhammed (56) moet nadenken over de vraag wanneer hij voor het laatst een toerist vervoerde. Wat zal het zijn, vraagt hij aan de vriend die naast hem op de steiger zit. Een jaar?

Lees ook: Kasjmir is in lockdown met alleen 2G internet

De twee, in lange wollen mantels en dikke sokken in slippers, zijn overgestapt op vissen en doen klusjes. „Als die er zijn.” Het is als een jungle, schampert Ghulam. „Er is nul activiteit.” Elders in de stad blijven de rolluiken naar beneden. Het internet, dat vorig jaar werd afgesloten, is nog altijd niet volledig hersteld. Uit veiligheidsoverwegingen, legt de politiebaas uit. De rekrutering door militante groepen neemt toe.

„Kijk om je heen”, zei de jongen bij de moskee. „De mensen zijn blij.”

Ook de groen met witte poorten van Khanqa-e-Moula bleven maandenlang gesloten. Eerst om onrust te voorkomen, daarna wegens corona. Mumtaza Dar (60) bleef onverstoord bidden. Een, twee keer per week, haar gerimpelde handen tegen de spijlen gevouwen. Nu zit ze tevreden op een drempel naast de ingang, een groene wollen doek om haar hoofd en schouders geslagen. Als ze hier komt, legt ze uit, voelt ze vrede in haar hart.

Haar zoon, een autoriksja-bestuurder, werd begin jaren negentig geboren, net toen militanten hier in de vallei de wapens oppakten. Het gevolg waren avondklokken en soldaten in de straten. Hun levens zijn sindsdien niet veranderd, zegt Dar, en ze lacht. De enige op wie zij vertrouwt is God. „Ik ben dankbaar dat we het tot nu hebben overleefd.”