Een projectie van de Big Ben op Downing Street 10, uitgelaten Brexiteers met grote Freedom-vlaggen en mensenmassa’s die door het hele land de EU-uittreding vieren. Het contrast tussen 31 januari en de stille Londense straten op 31 december 2020 – de Brexit op papier en Brexit in de praktijk – kon nauwelijks groter zijn.
Toch waren de gevolgen op 1 januari 2021 veel voelbaarder dan op 1 februari vorig jaar. De transitieperiode na de Brexit zit erop en het vlak voor Kerst gesloten handelsakkoord trad in werking. Gevreesde kilometerslange files voor de Kanaaltunnel bleven weliswaar uit, maar toch veranderde er veel voor ondernemers die handel drijven met het Verenigd Koninkrijk.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data65965880-3ef978.jpg)
Alleen al doordat ze nu met een harde grens te maken hebben, moeten ze veel meer administratie verrichten. Hun producten gaan ineens langs de douane, waar vrachtwagens voorheen zo door konden rijden richting het VK en terug.
Vanuit Nederland ging in de eerste tien maanden van vorig jaar voor 28 miljard euro aan goederen – inclusief doorvoerproducten – naar het VK. Dat is 17 procent van het EU-totaal, alleen Duitsland exporteert meer naar de andere kant van Het Kanaal, zo meldt statistiekbureau CBS in de meest recente handelscijfers. Met name landbouwgoederen als vlees, groenten, fruit, bloemen en planten vinden hun weg naar het VK. Daarna volgen onbewerkte kunststof, machines en olie en gas.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65738521-81f77d.jpg)
NRC volgt dit jaar verschillende bedrijven die te maken hebben met de gevolgen van de Brexit. Wat betekent de nieuwe situatie voor hen? Hoe passen zij zich aan? Leidt het handelsakkoord tot problemen, of juist tot kansen? De komende maanden vertellen ze erover.
Cor Vonk en Koos Boersen
‘We verwachten wel wat pesterij’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66086778-d460ab.jpg|//images.nrc.nl/6bJCNllr2hbglFxWeawb7f6Qtfs=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66086778-d460ab.jpg)
Kottervisser Cor Vonk in de stuurhut van de Klasina-J. Foto Olaf Kraak
De Britse wateren heeft Cor Vonk (37) deze week gemeden. Hij is met het schip van zijn familie, de Klasina-J, in Nederlandse zee gebleven. „We lagen 50 kilometer boven Terschelling.” Normaal gesproken vaart Vonk vanuit standplaats Texel in de richting van de Engelse kustplaats Great Yarmouth. Al een jaar of zestig vissen de Vonken daar. „Dat is ons gebied.”
Ook visser Koos Boersen (32), mede-eigenaar van een ander Texels schip en een neef van Cor Vonk, is deze week dicht bij huis gebleven. „De Britten hebben duidelijk gemaakt dat ze ons daar helemaal niet willen. En nu zijn ze er zelf de baas.”
Europese vissers mógen de komende 5,5 jaar nog wel de Britse wateren in, dat is afgesproken in het handelsakkoord. Alleen mogen ze daar nu minder vis omhooghalen. Kottervissers Vonk en Boersen, die vooral van tong leven, mogen 13,5 procent minder vis vangen. Voor andere vissoorten gelden andere percentages. En over 5,5 jaar kan alles weer anders worden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data36987147-b1c518.jpg)
Waarom niet gewoon de Noordzee overgestoken deze week? Boersen: „We durfden het niet aan.” Ze wisten niet zeker of er nog wel dezelfde regels zouden gelden als in de EU, vertelt hij. Over waar je netten allemaal aan moeten voldoen, bijvoorbeeld.
En hij vreest de strenge Britse controles op zee. Dan komen ze urenlang aan boord om van alles te checken. Of je al je vis wel goed hebt afgewogen, of de mazen van je netten niet te smal zijn. „Ze waren al veel strenger dan de Nederlandse controles. Maar we verwachten wel wat pesterij.”
Ook Vonk heeft deze zorg. „Dat ze je helemaal kapot gaan controleren.” En hij heeft nog een extra probleem: hij heeft nog pulsnetten, waarmee je vissen vangt met behulp van lichte stroomstoten. Dat wordt verboden, maar binnen de EU mag hij nog een half jaar op deze manier vissen. Op Oudjaarsdag kwam hij erachter dat het Verenigd Koninkrijk pulsvissen per direct verbiedt. „Ik had niet zo’n beste Oud en Nieuw.”
Dat ze minder mogen vangen in de Britse zee, vinden ze op dit moment minder zorgelijk. Het schip van de familie heeft een groot eigen quotum, vertelt Vonk. Al is het wel zuur dat ze nu zomaar 13,5 procent verliezen – terwijl ze daar in het verleden wél voor betaald hebben.
Maar de onzekerheid over de toekomst is het lastigst. Voor hun eigen familie, en ook voor andere eilanders die van vis afhankelijk zijn. „Er leven elf gezinnen van ons bedrijf”, zegt Vonk.
Het schip van Koos Boersen en zijn vader vaart elke week uit met zes man aan boord. „We zijn met z’n zevenen – om de beurt blijven we een week thuis.”
Want ja, wat gebeurt er over 5,5 jaar? Voor hetzelfde geld sluit het VK de wateren dan wél voor Europese vissers. Eigenlijk wil Vonk een nieuw schip. Hij wil duurzamer varen, zuiniger. Maar een nieuw schip kost 6 à 7 miljoen euro. De markt is slecht, zegt hij, de Klasina-J levert nu „met geluk” 1 miljoen op. „En de banken beginnen er niet aan. Die zeggen ook: hoe gaat dat verder, met de Brexit?”
Door Teri van der Heijden
Niels Dekker
‘Even snel een paar rozenstelen bestellen zit er voor Britten niet meer in’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66086529-c9fa09.jpg|//images.nrc.nl/smGf7cecRqmEQYHc-S5ohehjxbc=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66086529-c9fa09.jpg)
Niels Dekker van J. van Vliet BloemenexportFoto David van Dam
Een telefoontje om 1 uur ’s middags uit Engeland. Of een klant nog twintig stelen van die ene soort lichtroze rozen kan bijbestellen voor de zending die over een uurtje vertrekt. Het was tot 31 december geen probleem voor J. van Vliet Bloemenexport uit Naaldwijk. Rozen uit de koeling, factuurtje schrijven, de vrachtwagen in en nog geen dag later waren de bloemen in het Verenigd Koninkrijk. „Mensen konden altijd nog wel bijbestellen”, zegt commercieel coördinator Niels Dekker.
Die flexibiliteit is verdwenen. Naast de factuur moeten nu ook douanedocumenten worden opgemaakt. Extra gegevens invullen en dan hopelijk een stempel erop. Maar aangezien leveringen nu op papier langs de douane moeten, kan Van Vliet eruit worden gepikt voor controle. Een beambte controleert dan ter plekke de vrachtwagen. Staat een lading verse snijbloemen gerust drie tot vier uur stil. Toch vervelend als je op dat moment al op de boot had moeten staan in Hoek van Holland of Europoort.
De Brexit is volgens Dekker „behoorlijk verwarrend”. „Je bereidt je voor, maar dan loop je in de praktijk toch tegen dingen aan. Een factuur die er net weer anders uit moet zien. Een bepaald nummer dat niet klopt. En als de factuur onjuist is, gaat de slagboom bij de grens gewoon niet open.”
Het voordeel voor Van Vliet is dat ze ook eigen vestigingen in het Verenigd Koninkrijk hebben, cash & carries waar bloemisten kunnen kopen wat ze nodig hebben. Administratief en financieel voordeliger. „Je levert aan één bv. Je hebt maar één set importdocumenten nodig van 100 euro per stuk. Heb je tien losse klanten, dan heb je tien van dat soort sets nodig.”
Toch heeft de bloemenexporteur ook nog wel een aantal losse Britse klanten aan wie hij direct levert. En die blijken minder goed voorbereid. Dekker: „Ze hebben zich er maar weinig in verdiept. De tendens is ‘de nieuwe situatie is het probleem van de leverancier’. Ja, zeggen wij dan, het is jullie keuze om uit de EU te stappen, niet de onze.”
Voor Van Vliet rijden er dagelijks twintig vrachtwagens op en neer. Die zijn „tot de nok toe” gevuld met bloemen en planten. Ongeveer 22 tot 24 pallets met rozen, tulpen, gerbera’s en chrysanten gaan richting het VK.
Dekker denkt dat na deze „verwarrende periode” straks een tijd aanbreekt waarin iedereen wel gewend is aan de nieuwe situatie. „Alleen zullen ze er rekening mee moeten houden dat ze echt tijdig moeten bestellen.”
Wat dat betreft, is hij wel blij dat de echte Brexit in januari plaatsvindt. „Dan zakt de handel altijd wat in. De feestdagen zijn geweest, mensen geven even wat minder bloemen aan elkaar. Je moet er niet aan denken dat dit op 9 februari was gebeurd, net voor zoiets als Valentijnsdag. Dan hadden we er nog veel meer last van gehad.”
Door Jorg Leijten
Thom Olsthoorn
‘We hopen dat de groei komende tijd doorzet’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/web-0901zatecoolsthoorn.jpg|//images.nrc.nl/erPYi4j4_rcTvMet0zdrVBsSPCo=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/web-0901zatecoolsthoorn.jpg)
Bij pallethandel Lievaart & Slaghuis moeten nu ook pallets voor VK verhit. Foto David van Dam
Maanden de tijd gehad, nu willen sommige klanten in „een middagje” geholpen worden, zegt Thom Olsthoorn. Bij pallethandel Lievaart & Slaghuis in Hoek van Holland, waar hij verkoopmanager is, is het sinds 1 januari drukker dan gewoonlijk. Niet omdat klanten opeens meer pallets nodig hebben, maar omdat de pallets sinds die dag allemaal een speciale oven in moeten vóórdat ze naar het Verenigd Koninkrijk mogen. En daar waren niet alle bedrijven op voorbereid.
Het is typisch één van die talloze kleine veranderingen die gelden sinds de overgangsperiode van de Brexit op 1 januari afliep: pallets die naar de Europese Unie komen, of die het Verenigd Koninkrijk ingaan, moeten hittebehandeld worden. Zo sterft ongedierte dat zich mogelijk in het hout bevindt. „Parasieten of insecten”, zegt Olsthoorn. „In sommige landen hebben die dieren geen natuurlijke vijanden.” Als een Europees boktorretje in China of Australië terechtkomt, ben je je bos daar zo kwijt.
Alleen: „Engeland is wel een slecht voorbeeld.” Hittebehandelen is al jaren een normale maatregel voor pallets die de EU verlaten en binnenkomen. Maar ja, in het geval van het VK voelt het toch een beetje als een „wassen neus”. Decennialang was het niet nodig, en de insectenpopulatie aan de andere kant van Het Kanaal is niet fundamenteel anders dan die in de EU.
Het moet nu eenmaal. Dus gaan bij Lievaart & Slaghuis nu meer pallets dan ooit door de oven: een soort grote hal, waar zo’n duizend pallets per keer worden opgewarmd tot het in de kern van het hout 56 graden is. Duurt iets meer dan een half uurtje, maar je kan toch maar twee rondes per dag doen: „Het is geen magnetron of zo”, zegt Olsthoorn. „Die oven moet je inladen, opwarmen, afkoelen.”
Het bedrijf hoopt dat de Brexitregels een kans bieden. Bestaande klanten zijn sinds september veelal overgestapt naar hittebehandelde pallets. „Sommige klanten kunnen zich echt niet veroorloven dat de lading tegengehouden wordt, met versproducten bijvoorbeeld”, zegt hij. Maar er komen ook nu nog aanvragen binnen van bedrijven die eerder geen klant waren. Die hebben dus nu pas door dat óók de palletregels veranderen, vermoedt hij. En ze stappen dan over naar zijn bedrijf: niet elke pallethandel heeft zo’n oven.
„Ze vragen: hoe werkt dat? Wat kost het? Kunnen we daar meteen verwarmen?” Bij Lievaart & Slaghuis hopen ze dat die groei de komende maanden doorzet. Aan z’n maximale capaciteit zit hij nog niet, zegt Olsthoorn, maar je moet wel rekening houden met drie werkdagen wachten.
En als dat voor een klant niet snel genoeg is? Tsja, nu is de controle nog niet zo streng. Deze formaliteit lijkt nog even geen prioriteit te hebben boven andere kwesties, zoals de juiste documenten, zegt Olsthoorn. Maar de grote vraag is: wat gaat de douane de komende maanden doen? Olsthoorn: „Ik heb begrepen dat ze er meer op gaan letten wanneer het allemaal wat beter loopt.”
Door Milo van Bokkum