Dwangvoeding of toch zelf beslissen over behandeling van eetprobleem?

Eetstoornis De behandeling van een 15-jarige anorexiapatiënt is inzet van een rechtszaak. In hoeverre is iemand die hongert wilsbekwaam?

Elk jaar krijgen 1.300 mensen in Nederland anorexia nervosa. De persoon op deze foto komt niet in het verhaal voor.
Elk jaar krijgen 1.300 mensen in Nederland anorexia nervosa. De persoon op deze foto komt niet in het verhaal voor. Foto Laif/Hollandse Hoogte

Via een spoedprocedure bij het gerechtshof in Leeuwarden probeert een moeder uit Drenthe een relatief nieuwe behandeling voor het eetprobleem van haar vijftienjarige dochter af te dwingen. Het tienermeisje lijdt aan anorexia nervosa en als zij niet op zeer korte termijn een behandeling ondergaat waar het meisje zelf ook nadrukkelijk achter staat, is de kans reëel dat ze zichzelf uithongert en komt te overlijden. Volgende week maandag behandelt het gerechtshof de zaak achter gesloten deuren.

De moeder, Wilma Mulder, laat zich bijstaan door de Amsterdamse advocaat Richard Korver en heeft ook Defence for Children en de Kinderombudsman ingeschakeld voor juridisch advies. Advocaat en moeder vragen het gerechtshof om een bijzonder curator te benoemen „die onafhankelijk en deskundig alleen de belangen van het kind behartigt”. De behandelaars zouden nu „weinig of geen waarde” hechten aan de wens van het meisje terwijl haar zelfbeschikkingsrecht is verankerd in de Grondwet en zij in het kader van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst als vijftienjarige het recht heeft zelf mee te beslissen over haar behandeling.

Een uitzonderlijke en uiterst schrijnende zaak, reageren hoogleraren Johan Legemaate en Mariëlle Bruning. Hij doceert gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, zij jeugdrecht aan de Universiteit Leiden. Een second opinion van een eetstoornisdeskundige lijkt hun onontkoombaar. Tegelijkertijd staan alle betrokkenen voor „een duivels dilemma”, benadrukken ze. Kan het meisje de autonomie aan als de aan haar opgelegde dwangbehandeling wordt vervangen door een nog niet wetenschappelijk bewezen psychotherapie? Het is niet uitgesloten dat ze er alsnog aan onderdoor gaat. Bruning: „Durven we dat als samenleving aan?”

Dwangvoeding

De tiener wordt sinds haar dertiende behandeld voor haar eetprobleem. Dat gebeurt onder begeleiding van Accare, een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie in het noorden. Ondanks dwangvoeding van bijna een jaar blijft het bergafwaarts gaan. Ook nadat de kinderarts van het UMC Groningen zich genoodzaakt zag het meisje tegen haar wil in het ziekenhuis op te nemen en zes weken in een kunstmatige coma (sedatie) te brengen om haar te voeden. Dwang werkt averechts, verklaart de moeder ten einde raad: haar dochter gaat op slot als ze moet eten. Ze weegt nu nog geen 35 kilo en is ernstig ondervoed.

Zelf vraagt het pubermeisje al vanaf april vorig jaar om een innovatieve psychotherapie vanuit Past Reality Integration (PRI). Het is een combinatie van cognitieve gedragstherapie en traumabehandeling die zich nog niet wetenschappelijk heeft bewezen maar al wel succes heeft geboekt en aanhang vindt bij psychologen onder wie ook lector residentiële jeugdzorg Peer van der Helm. De aanpak ziet af van dwang, geeft het meisje autonomie en besteedt ook aandacht aan haar problemen van zelfverminking, suïcidegedachten en paniekaanvallen. Nu komen die pas aan bod als ze is aangekomen en een basisgewicht heeft bereikt. Een intake voor PRI is gedaan, de ouders stemden in, maar de behandelend kinderarts zag de samenwerking niet zitten. Hij vond het risico op overlijden te groot waarna de vader van het meisje zijn toestemming alsnog introk.

De kinderarts heeft de kwestie ook aangemeld bij Veilig Thuis Groningen nadat beide ouders, gescheiden in 2013, het niet eens konden worden over de behandeling. Een loyaliteitsconflict – kiest ze voor haar vader of haar moeder – zou het meisje verhinderen weer op streefgewicht te komen. Na de melding besloot de kinderrechter het gezag van beide ouders tijdelijk te beëindigen en inmiddels ligt er een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om definitieve gezagsbeëindiging. Ook daartegen tekent de moeder beroep aan. Noch de Raad voor de Kinderbescherming noch Veilig Thuis heeft het meisje hierover gehoord, zeggen de moeder en haar advocaat, terwijl dat gezien haar leeftijd wel had gemoeten.

De zaak-David

Intussen stemmen ook de twee voogden van het meisje niet in met de PRI-therapie terwijl zij daar zelf nog altijd op blijft aandringen. In dit verband wijzen raadsman en moeder op een uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam van juli 2017. David, een jongen van twaalf had een hersentumor, zijn vader wilde in tegenstelling tot zijn moeder dat hij een chemokuur onderging, maar het hof oordeelde dat hij niet tot behandeling kon worden gedwongen zolang hij dat zelf niet wilde. Ook in een levensbedreigende situatie heeft een minderjarige zelfbeschikkingsrecht, benadrukt Korver, in dit geval: het recht op de PRI-behandeling. Haar wil kan een belangrijke factor zijn de aanpak te laten slagen.

Maar in hoeverre is een meisje dat zichzelf uithongert nog wilsbekwaam? De voogden hebben na de kerstdagen via de rechter een zorgmachtiging aangevraagd en gekregen. Ze werd onder dwang overgebracht naar het UMC Utrecht. De raadsman: „Haar wordt voortdurend een behandeling opgelegd die ze pertinent niet wil. Sowieso kun je je afvragen: welke rechtsbescherming heeft dit meisje gehad? Ze werd destijds tegen haar zin in het ziekenhuis in Groningen opgenomen en zes weken in coma gehouden en gevoed zonder zorgmachtiging. Als het hof meent dat onvoldoende is gebleken dat ze wilsbekwaam is, verzoeken we met spoed een deskundig kinderpsycholoog of kinderpsychiater aan te stellen om dat te onderzoeken.”

„Buitenproportioneel”, noemt Mariëlle Bruning het voornemen tot definitieve gezagsbeëindiging dat voor beide ouders dreigt. Ze vindt het een „te zware maatregel die ernstige inbreuk maakt op de mensenrechten van ouders en het kind zelf.” Zo’n maatregel lijkt hier niet te passen, zegt ze. „Dat doe je alleen als ouders niet meer in staat zijn de verantwoordelijkheid voor hun kind in de toekomst op zich te nemen. Maar hier gaat het om een tijdelijk conflict, zoals ook gold voor de zaak-David. Daar werd gekozen voor een tijdelijke maatregel van ondertoezichtstelling van de ouders.” Zoals soms ook gebeurt bij Jehova’s getuigen als ouders om geloofsredenen bloedtransfusie bij hun kind weigeren.

Wat zou de hoogleraar jeugdrecht in dit geval doen behalve een second opinion vragen? „Ik denk dat het een goed idee is dat een bijzonder curator wordt aangesteld als belangenbehartiger voor het kind alleen. De voogden reageren vaak: dat hoeft niet, want wij zijn er ook voor het belang van het kind. Maar voogden moeten ook altijd iets met ouders. Zij zitten ertussenin of ze willen of niet, en soms zitten ze klem. De bijzonder curator is er echt alléén in het belang van het kind. En die lijkt me in deze zaak broodnodig.”