Verstoring van het democratisch proces en kiezersbedrog. Dat heeft volgens politicoloog Joop van Holsteyn Kasja Ollongren straks op haar geweten als zij zich als lijstduwer op de D66-kandidatenlijst voor de Tweede Kamer laat plaatsen, met de zekerheid dat zij sowieso geen zitting zal nemen. (Lijstduwers bedriegen de kiezers, 29/12.) Formeel is er uiteraard geen beletsel voor die kandidatuur. Iemand die wordt gekozen, moet aan de Kiesraad laten weten of hij of zij de benoeming aanvaardt. Een formele verplichting tot aanvaarding is er niet. Over de vraag of een ‘loze’ kandidatuur in strijd is met de politieke zeden, kun je twisten. Bedenkelijker is als iemand die ‘verkiesbaar’ staat onverwacht afziet van de zetel. Er waren in het verleden gekozenen die dat deden. In 1977 bijvoorbeeld de nummer acht op de D66-lijst (D66 haalde acht zetels) en in 2002 de nummer 42 van het CDA (dat 43 zetels haalde). Daarbij zijn vraagtekens te plaatsen, al denk ik niet dat ook daardoor het democratische proces verstoord raakte. Als iemand zich op een lijst laat plaatsen en netjes meldt dat dit alleen ‘ter ondersteuning’ is, dan is dat toch geen probleem. Velen gingen Ollongren voor: Remi Poppe (SP), Bas de Gaay Fortman (PPR en GroenLinks), Pieter Winsemius (VVD) en André van der Louw (PvdA). Het is waar dat verkiezing van een lijstduwer via voorkeurstemmen denkbaar is, zoals bij Hilbrand Nawijn in 2003 gebeurde en bij de Europese verkiezingen met Geert Wilders. Het is echter een onderschatting van de kiezers te denken dat die zich door Ollongren ‘bedrogen’ zullen voelen, als die haar zetel niet inneemt. Dat het democratische proces door dergelijke kandidaturen wordt verstoord, is nooit gebleken. Als Ollongren al wordt gekozen, en als zij de benoeming niet aanneemt, dan komt er gewoon een ander van de D66-lijst voor haar in de plaats.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kamerverkiezingen
Kiezers begrijpen dat lijstduwer ‘ter ondersteuning’ is
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65926669-816381.jpg)
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 4 januari 2021.