Geloof een architect nooit op zijn woord. Zo zei Willem Kromhout, de architect van het American Hotel aan het Leidseplein, eens dat hij een hekel had aan Art Nouveau, de stijl die omstreeks 1900 in heel Europa in de mode was. „Een ziekelijke fantasie”, noemde Kromhout Art Nouveau, een „stijl van zeewierkronkelingen” die alleen geschikt was voor „stoffeerders, behangers en meubelfabrikanten”, en niet voor „ernstige architecten als hijzelf”.
Toch vallen in het smeedwerk, tegeltableaus en andere decoraties in het American Hotel wel „zwierige lijnbewegingen van de naar extravagantie neigende overgangsstijl” te zien, zo moest architectuurhistorica Ida Jager in 1992 toegeven in haar monografie over Kromhout. Maar het waren er te weinig om het gebouw als Art Nouveau te kwalificeren, vond ze. Volgens haar was Arabische bouwkunst een veel belangrijkere inspiratiebron voor Kromhouts hotel dan de slaoliestijl, zoals de kronkelige Art Nouveau in Nederland bekend stond wegens een beroemd, zwierig reclame-affiche van Art-Nouveaukunstenaar Jan Toorop voor Delftse slaolie. „Een luchtig, semi-Marrokaans gebouw”, noemde een recensent Kromhouts belangrijkste schepping dan ook bij de opening van het hotel in 1902.
Onverwacht groot aantal
Niettemin staat het American Hotel nu tussen vele tientallen andere gebouwen en nog meer winkelpuien, glas-in-loodramen, tegeltableaus en andere ornamenten in het onlangs verschenen, rijk geïllustreerde Art Nouveau in Amsterdam 1895-1910. Een onverwacht groot aantal voor een stad, waarover bijvoorbeeld de gids Amsterdam Architectuur stellig beweert dat „Art Nouveau er vrijwel geheel ontbreekt”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65789224-84dff7.jpg|https://images.nrc.nl/RtmL-5OFltlPleANkYl-6hH6Gy8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65789224-84dff7.jpg|https://images.nrc.nl/rsV8Pzf2kQCJoWZZnTzE-Ehv4FY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65789224-84dff7.jpg)
In de even gedegen als overtuigende inleiding legt Max Put, architectuurhistoricus en samensteller van Art Nouveau in Amsterdam , uitgebreid verantwoording af voor zijn verrassend rijke oogst. Een wonderlijke, internationale stijl, noemt Put Art Nouveau, die in Duitsland Jugendstil heet, in Oostenrijk Secession en die in Rusland en Spanje als Modernisme bekend staat. Niet alleen de naam van de stijl verschilt per land, legt Put uit, ook de kenmerken. In de metro-ingangen van Hector Guimard in Parijs en in de Brusselse huizen van Victor Horta overheersen bijvoorbeeld de zeewierkronkelingen, maar in Moskou en Wenen is de Art-Nouveau-architectuur eerder hoekig dan zwierig. Eigenlijk was Art Nouveau niet zozeer een stijl als wel een internationale beweging van architecten en vormgevers die streefden naar een nieuwe architectuur die brak met de 19de-eeuwse neostijlen, concludeert Put.
De hoekige baksteen beperkte de mogelijkheden van een zeewierachtige architectuur aanzienlijk
Het bijzondere karakter van de Nieuwe Kunst, zoals de Art Nouveau in Nederland werd genoemd, werd bepaald door twee factoren, legt Put ten slotte uit: de baksteen, het Nederlandse bouwmateriaal bij uitstek; en H.P. Berlage, die in het laatste decennium van de 19de eeuw uitgroeide tot de invloedrijkste architect van Nederland. De hoekige baksteen beperkte de mogelijkheden van een zeewierachtige architectuur aanzienlijk. En in zijn streven naar een nieuwe architectuur predikte Berlage een „rationalistische” benadering, die hem de reputatie van voorloper van het twintigste-eeuwse zakelijke Nieuwe Bouwen zou bezorgen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65784914-a93d77.jpg|https://images.nrc.nl/RWVzzYF-GZsWivOB_iuWRaHQRCI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65784914-a93d77.jpg|https://images.nrc.nl/K0rljhczsvvOguGWdz5SCRFUfMo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65784914-a93d77.jpg)
Maar net als Kromhout was Berlage een architect die niet op zijn woord kon worden geloofd. Want hoewel hij beweerde dat zijn sobere baksteenarchitectuur „rationalistisch” was, liet hij achter de tekentafel alle redelijkheid varen en ontwierp hij gebouwen die een mengelmoes waren van oude en nieuwe stijlen. Ook zijn bekendste gebouw, de Beurs van Berlage, de sobere baksteenkolos aan het Damrak die nog altijd – ten onrechte – algemeen wordt beschouwd als een voorloper van de modernistische architectuur in Nederland, is met onder meer de wandschilderingen en tegeltableaus van Art-Nouveaukunstenaars als Jan Toorop en Richard Roland Holst onvervalste Nieuwe Kunst.
De grote invloed van Berlage
Berlages sobere, hoekige, bakstenen versie van Art Nouveau was buitengewoon invloedrijk, zo laat Art Nouveau in Amsterdam zien. Zo zou een Belg het eclectische bakstenen hoekpand in de Jan Luijkenstraat van Ed. Cuypers nooit als een uiting van Art Nouveau herkennen. En zelfs Gerrit van Arkel, een van de bekendste, onvervalste Art-Nouveau-architecten in Amsterdam die de gevels van zijn gebouwen bij voorkeur met natuursteen bekleedde, hield het sober en zwaar. Zo is zijn Gebouw Astoria uit 1905, een curieuze mini-wolkenkrabber op de hoek van de Keizers- en Leliegracht, een oefening in Belgische zeewierstijl met de handrem van de Berlagiaanse soberheid erop.