Zij gaan gezonder doen
Jesse Mellema (22): ‘Ik wil ondernemen, daar krijg ik echt energie van’
Jesse Mellema (22) uit Groningen, student sportkunde en ondernemer
‘Toen de sportscholen dichtgingen, wilde ik blijven trainen. Samen met mijn vader heb ik toen een eigen trainingsrek gebouwd. Ik zocht een filmpje op YouTube bij wijze van bouwtekening en vroeg mijn vader: kunnen we dit maken? Hij heeft de constructie uit het filmpje digitaal getekend en had nog wat houten planken liggen. Twee volle dagen heb ik gezaagd, lekker met mijn shirt uit en een muziekje aan. We zijn een paar keer naar de bouwmarkt gereden voor wat onderdelen – schroeven, scharnieren, lijm. Op Marktplaats kocht ik een stang, van een vriend kreeg ik gewichten en een bankje en de dumbbells mocht ik van de lokale sportschool in Drachten lenen, zolang zij dicht waren.
„Ik heb de hele coronaperiode gebruik gemaakt van mijn persoonlijke gym. Ik kon er allerlei krachtoefeningen doen: pull-ups, overhead press voor de schouders, squats voor de benen en billen, armoefeningen.
„Op Instagram kreeg ik zoveel reacties dat ik dacht: misschien moeten we dit gaan produceren en verkopen. Maar ik was ondertussen ook bezig met een ander concept, Studentprep, en besloot me daarop te concentreren. Ik leverde gezonde kant-en-klaarmaaltijden en dat liep goed, mensen bestelden eten voor de hele week.
„De maaltijden heb ik daarna verder ontwikkeld en vanaf 2021 zijn ze ook verkrijgbaar in vending machines. Ik heb inmiddels een investeerder gevonden, dit jaar worden de eerste automaten geplaatst in Groningen. Het imago van kant-en-klaareten is slecht, maar als je sport en een gezonde levensstijl hebt, wil je soms ook gemak. Je wil dan wel precies weten hoeveel koolhydraten, eiwitten en vetten er in een maaltijd zitten, dus dat zetten wij op de verpakking. Wat er aan het eind van de dag overblijft, gaat naar de Voedselbank.
„Dat ik nu een eigen trainingstoestel heb en een bedrijf gericht op gezonde voeding, komt door corona. Een jaar geleden was ik nog veel aan het stappen, roken en drinken – ik zie de herinneringen daarvan op mijn Snapchat. Ik ben gestopt met roken, en verlang nooit meer naar tot diep in de nacht uitgaan en zuipen. Ik ben gaan beseffen dat ik wil ondernemen, daar krijg ik echt energie van.” (CV)
Noortje Blommers (31): ‘Mijn eetgewoonten waren vrij belabberd’
Noortje Blommers (31) uit Oosterhout, supermarktmedewerker
‘Ik werk al meer dan vijftien jaar bij de Lidl, ben op mijn zestiende begonnen als hulpkracht. Intussen ben ik allround medewerker – ik sta bij de broodafdeling, bij de groenten en het fruit, zit achter de kassa. De hele week ben ik in de zaak.
„De coronatijd heb ik aangegrepen om iets te doen aan mijn eetgewoontes én aan mijn toekomstplan. Ik denk dat ik meer in mijn mars heb, maar ik had het vertrouwen niet. Afgelopen jaar heb ik veel gesprekken gevoerd met vriendinnen en een coach, om uit te zoeken wat bij me past. Nu doe ik naast het werk in de supermarkt een opleiding tot beroepsfotograaf. Ik wil me specialiseren in portretten van (huis)dieren en natuurfotografie.
„Mijn eetgewoonten waren vrij belabberd. Ik at nooit groente en fruit en dronk te weinig water. Nu maak ik ’s ochtends een groentensmoothie met spinazie, avocado, banaan en sinaasappel. Voor de lunch eet ik yoghurt met muesli en blauwe bessen en als tussendoortje tomaat en komkommer in plaats van chips. ’s Avonds eet ik niet meer alleen vlees en aardappelen, maar ook groente erbij. En ik neem elke dag een grote fles water met munt en citroen mee naar mijn werk.
„Ik ben nog steeds te zwaar, maar voel me nu zo anders. Veel fitter, minder pijnklachten en ik heb overduidelijk meer energie. Ik was altijd moe ’s avonds en viel vroeg in slaap op de bank, dat heb ik nu niet meer. Na een dag in de supermarkt heb ik nog zin om dingen van mijn to do-lijstje te doen in plaats van te gaan liggen: schoonmaken, foto’s uitzoeken, een ondernemingsplan schrijven. Soms maak ik samen met mijn vriend een avondwandeling, dat deden we voorheen nooit. Elke zaterdag en zondag gaan we de natuur in en ik rijd twee keer per week paard.
„Dit jaar wil ik nog meer afvallen, mijn studie afmaken en een website met mijn portfolio lanceren. Het werk bij de Lidl bouw ik langzaam af, mijn doel is over een paar jaar te kunnen leven van de fotografie. Vorig jaar mocht ik twee bruiloften fotograferen, dat gaf vertrouwen, maar uiteindelijk wil ik me onderscheiden met dierenportretten.” (CV)
Pauline van der Pol (56): ‘Zonder wijn gaat het beter en dat geeft me vertrouwen’
Pauline van der Pol (56) uit Zeist, communicatieadviseur
‘Het is bijzonder om in dit coronajaar toch iets belangrijks te bereiken. Ik ben in oktober begonnen met een cursus om in negentig dagen te ‘ontwijnen’. Ik dronk te veel en te vaak, bijna elke dag. Hoeveel precies vind ik niet relevant om te zeggen, want te veel is voor iedereen anders. Het gaat erom dat ik het zelf een probleem vond en ervan af wilde. Ik sliep ook slecht.
„Ik heb drie heftige jaren achter de rug: baan opgezegd, relatie beëindigd, verhuisd, mantelzorg verleend. Ik had veel te verwerken en gunde mezelf wijn, dat gaf me troost. Ook bij sociale afspraken is het er altijd, wijn hoort bij gezelligheid. Als je lekker hebt gekookt en de tafel mooi dekt, laat je toch ook niet de kaarsen achterwege? Toch leer ik om afscheid te nemen van die gedachte – een gezellige avond kan ook zonder wijn. Ik gun mezelf nu vaak een virgin bloody mary. De cursusleider houdt niet van vervangen, maar ik zie het als een tussenstap.
„Sporten, tennis en yoga helpt ook enorm. De eerste keer dat ik met een racket op de baan stond, moest ik huilen. Tranen van verdriet én geluk – met alcohol demp je veel gevoelens en nu voelde ik dat mijn lijf actief was en hoe fijn het is om helder te zijn.
„Doordat het sociale en professionele leven door corona op een laag pitje stond, was dit voor mij hét moment om mijn drankgebruik aan te pakken. Ik ben niet bang dat ik het niet volhoud als het normale leven weer op gang komt, ik ervaar steeds dat ik zonder drank kan en dat geeft vertrouwen. Ik ben nog niet waar ik moet zijn, maar mijn doel is om in 2021 het heldere en fitte gevoel te behouden en beter te slapen. Ik heb laatst bij een etentje wijn gedronken en voelde meteen: ik kan er goed mee omgaan, maar ik weet dat het beter is om het niet te doen. Je moet het zien als een relatie: als die voorbij is, is het niet handig om seks met je ex te hebben.” (CV)
Dries Beer (25): ‘Ik ben zwaarder geworden en voel me er relaxed bij’
Dries Beer (25) uit Amstelveen, accountmanager
„De afgelopen vier jaar heb ik fanatiek geroeid. Mijn vrije tijd stond in het teken van trainen, wedstrijden, voorbereiden, gezonde maaltijden maken, materiaal onderhouden en op tijd gaan slapen. Ik werk 32 uur per week zodat ik het kan combineren met sporten.
„Voor roeien is conditietraining het belangrijkst, dus dat deed ik veel – twaalf tot vijftien uur per week in de roeiboot op het water. Ik was vrij licht als roeier, door het intensieve schema gericht op conditie was er geen tijd om te focussen op kracht.
„Tijdens de coronaperiode ging het wedstrijdseizoen niet door, we mochten niet meer samen of alleen in de boot trainen, de roeiclub was dicht. Daardoor was de mogelijkheid om sterker te worden er ineens wel. Ik heb mijn trainingsschema losgelaten en ben vijf keer per week krachttraining gaan doen. Daarnaast deed ik nog maar een paar conditietrainingen, daarvoor ging ik spinnen of roeien op de roeimachine. Voor mij als sporter is dat een enorme ommezwaai.
„Ik ben een stuk zwaarder geworden, ben van 79 naar 87 kilo gegaan en dat is vooral spiermassa. Ik voel me er relaxed bij, ik zie dat ik meer body heb en dat voelt goed. Het heeft ook een positief effect op mijn roeiprestaties: dat meet ik op de roeimachine. Ik zie dat ik sneller ben dan vorig jaar rond dezelfde periode. Als corona straks voorbij is, kan ik een zwaarder roeitrainingsschema aan.
„Een jaar lang zo radicaal anders trainen en de inzichten die ik daarbij heb gekregen, zorgen hopelijk voor een blijvende verandering. In 2021 wil ik meer in blokken gaan werken: een krachtblok van een aantal weken afwisselen met een blok duurtrainingen. De kracht die ik nu heb, is er dankzij corona. Dat was zonder de tijd die er vrijkwam nooit gelukt.” (CV)
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679030-ffc6a3.jpg|//images.nrc.nl/3blOpwAVIJqFRmIJxNPmWMlJ6sU=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679030-ffc6a3.jpg)
Wilbert van de Kamp.Foto Roger Cremers
Zij gaan het rustiger aan doen
Wilbert van de Kamp (32): ‘Na een dag boerderij heb ik meer compassie voor anderen’
Wilbert van de Kamp (32) uit Groningen, sociaal ondernemer
‘Zonder de lockdown had ik niet geweten dat buiten bezig zijn zo lekker voelt. Ik leidde een jachtig leven, met ongelooflijk veel logistieke vraagtekens. Heb ik vandaag een auto tot mijn beschikking? Moet ik een hotel regelen? Kan ik bij vrienden slapen? Omdat ik vaak word gevraagd als dagvoorzitter, reisde ik het hele land door, soms zelfs Europa. Ik was nooit thuis. Toen ik tijdens de lockdown thuis vol energie verderging met eigen projecten zoals Omapost, waarmee je kaartjes kunt sturen naar ouderen, kwamen de muren al snel op me af. Ik voelde een enorme behoefte om naar buiten te gaan.
„Ik besloot toen een dag per week op de biologisch-dynamische boerderij van vrienden te gaan werken. Zeven uur ’s ochtends vertrekken, dertig kilometer fietsen, begroet worden door honden, de kas in, courgettes plukken en op het land schoffelen. Heerlijk. Ik word niet afgerekend op deadlines. Tegelijkertijd is het confronterend. In de kas kom ik erachter hoe vaak ik naar mijn telefoon wil grijpen. Omdat mijn handen onder de modder zitten, lukt dat niet.
„Werken in de kas geeft rust. Ik ben met die ene aubergine bezig, er is geen enkele afleiding. ’s Avonds kom ik moe thuis, maar ben ik in mijn hoofd totaal uitgerust. Ik kan best gefrustreerd reageren op mensen, maar na zo’n dag op de boerderij heb ik meer compassie voor anderen. Ik voel ook meer, of het nou blijdschap is of verdriet.
„Het voornemen om meer met mijn handen te werken wil ik vasthouden. Daarom heb ik onlangs juiststraks.nu opgericht, voor al die mensen die ook hun voornemens willen volhouden. Een kunstenaar kan je daarbij helpen. Zelf heb ik bijvoorbeeld een schilderijtje gekregen met daarop een landarbeider die op een akker werkt. Elke keer als ik ernaar kijk, weet ik weer dat ik naar buiten moet. Als ik thuis ben, probeer ik het gevoel van de boerderijdag vast te houden. Uiteindelijk is het de mindset die je leven kan veraangenamen.” (MvB)
Geertje Sanders (38): ‘Even gaan zitten heeft voor mij veel voordelen’
Geertje Sanders (38) uit Arnhem, officemedewerker
‘Ik ben ontzettend goed in het overschrijden van mijn grenzen. Op mijn dertiende kreeg ik last van chronische vermoeidheid als gevolg van een auto-ongeluk. Omdat je dat aan de buitenkant niet ziet, heb ik telkens het gevoel dat ik me moet bewijzen. Wat zullen anderen anders van me denken?
„De combinatie van perfectionisme en anderen willen pleasen maakt dat ik meer wil én doe dan ik eigenlijk aankan. Toch nog even alles opruimen als ik moe van mijn werk thuiskom, net iets langer doorwerken dan goed voor me is en geen ‘nee’ durven zeggen als iemand me vraagt mee uit te gaan. Het gevolg: een hoofd vol watten en geen energie.
„De lockdown is voor mij een eyeopener geweest. Al die jaren ben ik maar doorgegaan, ik moest en zou meedoen in de maatschappij. Ineens hoefde dat allemaal niet meer. Afspraken gingen niet door, zanglessen stopten, verjaardagen werden niet gevierd. Aan de ene kant jammer, want het is natuurlijk leuk, maar het gaf me ook veel rust. En nu weer.
„Yogalessen volg ik nu online, wat voor mij veel relaxter blijkt te zijn. Geen prikkels om me heen, niet bezig zijn met de mensen om me heen die het beter doen dan ik, waardoor ik óók die benen in mijn nek wil kunnen leggen, en zo weer over mijn grenzen ga. Eigenlijk had ik op de yogaschool geen rust in mijn hoofd, terwijl dat juist de bedoeling van yoga is. Thuis is het veel prettiger, ik doe het nu vaker dan ooit.
„Deze periode heb ik eindelijk ervaren hoe het is om het rustiger aan te doen. Minder plannen, minder doen en af en toe gewoon eens even gaan zitten. Het heeft alleen maar voordelen. Ik voel me veel beter en heb zelfs energie over. Natuurlijk wist ik dit wel, maar ik deed het gewoon niet. Ik heb gemerkt dat ‘nee’ zeggen niet eng is. Mijn leven is erop vooruitgegaan en dat wil ik graag zo houden. Ook na deze crisis.” (MvB)
Reuben Alexander (41): ‘Samenzijn met de kids werkt bijna meditatief’
Reuben Alexander (41) uit Amsterdam, eigenaar van een reclamebureau
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65810336-64a89e.jpg|//images.nrc.nl/vng1yvAYrr_xsBJl9rPcsIXv6NY=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65810336-64a89e.jpg)
Foto RVDA
‘Negentien uur per dag maakte ik soms. Als rasoptimist nam ik continu te veel hooi op mijn vork, maar ik kreeg er wél energie van. Ik ben eigenaar van een reclamebureau en ging maar door, de ideeën in mijn hoofd stapelden zich op. En toen was daar ineens de lockdown, en zat ik thuis met mijn verkering en twee kinderen van twee en zes jaar. Ik voelde me oncomfortabel. We kregen zelfs ruzie over wiens werk ‘belangrijker’ was.
„We besloten de dagen in tweeën te hakken. Mijn verkering zou ’s ochtends vier uur werken, ik in de middag, of andersom. Ik bleek in die vier uur veel productiever te zijn én de rest van de dag was ik er helemaal voor mijn kinderen. Wat een wereld van verschil met mijn leven voor corona. Ik was altijd met twee dingen tegelijk bezig: mijn werk en de kinderen. Dan voelde ik me een slechte baas, omdat ik niet de hele dag bereikbaar was, en een slechte vader, omdat ik óók met mijn telefoon in de weer was. Als ik met mijn kinderen speelde, zat mijn hoofd vaak vol met duizend andere dingen.
„De lockdown was een harde reset voor mij. Die halve dag met mijn kids gaat mijn telefoon echt uit. Elke middag voetballen we op straat, stoeipartijen op bed duren geen kwartier maar soms wel een uur, alsof morgen niet bestaat. Lummelen, noem ik het, ofwel: doelloos pret maken. De band met de kinderen is alleen maar sterker geworden. Dat ik er écht voor ze ben, merken zij natuurlijk ook. Ik reageer toch net iets relaxter dan wanneer mijn hoofd vol zit. En met volle aandacht samenzijn met de kids, zorgt ook weer voor een leger hoofd.
„Het werkt bijna meditatief. Het bevalt me zelfs zo goed dat we een dag kinderopvang hebben afgezegd. Ik ren mezelf niet meer zo snel voorbij en besteed meer aan tijd aan lummelen. Dat is uiteindelijk beter voor iedereen.” (MvB)
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679216-206393.jpg|//images.nrc.nl/djkM58_BSDYpWjxKSigR4yvmyWA=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679216-206393.jpg)
Iris Coehoorn en Bouke Kooreman. Foto Roger Cremers
Zij gaan duurzamer doen
Iris Coehoorn (33) en Bouke Kooreman (31): ‘Een duurzaam tiny house bouwen was altijd al een droom’
Iris Coehoorn (33) en Bouke Kooreman (31) uit Utrecht, zij is onderzoeker, hij was managementconsultant, nu tiny-houseadviseur
Iris: „In oktober 2019 begonnen we aan een wereldreis van zeven maanden per trein. Via Rusland kwamen we met, onder andere, de Transsiberië Express uit in Singapore, van waaruit we via China terug naar Europa wilden reizen. Maar toen brak het coronavirus uit. De grenzen met China gingen dicht, we werden gedwongen een nieuw plan te maken. Uiteindelijk besloten we de resterende maanden naar Japan te gaan, waar we door de pandemie tot mei vastzaten.”
Bouke: „In Japan hadden we ineens veel meer tijd dan gepland, geen sociale contacten, en veel ruimte om na te denken over ons leven na de reis. We waren voor de reis al bezig met minimalisme en zero waste – we kochten onze boodschappen zoveel mogelijk verpakkingsvrij. Maar in Japan kwamen we erachter dat we best met nóg minder spullen toe konden.”
Iris: „Een duurzaam tiny house bouwen was altijd al een droom, maar we dachten ook: dat trekken we helemaal niet. Zo’n heel kleine badkamer, een composttoilet – we vonden het een te grote stap. Tijdens de coronacrisis werden we gedwongen ons plan om te gooien, en voelden we: weinig spullen, het maar doen met de opties die voorhanden zijn, veel tijd om onze dag in te delen – dat wilden we vasthouden in Nederland. Een tiny house bleek de beste manier om al die fijne dingen te behouden.”
Bouke: „Het huis van twintig vierkante meter moet zelfvoorzienend worden. Er komen zonnepanelen met een grote batterij, waardoor we ook moeten minderen. Een magnetron én kookplaat kan niet meer. We krijgen een kachel waarmee je op geperste houtkorrels stookt, gemaakt van resthout. We vangen regenwater op en zuiveren dat, en willen minder gaan douchen – eens in de drie dagen. En ja, we krijgen een composttoilet. Het huis moet deze maand af zijn.”
Iris: „Fijn is ook dat onze vaste lasten omlaag gaan, er blijft alleen een beetje huur voor een staplaats in een tiny-housecommunity over. Dat betekent dat we veel minder kunnen gaan werken.”
Bouke: „En dit voorjaar krijgen we een kindje, in ons nieuwe huis. Het zijn grote veranderingen ja, maar dat is juist wat de coronacrisis ons heeft geleerd: flexibel zijn. De ene dag maak je een plan, dat de volgende dag niet door kan gaan.”
Iris: „En dan komt het linksom of rechtsom toch goed.” (AC)
Fenna Janssen (54): ‘Met onze voeten in de aarde vinden we rust’
Fenna Janssen (54) uit Assen, diëtiste
‘In 2018 gingen we voor het eerst voor een vakantie naar ECOlonie – een ecologische woon-werkgemeenschap in de Franse Vogezen, waar zo’n dertig mensen samenleven en werken voor een gemeenschappelijke pot, waarvan iedereen leeft. Het idee is zo te leven, dat je het milieu zo min mogelijk belast. In 2019 kwamen we voor een half jaar terug, begin dit jaar besloten we weer te gaan.
„Al snel brak toen de pandemie uit en ging Frankrijk in een strenge lockdown. Eten op de binnenplaats moest voortaan op afstand en het terrein mochten we alleen nog af voor boodschappen. Maar het gekke was: het werk in de moestuin, het produceren van eigen melk, kaas en brood en het sociale contact onderling, dat ging natuurlijk gewoon door. Mijn man en ik vonden het daarom eigenlijk een heel fijne tijd.
„Voorheen waren we al gecharmeerd van het duurzame leven, tijdens de lockdown kwamen we erachter dat we echt niet zoveel nodig hebben. Dat een composttoilet prima is, en dat een heel kleine woonruimte met een bed midden in de woonkamer, waar óók ons kantoortje is, best bevalt. Voor mijn werk, ik had een opleidingsinstituut voor diëtisten, reisde ik in een net pak het hele land door. Vandaag ben ik twee uur bezig geweest de mouwomslagen van een fleecevest te repareren. Voorheen had ik al láng een nieuwe gekocht.
„Ik ben een boerendochter, en heb me altijd tegen dat leven verzet. Maar misschien is juist het buitenleven wel wat me hier zo trekt. Het nette pak was leuk, maar met onze voeten in de aarde vinden we rust. Het leven is hier overzichtelijker. We ontbijten om kwart voor acht, om half negen gaan we aan het werk. Om half elf gaat de bel en hebben we pauze. We lunchen samen, eten ’s avonds samen.
„Deze zomer besloot ik te stoppen met mijn onderneming, om langer op ECOlonie te kunnen blijven. In februari willen we weer naar Nederland, omdat we een weekendpleegzoon hebben, en mijn man studerende kinderen. Maar ik zei gisteren nog tegen hem: als we terug zijn, dan wil ik niet meer van hot naar her rennen. Ik wil opnieuw in een duurzame gemeenschap wonen, en in hetzelfde ritme blijven leven.” (AC)
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679114-3ecd24.jpg|//images.nrc.nl/PcXNuEm00vG8VZ2rKE-Y0i0HHTE=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65679114-3ecd24.jpg)
Samira Avans. Foto Roger Cremers
Zij gaan het knusser hebben
Samira Avans (33): ‘Iedereen is verliefd op mijn puppy’
Samira Avans (33) uit Utrecht, financieel planner
‘Nadat ik hersteld was van mijn burn-out en nét begonnen was aan een nieuwe baan, sloeg de pandemie toe. Zat ik daar aan mijn eettafel te werken, soms wel zestien uur per dag. Thuisbezorgd reed af en aan. Na een paar weken dacht ik: dit gaat de foute kant op, ik moet een betere balans vinden.
„Ik wilde altijd al een hond, maar dacht: dat is iets voor later – met een man en een kind in een grotemensenhuis. Totdat ik een paar dagen de pup van een vriendin te logeren kreeg. Ik moest huilen toen ze weer weg was. Mijn moeder zei: ‘Waarom neem je er niet gewoon zelf één?’ Twee dagen later was ik op een boerderij in Roermond. De lieve boerin had nog één puppy over uit een nest.
„Luna Louise, roepnaam: Loulou, is mijn succesverhaal van de coronacrisis. Ze is een Tibetaanse shish tzu: zwarte krulletjes, superlief en schattig. Elke ochtend is het weer puur geluk als ze me kwispelend begroet. We hebben veel onrust in de buurt veroorzaakt: iedereen is verliefd op haar, mensen stappen voor haar van hun fiets af. Ze heeft haar eigen Instagram-profiel. ’s Avonds kijken we samen naar The Crown op Netflix, ik op de bank, zij vanuit haar mandje.
„Met mijn moeder deel ik een co-ouderschap. Maandag en dinsdag woont Loulou bij haar, tien minuten rijden verderop, de rest van de week bij mij. Op die manier krijgt ze genoeg aandacht en liefde, ook als de pandemie straks voorbij is. Verder woon ik naast een groot park waar ik haar elke dag kan uitlaten.
„Naast mijn puppy heeft ook een nieuwe hobby mijn leven gezelliger gemaakt: ik ben gaan golfen. Van tevoren dacht ik dat het veel te duur zou zijn en dat ik mij misschien ongemakkelijk zou voelen als enige zwarte vrouw op de baan. Maar met de lesprijs viel het wel mee en ik vond het zo gezellig met mijn medecursisten dat ik mijn theorie-examen én golfvaardigheidsbewijs heb behaald. Golf draait om concentratie en beheerst bewegen. Deze sport heeft mij geleerd dat een activiteit niet per se over the top hoeft te zijn om een gezellige tijd te hebben.” (JK)
Justus van Soelen (30): ‘Onze vriendschappen zijn dieper geworden’
Justus van Soelen (30) uit Amstelveen, salesmanager bij een textielbedrijf
‘In het weekend gingen we veel uit eten, mijn vriendin en ik. Je vond ons samen met een bevriend stel in hippe restaurants of op drukke terrassen. Meestal kozen we een tentje dat tegen sterrenniveau aan zit en lieten we ons betoveren door de mooie gerechten en wijnen.
„Dat was altijd gezellig, maar op zo’n avond waren de gesprekken minder diep. Bij elk gerecht komt iemand iets vertellen aan tafel, je kijkt constant om je heen, ondertussen praat je elkaar bij en voor je het weet is de avond voorbij gevlogen.
„De coronacrisis dwong ons tot het ontdekken van nieuwe vormen van gezelligheid. Nu spreken we regelmatig met bevriende stellen af voor een avond waarop we samen koken, eten en afsluiten met een bordspel. Dat klinkt misschien burgerlijk, maar hierdoor hebben we elkaar écht leren kennen. Onze vriendschappen zijn dieper geworden, merken we.
„Een bevriend stel heeft net een kind gekregen. Daardoor kwam het onderwerp op hoe mijn vriendin en ik zelf over kinderen krijgen dachten. Tijdens een horeca-avondje zou dat dan waarschijnlijk een kort gesprek zijn. Nu konden we er de hele avond over praten.
„We doen deze avonden met twee andere bevriende stellen, waarbij we per keer rouleren. Wie op bezoek komt neemt een flesje bubbels mee, daarna gaan we over op de rode wijn. Qua eten loopt het uiteen, we bedenken elke keer: wat kan ik nu doen om het bijzonder te maken? Dan gaan we bijvoorbeeld even langs bij de poelier. We zijn vooral gefocust op de Italiaanse keuken, maar hebben ook wel eens zelf sushi gemaakt.
„Na het eten doen we een bordspel. Eentje heet Pandemic, een soort Risk, waarbij je verdeeld in teams de internationale uitbraak van een ziekte probeert te bestrijden. Zo’n spel maakt deze crisis draaglijk: voor even ben je alleen daarmee bezig en niet met hoe vervelend en zuur de situatie momenteel is.
„Voor Oud en Nieuw hadden we het plan om een opgeblazen variant van zo’n avond te organiseren, maar door de lockdown met slechts één ander stel. Zes gangen, de hele avond eten, aan de bubbels en dan blijven logeren.” (JK)
Thea van Unen (43): ‘Door de pandemie is hier een soort minidorp ontstaan’
Thea van Unen (43) uit Rijswijk, pr-specialist
‘Waar je normaal gesproken misschien wel jaren doet over het opbouwen van een vriendschap met de buren, is dat hier in een paar maanden tijd gebeurd. De coronacrisis werkte als een snelkookpan.
„Met mijn man en twee kinderen woon ik in de wijk Leeuwendaal, net buiten Den Haag. Door de pandemie is hier een soort minidorp ontstaan: we proberen het zo gezellig mogelijk te maken voor elkaar. Zo’n vijfentwintig gezinnen zijn betrokken bij het organiseren van activiteiten , zoals een poolclub of een hardloopgroepje.
„Dit was al een unieke omgeving, gebouwd op een voormalig landgoed met veel groen. Er woont een mix aan mensen: van starters tot ouderen, van artistieke types tot mannen in rode broeken. De wijk is gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw en voelt met de zigzagstraten, pleintjes en bomen als een Mary Poppins-buurt. Dit seizoen lijkt het net een filmset, door alle kerstverlichting.
„Sinds het begin van de coronacrisis helpen alle leeftijdsgroepen elkaar. Tienermeiden passen op buurtkinderen, moeders helpen elkaar kinderen te brengen en halen van en naar de sportclub, ouderen houden een oogje in het zeil als de kinderen buitenspelen. En als iemand besmet is, zetten we boodschappen voor de deur.
„Iemand die verderop woont heeft als chefkok gewerkt en is een huiskamerrestaurant begonnen, waar je tot de lockdown veilig kon eten. Een andere vrouw zat in de catering, zij kookt verse maaltijden om te bestellen en af te halen. Weer een ander geeft yoga aan huis. In de zomer waren er huiskamerconcerten met zang, piano of viool.
„We hebben één bezorgpunt in de straat voor mensen die een abonnement hebben op groentepakketten van boeren uit de regio. Lekker praktisch en het zorgt voor minder verkeer. Soms zit daar dan een rare kool tussen en maken we er een foodchallenge van: wat kook jij van een koolraap?
„Vóór de nieuwe maatregelen rouleerden we met een veilige vrijdagmiddagborrel, steeds bij iemand anders thuis. Soms eindigden die pas om drie uur ’s nachts, zulke diepe en open gesprekken voerden we. Hiervoor heb ik jarenlang in Amsterdam gewoond, maar ik had er niet aan moeten denken om nu met kleine kinderen in de stad te wonen.
„Met de nieuwe maatregelen gaan de activiteiten door, maar dan wel met heel weinig mensen. We weten elkaar te vinden als het lastig is en we ons hart willen luchten. Zo houden we onszelf positief.” (JK)
Julia Muller (26): ‘Het leven is heel gezellig als je in een camperbus zit’
Julia Muller (26) uit Amsterdam, programmamaker
‘In de zomer werd ik positief getest op corona. Dat was mijn eigen schuld: ik had een rave bezocht in de buitenlucht. De vakantie naar Frankrijk die ik voor mijn vriendengroep had georganiseerd ging daarom voor iedereen niet door, echt een bummer.
„In mijn eenzame quarantaineperiode had ik alle tijd om door Marktplaats te scrollen. Al heel lang droomde ik van een eigen camperbus. Toen zag ik een oudje uit 1983 voorbijkomen. Hoewel ik de vraagprijs niet kon betalen, hadden de verkoper en ik een goede klik, waardoor hij akkoord ging met mijn bod van 4.000 euro. Daar zat ook een gunfactor in: hij merkte aan mijn enthousiasme dat ik er veel plezier aan zou gaan beleven.
„De eerste keer dat ik Willem – zo noem ik mijn bus – in Amsterdam parkeerde voelde het alsof ik mijn kindje achterliet in gevaarlijk gebied, zo spannend vond ik het. Op een boerderij van vrienden is hij vervolgens ingewijd met een logeerpartijtje.
„Het leven is heel gezellig als je in een camperbus zit – ik voel me een brenger van plezier. Je stapt erin en het voelt meteen alsof je lekker kneuterig op vakantie bent. Binnen heb je een uitklapbed, spelletjes, koffie, kaarsen en wijn. Ik heb hem versierd met lichtjes. Het voelt heel bevrijdend dat ik als stedeling een way out heb om mooie plekken van het land te zien.
„Een keer zouden we met een groepje een trip maken naar een natuurgebied, maar liepen we vertraging op omdat een van ons nog op de monteur moest wachten voor een reparatie bij haar thuis. Toen heb ik de bus op de stoep geparkeerd en hebben we daar urenlang gezeten. Op een gasstel hebben we dumplings klaargemaakt, thee en wijn gedronken, spelletjes gespeeld en muziek geluisterd. Verder is Willem geschikt voor drive-inbioscoopbezoekjes en mijn opa vindt het heerlijk om af en toe te worden rondgereden.
„Nu het winter is staat hij opgeslagen, maar ik heb al een eerste tripje gepland voor in maart: oesters rapen in Zeeland. Vijf uur ’s ochtends vertrekken, bus langs het strand parkeren en in de avond dineren met zeevruchten en witte wijn.” (JK)