Ondanks de lockdown was het tijdens Kerst nauwelijks rustiger op de Nederlandse wegen dan vorig jaar. Eerste Kerstdag was op sommige plekken zelfs iets drukker, blijkt uit cijfers over verkeersdrukte die navigatiebedrijf TomTom aan NRC heeft verstrekt.
„Lege snelwegen, lege treinen en bussen, lege kantoren en schoolklassen, lege winkelstraten. Daar moeten we naar terug”, zei premier Mark Rutte (VVD) twee weken geleden toen hij de harde lockdown aankondigde en grote delen van het onderwijs en de detailhandel sloot. Het aantal mensen dat thuis mocht worden uitgenodigd, werd teruggebracht van drie naar twee. Alleen tijdens de kerstdagen mochten nog drie mensen tegelijk op bezoek komen.
Ondanks de strenge maatregelen was het op de Nederlandse wegen tijdens Kerst maar iets minder druk dan in 2019. Op Eerste Kerstdag was het rond sommige steden zelfs iets drukker dan vorig jaar. Het goede weer speelde waarschijnlijk een rol. Veel mensen reden voor een strandwandeling naar bijvoorbeeld Scheveningen, Zandvoort of Bloemendaal, wat leidde tot meer drukte in Haarlem en Den Haag. Ook in Breda, Tilburg, Groningen en Zwolle was het op Eerste Kerstdag iets drukker dan vorig jaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57037818-6fcbc0.jpg)
Hamsterdrukte
Vlak na Rutte’s toespraak op 14 december nam de verkeersdrukte aanvankelijk nog iets toe. Mogelijke oorzaak was hamstergedrag. Op die dag ging zo’n 8 procent meer mensen winkelen dan voor de pandemie gebruikelijk was, blijkt uit cijfers van Google. Supermarkten en drogisterijen werden tot 15 procent meer bezocht.
Er lijkt echter wel een daling in het woon-werkverkeer te zitten. Op 22 december, de laatste datum waarvan data van Google beschikbaar zijn, lag de hoeveelheid verkeer van en naar werkplekken 51 procent lager dan normaal. Voor de harde lockdown was dit nog maar een kwart lager dan normaal.
Thuiswerken vindt het kabinet belangrijk om het aantal besmettingen terug te dringen. Op besmettingen in thuissituaties (van huisgenoten of bezoek) na, vinden de meeste besmettingen op of rond de werkvloer plaats, voorzover de bron bekend is – dat is in ongeveer de helft van de gevallen. Vorige week vond 16,4 procent van deze besmettingen in werksituaties plaats, meldde het RIVM.
Het terugdringen van de mobiliteit – en daarmee het aantal contactmomenten tussen mensen – moet nieuwe besmettingen voorkomen en de druk op de zorg verlichten. Of de harde lockdown daar even goed in slaagt als dit voorjaar, zal na de kerstvakantie duidelijk worden. Momenteel is het aantal verplaatsingen laag, maar de cijfers worden vertekend omdat het kerstvakantie is en veel mensen niet werken.
Het Outbreak Management Team (OMT) constateerde vorige week op basis van data van het Nederlands Verplaatsingspanel een daling van de mobiliteit op het hoofdwegennet en voor werk, onderwijs en – sinds de lockdown – het winkelen. In het panel wordt data over de bewegingen van zo’n achtduizend Nederlanders bijgehouden. Vergelijkingen met de lockdown van dit voorjaar zijn lastig, zei Peter van der Mede, onderzoeker bij het betrokken adviesbureau DAT.Mobility, tegen de NOS. „Mensen wilden nog even dingen inkopen vlak voor de Kerst, werk afmaken voordat de vakantie begint, of de laatste administratie doen. En er is gewoon meer te doen op straat dan in maart. De samenleving is er ook beter op ingespeeld, bijvoorbeeld met horecazaken waar je buiten koffie kan halen.”
Het OMT denkt dat de huidige maatregelen voldoende zijn om het aantal IC-opnames te laten dalen. Wanneer dat gebeurt, is door een „stapeling van onzekerheden”, waaronder het onbekende effect van de kerstvakantie, niet duidelijk. De huidige maatregelen lopen op 18 januari af. Het kabinet maakt op 12 januari bekend hoe het daarna verder gaat.