Dat Yassir (27) het gedaan heeft, in die woeste na-nacht van 2 februari 2019 lijdt niet veel twijfel. Twee verkeersregelaars herkenden hem – de man die de marechaussee arresteerde – als de bestuurder van de Audi A1. Ze zagen hoe hij met hoge snelheid op de afrit van de snelweg een taxi aanreed, die achterstevoren tot stilstand kwam. In de Audi een lege fles wodka. Uit zijn vergrote pupillen werd ook drugsgebruik afgeleid.
De rechter leest de details geduldig voor. Vooral voor de tribune – Yassir is er niet. Hij blijkt voor een andere zaak in een psychiatrische kliniek te worden geobserveerd. „Weet u misschien waar dat verband mee houdt, vraagt de rechter de advocaat. Die aarzelt. Iets „in de relationele sfeer” is het antwoord. Precieze informatie over Yassirs recente gedrag zal hem hier duidelijk niet helpen.
En dus kan de rechter niet vragen of Yassir wist dat de voorbanden glad waren, de auto onverzekerd was. Waarom hij de ademtest, de drugstest én de bloedproef weigerde. En of hij vlak daarvoor op de snelweg ook nog een andere taxi hinderlijk op korte afstand had gevolgd, seinend met groot licht, heftig gebaren makend. Hoe hij daarna de taxi sneed, er pal voor remde en de taxi tot stilstand dwong. Die confrontatie was vastgelegd door de dashcam in de taxi.
Beide taxichauffeurs waren hevig geschrokken. De aangereden chauffeur was geblesseerd aan nek en ribben. Zijn advocaat probeert nu de proces-, de omzet-, letsel- en emotionele schade van drie maanden arbeidsongeschiktheid te vorderen. De whiplash- en angstklachten bewaart hij voor een civiele procedure. Waarna zich een debat met de advocaat van de verdachte ontspint die de claims nogal mager onderbouwd vindt. En de verwondingen vrij licht. De claim van 5.000 euro van de tweede chauffeur wegens schrik- en angstschade moet de rechtbank destilleren uit een gebrekkig ingevuld schadeformulier. De officier zegt in de bijna twee jaar sinds het incident ‘verschillende keren’ te hebben geprobeerd contact te krijgen met deze chauffeur. Vergeefs.
Yassirs strafblad omvat twintig pagina’s. Er staan nogal wat zaken open. De verdachte staat op de lijst van de meest overlastgevende jonge veelplegers in Amsterdam, de zogeheten top-600. Vooral vermogens- en geweldsdelicten. Verder alcohol- en drugsmisbruik. En hij is snel agressief. Deze zaak is een momentopname uit dat leven. Overigens een die voorkomen had kunnen worden.
Yassir was de politie al eerder opgevallen. En wel toen hij in de vroege ochtend op de vluchtstrook met een lege tank stond, met zijn broer. Beiden leken al dronken en bedwelmd. Ze kregen een rijverbod, werden met auto en al door een berger weggetakeld, naar het bureau. Hoe Yassir krap twee uur later met dezelfde auto en nog immer dronken weer op de snelweg reed, blijft een raadsel. „Ik tref dit zo in het dossier aan”, aldus de rechter.
De officier wil Yassir twintig maanden onvoorwaardelijke celstraf opleggen en een rij-ontzegging van twee jaar, wat in zijn geval neerkomt op een verbod rijles te nemen – aan een rijbewijs was hij nog niet toe gekomen. Ze meent dat sprake was van „het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel”. De advocaat betwist het – het was vroeg, de weg was leeg. En: de reden van „de agitatie van cliënt” is onbekend. Ook bij de aanrijding op de afrit zijn verzachtende omstandigheden. De situatie is er onoverzichtelijk, op de foto is een groot aantal verkeersborden te zien. De officier keurt de vordering van de aangereden taxichauffeur goed, tot een bedrag van circa 18.000 euro. Die van de tweede chauffeur, waar volgens de advocaat „geen touw aan vast te knopen is”, vindt ook de officier niet ontvankelijk.
De rechtbank veroordeelt Yassir twee weken later tot de strafeis: 20 maanden cel, twee jaar rijverbod. De te betalen schade wordt vastgesteld op 14.184,86 euro. De vordering van de andere chauffeur is niet ontvankelijk: gebrek aan onderbouwing.