Opinie

Advocaten van Shell winkelen selectief in de IPCC-rapporten

In de rechtszaak tegen Shell stelden de advocaten van Shell dat Milieudefensie niets begreep van de rapporten van het IPCC. Maar volgens Leo Meyer, hoofdauteur van een belangrijk IPCC-rapport, valt er wel wat af te dingen op hun argumentatie.
De advocaten van De Brauw Blackstone Westbroek die namens Shell het verweer voerden.
De advocaten van De Brauw Blackstone Westbroek die namens Shell het verweer voerden. Foto Peter De Jong/AP

Milieudefensie baseert zich in haar rechtszaak tegen Shell veelal op de wetenschappelijke rapporten van het IPCC om te wijzen op de gevaren van klimaatverandering, op de risico’s van onomkeerbare gevolgen, en op de noodzaak de uitstoot van broeikassen drastisch te verlagen. De Zuidas-advocaten die Shell vertegenwoordigen proberen aan te tonen dat Milieudefensie de wetenschap niet begrijpt, en dat het allemaal best meevalt met die risico’s. Maar onder de titel ‘Juiste feiten ten aanzien van de wetenschap’ slaan ze zelf de plank veelvuldig mis. Een bloemlezing:

De juiste bronnen

De door Milieudefensie aangehaalde IPCC Special Reports en het Synthesis Report uit 2014 zouden, aldus Shell, zwakkere bronnen zijn dan de lijvige IPCC Working Group Reports, omdat de eersten minder grondig tot stand zouden zijn gekomen. Onzin - alle IPCC assessment rapporten volgen dezelfde grondige procedures. De Special Reports kosten minder tijd omdat ze maar één speciaal onderwerp behandelen. Het Synthesis Report bevat uitsluitend reeds uitvoerig gereviewd materiaal van de Working Group Reports, ondergaat zelf ook nog reviews, en is opzettelijk een dun rapport met het oog op de bruikbaarheid voor beleidsmakers. Het Synthesis Report brengt de onderliggende Working Group rapporten en Special Reports met elkaar in verband, terwijl de advocaten suggereren dat Milieudefensie die rapporten juist uit hun verband trekken. Het is dus omgekeerd, de advocaten hebben kennelijk de IPCC procedures niet goed gelezen.

Het klimaatsysteem

In tal van paragrafen proberen ze aan te tonen dat Milieudefensie de IPCC rapporten verkeerd citeert en er niks van begrijpt. Dat gaat vooral over het gebruik van het begrip ‘Klimaatsysteem’. De Shell-advocaten lijken te denken dat het ‘klimaatsysteem’ alleen temperatuur, wind en neerslag en de veranderingen daarin omvat – de primaire natuurkundige grootheden dus. Milieudefensie legt de systeemgrens veel verder: ze gebruikt dat woord niet alleen voor veranderingen in die primaire grootheden, maar ook voor de gevolgen daarvan op de zeespiegel, oceanen, landijs, en de gevolgen voor de levende wezens, dus ook voor de mens. Dus, zeggen de Shell-advocaten, MD begrijpt het niet, ze gooit oorzaak en gevolg op een hoop. Maar hoe zit het dan met die systeemgrenzen? Het IPCC definieert het klimaatsysteem in zijn verklarende woordenlijst als volgt: ‘Het klimaatsysteem is het zeer complexe systeem dat uit vijf hoofdcomponenten bestaat: de atmosfeer, de hydrosfeer, de cryosfeer, de lithosfeer en de biosfeer en de interacties daartussen’. En in het Synthesis Report (SPM.2) staat: ‘Voortdurende uitstoot van broeikasgassen zal verdere opwarming en langdurige veranderingen in alle componenten van het klimaatsysteem veroorzaken, waardoor de kans op ernstige, alomtegenwoordige en onomkeerbare gevolgen voor mens en ecosysteem toeneemt’. Wie heeft het nu niet begrepen?

Lees ook: dit interview met klimaatjurist Laura Burgers

Worst case scenario

Milieudefensie wijst op de hoge tot zeer hoge risico’s op catastrofale ontwikkelingen in het ‘worst case’ scenario met temperatuurstijging van 4-5 graden aan het eind van deze eeuw. De Shell-advocaten stellen – terecht – dat die kansen heel klein zijn als het Parijs-akkoord goed wordt uitgevoerd. Maar daar zit ’m nu juist de kneep. We stevenen nu af op ruim 3 graden in 2100, en als het mee gaat zitten met de plannen van EU, China en Jo Biden dan misschien ruim 2 graden – nog altijd boven de Parijs-doelstelling van 1,5 á ruim beneden de 2 graden. In het IPCC Synthesis Report (box 2.4) zie je dat daardoor de risico-inschatting op ‘large scale singular events’ van ‘hoog tot zeer hoog’ vermindert tot ‘matig tot hoog’. Shell betoogt – wederom terecht – daarbij dat de kans op die catastrofale ontwikkelingen deze eeuw klein is. Maar zelfs in het meest groene scenario gaat de zeespiegelstijging na 2100 nog eeuwen door! Moet de maatschappij dan maar een ‘matig tot hoog’ risico op catastrofes voor toekomstige generaties accepteren?

Aanpassen

De advocaten wijzen op de mogelijkheid van adaptatie – aanpassen aan de opwarming – hetgeen door MD niet wordt benoemd. Ze suggereren daarmee dat je de CO2-uitstoot niet zo drastisch hoeft in te perken – en winkelen daarvoor selectief in een IPCC rapport. Je kunt namelijk in Noord-Amerika airco’s aanschaffen als het te warm wordt. En Nederland heeft toch een Hitteplan. Nog afgezien van het feit dat een flink deel van de wereldbevolking die airco’s niet kan betalen, en dat je er in de landbouw niet veel aan hebt, zijn er onomkeerbare processen, zoals het ontdooien van de toendra’s of het mogelijk versneld afsmelten van het Zuidpoolijs waar geen adaptatie tegen opgewassen is. Zie datzelfde IPCC rapport.

De argumenten van de Shell-advocaten zijn, kort door de bocht: MD gebruikt slechtere IPCC rapporten dan Shell, MD begrijpt de wetenschap niet, en Shell wel. Dat zij de door MD geschilderde gevaren proberen af te zwakken – zodat Shell vooral niks extra’s hoeft te doen aan de CO2-uitstoot – valt gezien hun rol wel te snappen. Maar met het selectief winkelen in de boodschappen van het IPCC bewijzen zij de samenleving – en ik denk uiteindelijk ook hun eigen opdrachtgever – geen dienst.

Leo Meyer heeft een consultancy, ClimateContact, en werkte voor het Planbureau voor de Leefomgeving. Hij was hoofdauteur van het syntheserapport van AR5 van het IPCC.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.