Het aantal crisismeldingen bij jeugd-ggz-instellingen is de laatste maanden in sommige regio’s met 60 procent toegenomen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Vooral in de Randstad, West-Brabant en in het oosten van Nederland zijn de problemen groot. De kwaliteit van de zorg is daardoor onder zware druk komen te staan. Dat blijkt uit cijfers van twintig ggz-instellingen in Nederland die netwerkorganisatie de Nederlandse ggz woensdag presenteert.
Crisiszorg is er voor de grootste geestelijke nood: jongeren met ernstige depressies, die suïcidaal zijn of al langere tijd niet meer eten waardoor ze dwangvoeding moeten krijgen. De meldingen worden gedaan door hulpverleners. Het gaat om jongeren die vaak dezelfde dag nog hulp nodig hebben. Maar ook de wachtlijsten voor zulke zorg lopen op.
Landelijke zicht op hoelang de wachtlijsten zijn ontbreekt. Zelfs hoeveel jongeren door de jeugdpsychiatrie worden geholpen is niet bekend.
Door onder meer de decentralisatie in de jeugdzorg sinds 2015, waarbij gemeenten verantwoordelijk werden voor de uitvoering, worden nog maar weinig cijfers landelijk geregistreerd. Ook verschilt per regio wat de definitie van een spoedmelding is. Maar, zegt een woordvoerder van de Nederlandse ggz: „Overal neemt de druk toe. Het systeem loopt vast.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65656090-878bdc.jpg)
Een instelling in Amsterdam zag de wachtlijst voor de behandeling van eetstoornissen zo lang worden („drie maanden wachten is onverantwoord op eetstoornisgebied”) dat ze meer dan tien patiënten moesten adviseren ergens anders hulp te zoeken. In Brabant is een instelling die alleen nog spoedzorg levert. Levvel, ook in Amsterdam, maakte zelf een melding bij de zorginspectie. Zij vreesden geen goede zorg meer te kunnen leveren.
Traumatiserend
Uit de uitvraag door de Nederlandse ggz blijkt ook dat hulpverleners steeds vaker geen crisisbed meer kunnen vinden voor jongeren die acuut moeten worden opgenomen. Door het hele land zijn de crisisbedden steeds vaker allemaal bezet. Instellingen melden dat jongeren uit nood naar een crisisbed voor volwassen worden gebracht. Zo’n opname kan traumatiserend zijn.
De ggz-instellingen zeggen dat het aantal jongeren dat hulp nodig heeft niet alleen toeneemt, maar ook dat problemen vaak zwaarder zijn dan voorheen. „We zien hele heftige psychoses die we eerder ook wel zagen, maar niet zo vaak”, zegt Erica Harteveld. Ze is bestuursvoorzitter van Karakter, een academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie met locaties in Gelderland, Overijssel Noord-Brabant en Limburg. Instellingen zien sinds een paar maanden ook meer jongeren met ernstige eetstoornissen en zware depressies.
„Jongeren zakken steeds sneller af”, zegt hoogleraar jeugdpsychiatrie Arne Popma. De tijd tussen „er is iets aan de hand” en „dit kan niet tot morgen wachten” is steeds korter. „Veerkracht lijkt verdwenen.”
Door de zwaardere problemen moeten jongeren langer worden behandeld dan is begroot. Voor anderen op de wachtlijst betekent dat langer wachten op hulp – in de tussentijd kunnen hun problemen verergeren. Zo ontstaat er een „vicieuze cirkel”, zegt een instelling in de uitvraag.
Deze uitvraag werd gedaan voor de tweede lockdown, zegt Jacobine Geel, voorzitter van de Nederlandse ggz. „Uit onderzoek weten we dat de gevolgen van de eerste intelligente lockdown al niet mis waren. We maken ons echt zorgen over wat er nu gebeurt.”