Screent Nederland genoeg om het Engelse virus hier te vinden?

Muterend virus Nu grote delen van de wereld zich afsluiten voor het Verenigd Koninkrijk luidt de vraag: is dat nieuwe virus niet al van het eiland af? En wat betekent het eigenlijk als een virusstam 70 procent besmettelijker is?

De Britse premier Boris Johnson bekijkt een machine waarmee in monsters het coronavirus kan worden opgespoord.
De Britse premier Boris Johnson bekijkt een machine waarmee in monsters het coronavirus kan worden opgespoord. Foto Adrian Dennis/Reuters

Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich in een toenemend isolement vanwege de nieuwe variant van het coronavirus die daar rondgaat. Maar jaagt die stam niet allang in Nederland het aantal besmettingen omhoog ? En wordt hier wel genoeg gescreend om nieuwe varianten van SARS-CoV-2 te vinden? Zeven vragen over het oprukkende virus en wat ertegen te doen:

1 Kan het zijn dat deze variant allang in Nederland is en verantwoordelijk is voor de recente stijging van het aantal besmettingen?

Dat de nieuwe variant hier al is, is zeker. Begin december is hij bij één persoon vastgesteld. Maar zover bekend, heeft hij zich nog niet breed over Nederland verspreid. Dat weten we, omdat het RIVM en het Rotterdamse Erasmus MC steekproefsgewijs de monsters onderzoeken die afkomstig zijn van coronatesten. „Wij doen dat lang niet zoveel als in het Verenigd Koninkrijk”, zegt Marc Bonten, hoogleraar epidemiologie aan het UMC Utrecht. „Maar wel genoeg om te kunnen zeggen dat de recente stijging in het aantal besmettingen hier waarschijnlijk niet mee samenhangt.”

Hoe waarschijnlijk is het dat het in Nederland bij dit ene geval is gebleven? „Niet waarschijnlijk”, meent Marion Koopmans, hoogleraar virologie aan het Erasmus MC en lid van het OMT. „Maar wij hebben het geluk dat hier nu al veel strengere maatregelen gelden dan tot voor kort in het Verenigd Koninkrijk. Daar zag je vorige week nog stampvolle winkelstraten. Ik verwacht dat de verspreiding van de nieuwe variant in Nederland in elk geval minder hard zal gaan dan daar.”

2 Hoeveel coronamonsters onderzoekt Nederland in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk?

Het Verenigd Koninkrijk heeft dit jaar twintig miljoen pond geïnvesteerd in het zogeheten Covid-19 Genomics UK Consortium, een samenwerkingsverband tussen de grootste Britse universiteiten. Dat consortium zet sterk in op de genetische karakterisering van het virus: 5 tot 10 procent van alle positieve coronatests wordt ‘gesequenst’, genetisch in kaart gebracht.

In Nederland is dat minder. „Het Erasmus MC heeft ook een onderzoeksconsortium opgezet”, vertelt Koopmans. „Wij volgen sinds februari de ontwikkelingen van het virus door gerichte onderzoeksvragen. Sinds november is daar het sequencen van een steekproef van de nieuwe positief geteste monsters bij gekomen.” Het gaat niet om een percentage, maar om ongeveer vijfhonderd monsters per week. Met het huidige aantal besmette personen zou dat neerkomen op 0,6 procent. Al met al beduidend minder dan in het Verenigd Koninkrijk.

„Op zichzelf is zo’n laag percentage prima met het oog op surveillance”, zegt Bonten. „We beraden ons er nu op of we in Nederland ook meer zouden moeten gaan sequencen, maar kunnen dat nooit zoveel doen als de Britten. Daar hebben wij de capaciteit niet voor.”

3 Hoe gaat het ‘sequencen’ in zijn werk? Hoe verschilt het van de PCR-test?

PCR staat voor ‘polymerase chain reaction’, of polymerase-kettingreactie. Polymerase is een enzym dat wordt gebruikt om een vooraf gekozen, specifiek stukje erfelijk materiaal van een virus heel vaak te vermenigvuldigen – zo vaak, dat de hoeveelheid aantoonbaar wordt. Het gaat om een stukje dat kenmerkend is voor dat virus. Een PCR-test toont dus de aanwezigheid van het virus aan, maar zegt niet om welke variant het gaat. Om dat te weten, moet je het virus sequencen: de gehele genetische code in kaart brengen. Dat is duurder en duurt langer dan een standaard PCR-test, dagen in plaats van uren.

Bij sequencing wordt het DNA eerst in stukjes geknipt, die vervolgens geautomatiseerd worden afgelezen. Vervolgens puzzelt geavanceerde software de code in de juiste volgorde weer aan elkaar. Bij het genoom van het coronavirus, dat uit zo’n 30.000 basenparen (of ‘letters’) bestaat, is dat gemakkelijker dan bij dat van bijvoorbeeld een mens (dat drie miljard basenparen bevat).

4 Is de nieuwe virusvariant al elders in Europa gevonden?

Ja, hij is ook al opgedoken in Denemarken, België, Italië en Australië. In Duitsland en Frankrijk zijn nog geen gevallen gemeld; beide landen monitoren naar verhouding minder dan Nederland. De Duitse viroloog Christian Drosten vermoedt echter dat het virus ook daar al is gearriveerd. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor Frankrijk.

De nieuwe virusvariant waar Zuid-Afrika momenteel mee worstelt, is een andere. „Er duiken voortdurend nieuwe varianten op”, merkt Bonten op. „Soms rijst er een vermoeden dat zo’n variant besmettelijker is, op basis van de verspreidingscijfers. Maar of dat dan echt zo is, en in hoeverre zo’n variant ook gevaarlijker is, moet blijken uit nader onderzoek.”

Lees ook: Nieuwe virusvariant in Zuid-Afrika? Wie landt uit Kaapstad kan op Schiphol doorlopen

5 Hoe weten de Britten zo precies dat het nieuwe virus 70 procent besmettelijker is?

Dat weten ze niet precies; dit is een schatting gebaseerd op computermodellen. Die modellen analyseren het verspreidingspatroon van het virus, in combinatie met gegevens over bevolkingsdichtheid en genomen maatregelen. Daar rolde die 70 procent uit. Die verhoging zou het reproductiegetal, de zogeheten R-factor, met zo’n 0,4 verhogen. Stel dat de gangbare virusvariant op dit moment een R-factor van 1 heeft, dan besmetten tien mensen gemiddeld tien anderen. Bij de nieuwe variant zouden tien mensen dan veertien anderen besmetten.

6 Wat betekent het eigenlijk, dat een virus 70 procent besmettelijker is?

Dat betekent dat de kans dat het virus je ook daadwerkelijk besmet wanneer je ermee in aanraking komt, 70 procent hoger is. Bonten: „„Je hebt dus in feite 70 procent minder viruspartikels nodig om besmet te raken. Waar dat dan precies aan ligt, weten we nog niet. Misschien omdat het virus zich makkelijker aan onze cellen hecht, ze makkelijker binnendringt, of zich in onze cellen efficiënter vermenigvuldigt. Dat moeten we nog uitzoeken.”

Marion Koopmans: „De boodschap is vooral: de Britse onderzoekers hebben een gerede verdenking dat dit virus zich gemakkelijker verspreidt, en dat is iets wat we niet kunnen gebruiken.”

7 Moeten we dan nu 2,5 meter afstand houden, in plaats van 1,5?

„Dat kun je niet zo zeggen”, meent hoogleraar Bonten. „Die 70 procent zegt niet één op één iets over de reikwijdte van jouw druppels. We weten nu simpelweg dat we nog harder ons best moeten doen om die R-factor weer onder de 1 te krijgen.”

Er gelden in Nederland nu al vrij strenge maatregelen; Bonten verwacht dat die – mits goed nageleefd – voldoende zijn om de R weer onder de 1 te brengen. Kwantificeren hoevéél we nu anders moeten doen om de R met 0,4 omlaag te brengen, is onmogelijk. En dat heeft ook niet zo veel zin, aldus Bonten.

Datzelfde zegt ook Koopmans: „De maatregelen die we nu hebben, zijn voldoende. Mits iedereen zich eraan houdt.”