‘Ik weiger te accepteren dat drugsgebruik heel normaal is geworden in Nederland’

Drugsbeleid Als het aan de ChristenUnie ligt, wordt Nederland drugsvrij. Kamerlid Stieneke van der Graaf ziet in drugsgebruik vooral ellende.

Stieneke van der Graaf spreekt in Den Haag met ex-drugsgebruikers Sergej Chatsjatarjan, Kicky Heuseveldt en Patrick de Jong (v.l.n.r.). Op de achtergrond staan mensen in de rij voor een coffeeshop.
Stieneke van der Graaf spreekt in Den Haag met ex-drugsgebruikers Sergej Chatsjatarjan, Kicky Heuseveldt en Patrick de Jong (v.l.n.r.). Op de achtergrond staan mensen in de rij voor een coffeeshop. Foto David van Dam

Ineens staan haar de tranen in de ogen. Kamerlid Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) is lang aan het woord geweest over haar plan om Nederland ‘drugsvrij’ te maken. Een van de ex-gebruikers die Van der Graaf bijeen heeft gebracht in de fractiekamer, gluurt stiekem op zijn telefoon. Maar Van der Graaf is nog niet uitgesproken. „Ik weet dat we verstrekkende voorstellen doen, die het waarschijnlijk niet allemaal gaan halen. Maar als je ouders in de ogen kijkt die hun kind hebben verloren aan drugs…” Even schiet ze vol: „Ik heb zelf een dochtertje.”

Ruim een jaar heeft Van der Graaf zich verdiept in het thema. Ze sprak met gebruikers en hulpverleners. Het resultaat van haar onderzoek is neergeslagen in een korte nota: Naar een drugsvrije samenleving. Daarin pleit de ChristenUnie voor het terugdringen van het gebruik van verdovende middelen, zoals eerder is gebeurd met tabak. Van der Graaf denkt dat dat kan: „Nog niet zo lang geleden hadden we niet kunnen bedenken dat we nu rookvrije schoolpleinen hebben.”

Wat de ChristenUnie betreft wordt het Nationaal Preventieakkoord tegen een ongezonde levensstijl uitgebreid met een drugsparagraaf. Dat zal op de wensenlijst staan van de CU tijdens de formatie, mocht de partij (nu vijf zetels) opnieuw gaan regeren.

In de afgelopen jaren is het traditionele Nederlandse drugsbeleid – met zijn onderscheid tussen hard- en softdrugs – steeds meer onder druk komen te staan. Gebruik van synthetische drugs is bijna normaal geworden. Onder jongeren en jongvolwassenen, vooral in Amsterdam, lijkt het gebruik van cocaïne in opmars. Nederland is al jaren een draaipunt in de internationale drugshandel.

Vorig jaar stelde D66 in een manifest voor het gebruik van sommige harddrugs – zoals xtc en cocaïne – juist te legaliseren. Dat is tegen het zere been van Stieneke van der Graaf. In haar nota spiegelt zij de lezer een „drugsvrije samenleving” voor: weliswaar niet als een doel op korte termijn, maar als een „stip op de horizon”.

‘Alles kwijt’

Het perspectief kan rekenen op instemming van de drie voormalige drugsgebruikers die Van der Graaf heeft uitgenodigd naar de Tweede Kamer. Patrick de Jong (51) raakte aan de cocaïne toen zijn rijschool in zwaar weer kwam tijdens de kredietcrisis. Op het hoogtepunt van zijn verslaving gaf hij 800 euro per week uit aan coke. „Op het laatst was ik alles kwijt: mijn bedrijf, auto, huis en vriendin.”

Kicky Heuseveldt (28) voelde zich zelfverzekerder met drank op, en ging coke gebruiken om helder te blijven tijdens het drinken. Toen ze zwaar verslaafd was, begon ze de dag met een shot wodka – „tegen de trillende handen”. Om de effecten van de alcohol te neutraliseren nam ze daarna een snuif. „Om de spanningen te dempen moest ik de hele dag gebruiken”, zegt ze.

Sergej Chatsjatarjan (34), naar Nederland gekomen als vluchteling, was viervoudig Nederlands kampioen taekwando, maar kwam in Enschede in het criminele milieu terecht. Hij verdiende bakken met geld, maar genieten van zijn dure auto kon hij niet, want hij was verslaafd. Nadat hij verschillende keren had vastgezeten, werd hij in 2017 bijna uitgezet naar Armenië. „Mijn verslaving werd bijna mijn ondergang” constateert hij.

Lees Ook De elite snuift wat af maar wuift de gevolgen weg (opinie)

In hun verhalen valt een ding op: hoe gemakkelijk het is om aan harddrugs te komen. „Mijn indruk is dat drugsgebruik heel normaal is geworden in Nederland”, zegt Van der Graaf. „Ik weiger dat te accepteren.”

Wat de ChristenUnie betreft is legaliseren „niet de oplossing”. De ChristenUnie wil burgemeesters in staat stellen een drugsverbod op te nemen in de vergunningen voor festivals. Ook moet er een verbod komen op nieuwe designerdrugs, het gebruik van wiet moet niet worden gelegaliseerd, maar juist worden ontmoedigd. Van der Graaf wil wietgebruik in Amsterdam reserveren voor ‘ingezetenen’ – zoals al de regel is in grenssteden als Maastricht. Roken in coffeeshops moet worden verboden, net als blowen in de openbare ruimte. De ChristenUnie wil ook een ‘uitsterfbeleid’ voor coffeeshops: als een zaak sluit zal er geen nieuwe vergunning meer worden verleend.

Het zijn soms controversiële, maar geen onhaalbare maatregelen, vindt Van der Graaf – mits er een omslag in het denken over drugs komt. „In Nederland heerst er een taboe op de gedachte dat het gebruiken van drugs eigenlijk niet normaal is”, zegt ze fel.

Of haar ‘war on weed’ gaat slagen, lijkt twijfelachtig – het kabinet experimenteert juist met de productie van cannabis onder toezicht van de overheid. Maar als het gaat om het terugdringen van het gebruik heeft ze medestanders. Voormalig burgemeester van Tilburg Peter Noordanus (PvdA) pleit voor een ‘matigingsbeleid rondom drugsgebruik’. Hetzelfde doen bestuurskundige Pieter Tops en journalist Jan Tromp, de auteurs van het boek Nederland Drugsland.

„Het debat over drugs in de Kamer is sterk gepolariseerd”, zegt Stieneke van der Graaf. „Toch hoop ik dat mensen verder willen kijken.”

Lees ook dit artikel over het maandag gepresenteerde verkiezingsprogramma: ChristenUnie: meer geld voor leraren en uitkeringen