Bij de portieken van de vervallen betonnen wooncomplexen aan het Majoor Maelfaitplein en de Rector Vermeylenlaan in Antwerpen wemelt het van het afval: open blikjes en lege plastic flesjes, achtergelaten mondkapjes, door ongedierte aangevroten vuilniszakken. Een aantal trapgaten is dichtgetimmerd, de liften zijn buiten bedrijf. Bij de garageboxen hangen jongeren op scooters rond.
De complexen van de Belgische woningbouwcorporatie Woonhaven wachten op sloop, en contrasteren met de omliggende straten in de wijk Hoboken. Die zijn al opgeknapt, de voortuinen van de nieuwe, particuliere rijtjeshuizen zijn keurig aangeharkt.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416053-e25a8b.jpg|//images.nrc.nl/yjznq67U_5fnkdSbMAQs9KCV9e4=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416053-e25a8b.jpg)
Foto Wouter van Vooren
Tot 1 januari 2021 zijn de sloopwoningen het domein van Camelot – het grootste anti-kraakbedrijf van Nederland. Dat mocht de afgelopen twee jaar de sloop-appartementen tijdelijk als anti-kraakwoningen verhuren aan kansarme Vlaamse woningzoekenden.
Binnen op de gangen ligt water, dat door een kapot dakraam heen is geregend. De huren zijn hier laag, tussen de 300 en 500 euro per maand. Rechten hebben de bewoners nauwelijks. Hier wonen vooral mensen met Oost-Europese en Arabische achternamen, getuige de namenbriefjes die bij de deuren zijn geplakt.
„Het is goedkoop, maar de service is waardeloos”, vertelt een Irakese bewoner op de tweede verdieping – hij blijft liever anoniem, uit angst dat hij zijn flat wordt uitgezet. Neem de verwarming, zegt hij. Die ging negen maanden geleden stuk. Toen Camelot na maanden aandringen langskwam, namen ze de kapotte boiler mee, vervanging kreeg hij niet. „Het is hier niet fijn wonen”, zegt hij. Maar hij heeft geen keus. „Andere opties in Antwerpen zijn te duur.” Andere bewoners hebben ook geen verwarming, of zelfs geen warm water.
„Ik vroeg telkens om een bonnetje. Maar ik heb hem nog nooit gehad.”
De Irakees en vijf andere Camelot-huurders die NRC in Hoboken sprak, hebben bovendien het gevoel dat er iets aan de hand is met hun huur. Twee maanden geleden kregen ze te horen dat ze die niet langer dienden over te maken naar een Belgisch rekeningnummer. Voortaan kon er gepind worden, of cash betaald, bij de Camelot-medewerker die maandelijks langs de deuren kwam. „Ik vroeg telkens om een bonnetje”, zegt de Irakees, die naar eigen zeggen maandelijks 325 euro aan huur heeft betaald. „Maar ik heb hem nog nooit gehad.”
NRC sprak de afgelopen maanden met huurders, oud-werknemers, advocaten en huurspecialisten over Camelot – dat zijn bedrijfsmodel naar negen Europese landen heeft geëxporteerd. Kern van hun boodschap: Camelot is keihard tegen – vaak kwetsbare – huurders, maar aalglad als het zelf op misstanden wordt aangesproken. En als de problemen te groot worden, is het bedrijf nergens meer te bekennen.
Anti-kraak: het begin
Anti-kraak wonen wordt in de vroege jaren tachtig in kraakhoofdstad Amsterdam bedacht door makelaar Eyk Backer. Hij laat via zijn bedrijf Zwerfkei jongeren, studenten en kunstenaars leegstaande panden ‘bewaken’. Het mes snijdt aan twee kanten: de vastgoedeigenaren hoeven niet bang te zijn dat krakers hun pand overnemen, en de tijdelijke bewoners hebben goedkope woon- en atelierruimte, weliswaar met weinig voorzieningen maar soms op prachtige locaties.
Zwerfkei is zo’n succes dat concurrenten zich al snel melden, ook buiten de Randstad. Zoals Camelot, in 1993 opgericht in Den Bosch door Bob de Vilder en Joost van Gestel, die dan net hun studie bedrijfskunde aan Nyenrode hebben afgerond.
„Ik woonde zelf anti-kraak en zag hoe knullig dat ging. Samen met Joost zag ik ruimte om de markt te professionaliseren”, zegt De Vilder in het kantoor van Camelot op een industrieterrein aan de rand van Amsterdam. Hij is een grote, makkelijk pratende man. Langs de muur staat de ‘hall of fame’, een collectie oorkondes en vastgoedprijzen die het bedrijf over de jaren kreeg. Op een flip-over staan de doelen voor 2021: de huurderstevredenheid moet van een 6- naar een 8, en het rendement op investeringen moet fors omhoog – van 28 naar 36 procent.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416174-b2d4a1.jpg|//images.nrc.nl/DHb9a1qRpXSdFjerFhspzpw6dec=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416174-b2d4a1.jpg)
Foto Wouter van Vuuren
„We hebben een plan gemaakt en zijn gewoon begonnen. We belden gemeenten, of wij op hun panden konden passen”, zegt De Vilder. „Dordrecht hapte als eerste toe”, vult Van Gestel naast hem aan. Hij praat zachter maar beslister dan zijn studievriend, zeker als hij het over geld heeft. „Mijn geld”, zegt hij – het bedrijf is van hem.
Na Dordrecht volgen andere gemeenten. Anti-kraak wordt ‘leegstandsbeheer’ en ook elders in Europa slaat het concept van bewaking door bewoning aan. Van Gestel opent in 2001 kantoortjes in Brussel en Londen. Anno 2020 is Camelot in negen landen actief, van Spanje tot Finland, niet alleen als beheerder van leegstaande panden, maar ook als studentenhuisvester, beveiliger en vastgoedontwikkelaar.
Camelot profileert zich als multinational – ze noemen zichzelf op hun website Camelot Europe, en omschrijven zich als „toonaangevend” en „dé Europees marktleider voor leegstandbeheer”. Van Gestel en De Vilder memoreren de prijs die zij in 2005 krijgen van de Nederlands-Britse Kamer van Koophandel: de NBCC Award van beste exportproduct. Dat product is voor Camelot ‘anti-kraak’, dat de leegstandverhuurder in het buitenland aanprijst als een ‘lifestyle’.
Tegenwoordig hebben in binnen- en buitenland meer dan 12.000 mensen via Camelot een woning betrokken, en staan er driehonderd man op de loonlijst. Het levert Van Gestel een plek op in de lijst van zakenblad Quote, dat zijn vermogen in 2019 op 120 miljoen euro schat. De geboren Brabander woont in 2016 nog in Brasschaat – vlak over de grens in Vlaanderen, maar doet wat meer vastgoedmannen doen: verhuizen naar Amsterdam. Dat jaar koopt hij het dan duurste huis van de hoofdstad, pal aan het Vondelpark, voor 6,2 miljoen euro.
Slechte reputatie
De leegstandbeheerder groeit snel en werkt met veel gemeenten en onderwijsinstellingen samen – vaak tot wederzijdse tevredenheid. Tegelijkertijd heeft het bedrijf onder huurders en hun belangenverenigingen de afgelopen jaren een zeer slechte reputatie opgebouwd. „Je kunt er als huurder bij Camelot nooit automatisch vanuit gaan dat het goed zit”, zegt Tjerk Dalhuisen van huurderssteunpunt !Woon in Amsterdam. „Ze bedenken telkens slimme constructies en allerlei dingetjes om zoveel mogelijk geld te genereren. Er is altijd gedoe.” Zijn Belgische collega Joy Verstichele van het Vlaamse Huurdersplatform: „Camelot heeft bewezen bij veel misstanden betrokken te zijn geraakt. Ze zijn geen betrouwbare partner.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416092-2f9f85.jpg|//images.nrc.nl/n8us4mt0oQUDDSTZAHVc6-yD8VQ=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65416092-2f9f85.jpg)
Foto Wouter van Vooren
Ook oud-medewerkers zijn kritisch over hun voormalige werkgever. „Als huurders een kamer van Camelot verlaten, volgt controle. Er werd min of meer van mij verwacht dat ik voor een paar honderd euro schade zou constateren, die van de borg werd afgetrokken”, zegt een voormalig technisch medewerker, die anoniem wil blijven omdat hij voor geheimhouding heeft getekend. „Je kunt je voorstellen dat het niet fijn was, om die controles te doen. Maar uiteindelijk lieten de meeste huurders het erbij zitten.”
Van Gestel bestrijdt dat er zo’n schade-instructie bestaat. „Dat is klinkklare onzin.” Hij noemt de controles „streng, maar rechtvaardig” en zegt dat de huurders die de meeste schade veroorzaken „vaak het hardst roepen dat dit onrechtvaardig is”.
Maar huurders, huurrechtspecialisten en oud-medewerkers die NRC sprak, zeggen dat deze op geld beluste mentaliteit als een rode draad door de bedrijfsvoering loopt van Europa’s grootste leegstandbeheerder. Commerciële verhuurders leggen graag regels in hun eigen voordeel uit, zeggen zij, maar Camelot gaat hierin een stap verder dan de concurrentie.
Lees ook: Verhuurders maken misbruik van krapte in vrije sectorCamelot gaat voor het allerlaatste kwartje en houdt niet van terugbetalen, of het nu te veel betaalde huur is, geïnde borg of te hoge servicekosten. „Als een bewoner recht heeft op een paar honderd euro van Camelot, wordt dat in principe niet uitbetaald”, zeggen diverse oud-medewerkers. Zij willen allemaal anoniem blijven omdat ze voor geheimhouding hebben getekend. „Het laatste wat ik wil, is belaagd worden door advocaten van Joost”, aldus één van hen.
Laat ze maar naar de rechter stappen, is de filosofie van Camelot, zegt een ander. „Joost weet namelijk dat de meeste mensen voor zo’n klein bedrag dat toch niet doen.”
„Het is met Camelot een continu onderhandelingsproces, alles wat je wil, moet je bevechten.”
Dalhuisen van !Woon heeft vaak met Camelot te maken gehad. „Wij komen ze in honderden procedures tegen”, zegt hij. „Meestal gaat het om kleine bedragen, maar om grote aantallen bewoners.” Praten met Camelot lukt altijd wel, zegt Dalhuisen, maar iets concreets levert dat zelden op. „Het is met Camelot een continu onderhandelingsproces, alles wat je wil, moet je bevechten.”
Twee voorbeelden uit Amsterdam. Tien studenten van een complex vlakbij station Sloterdijk spannen in 2018 een zaak tegen Camelot aan. Zij keren zich tegen de verplichte kosten voor het inloggen op de website van het bedrijf – een eenmalig bedrag van ruim 200 euro – en tegen de eveneens verplichte schoonmaakkosten als ze zijn verhuisd; nogmaals 100 euro.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/05/data31455947-f619c3.jpg)
De rechter besluit een jaar later, in 2019, dat Camelot die kosten niet in rekening mocht brengen en moet terugbetalen aan de tien eisende huurders. De websitekosten zijn daarna geschrapt en aan alle huurders terugbetaald, de schoonmaakkosten niet. Van Gestel: „Er zijn namelijk ook rechters die in het verleden hebben geoordeeld dat we schoonmaakkosten niet hoeven terug te betalen.” Daarom weigert het bedrijf de schoonmaakkosten te schrappen en terug te betalen. Wel zegt Camelot een alternatief te overwegen waarbij huurders kunnen kiezen tussen zelf schoonmaken of 100 euro schoonmaakkosten betalen.
Op een ander Amsterdams adres, een pand in beheer van Camelot op de Rijswijkstraat, is ook al jaren gedoe. Deze zomer krijgt – na overleg tussen eigenaar, Camelot en !WOON – elke bewoner van dit complex 260 euro servicekosten terug, vanwege een te hoge afrekening over het jaar 2018. En in november oordeelt de kantonrechter, na een rechtszaak die zich zes jaar voortsleepte, dat eigenaar Clever Real Estate te veel huur heeft gerekend aan 76 huurders. Daardoor heeft elk van hen recht op 240 euro teruggave per maand, mét terugwerkende kracht.
Als onder meer Het Paroolover die rechterlijke uitspraak publiceert en Camelot als betrokken partij noemt, eist het bedrijf op hoge poten rectificatie – en krijgt die ook – omdat niet de leegstandsbeheerder maar eigenaar Clever Real Estate verantwoordelijk is voor het vaststellen van de huur. Onvermeld blijft dat Camelot 49 procent van de aandelen van Clever Real Estate in bezit heeft.
Camelot heeft vorige week ook !Woon gesommeerd de berichten over de Rijswijkstraat te rectificeren, omdat het volgens Camelot meerdere onjuiste berichten heeft gepubliceerd. Van Gestel: „Wij hebben jarenlang de negatieve en onjuiste berichten van !Woon gelaten voor wat het was. Maar we zijn er klaar mee.”
De huurdersorganisatie is niet van plan de berichten in te slikken.
Entree in België
In 2017 is Camelot het eerste bedrijf in de Vlaamse woongeschiedenis dat een vergunning krijgt om leegstaande woningen in de sociale sector anti-kraak te verhuren. Dat moest tijdelijke leegstand van sociale huurwoningen in Vlaanderen vermijden, zegt Verstichele van het Vlaamse Huurdersplatform. „Er zijn net zoveel mensen die in de sociale sector wonen als die op de wachtlijst voor een woning staan.”
Camelot lobbyt begin 2017 in het Vlaamse parlement voor toelating. Van Gestel houdt de Vlaamse volksvertegenwoordigers voor dat er „in Nederland meer dan 150.000 mensen op deze manier wonen”. Hij zegt: „Sommigen hebben daar een soort van lifestyle van gemaakt. Ze benaderen leegstandsbeheerders met de vraag of ze bijvoorbeeld een mooi kasteeltje te huur hebben.” Waarmee Van Gestel maar wil zeggen dat anti-kraak niet hetzelfde is als wonen in aftandse huisjes.
Ook roemt hij zijn model als een manier om „politieagenten, brandweermannen en verpleegsters” met een relatief laag inkomen in de stad te laten wonen. „Sommige mensen zien dit als een manier om wat te kunnen sparen, zodat ze daarna een huis kunnen kopen of huren op de private huurmarkt.”
Vlaanderen besluit anti-kraak van sociale huurwoningen toe te staan, al is dat wel met vergunningplicht en onder strenge voorwaarden. Alleen panden die gerenoveerd of gesloopt gaan worden mogen tijdelijk verhuurd worden door een anti-kraakbedrijf.
„Een van de bewoners moest zijn woning binnenbreken met een koevoet, omdat Camelot het niet nodig vond de doorgang vrij te maken”
Maar de entree van Camelot op de sociale huurmarkt in Vlaanderen wordt een fiasco. Deze zomer trekt de Vlaamse overheid de vergunning alweer in. In Leuven blijkt het bedrijf nauwelijks bewoonbare appartementen van corporatie Dijledal te verhuren – zonder daarvoor een zogeheten ‘conformiteitsattest’, dat in Vlaanderen de minimale kwaliteit van een woning moet waarborgen, te hebben aangevraagd. In de 54 woningen is asbest zichtbaar, zit er vocht in de muren, sluiten deuren of ramen slecht. „Een van de bewoners moest zijn woning binnenbreken met een koevoet, omdat Camelot het niet nodig vond de doorgang vrij te maken”, zegt Line de Witte, gemeenteraadslid in Leuven. „Voor brandblusapparaten moesten de bewoners zelf betalen, en bovendien twee keer zoveel als ze online kostten.” De woningen worden later door zowel de stad Leuven als de Vlaamse minister officieel onbewoonbaar verklaard.
Verstichele: „De woningen voldeden duidelijk zowel qua veiligheid als gezondheid niet.” En ook hier hebben bewoners hun huur cash betaald. Van Gestel: „Wij herkennen ons niet in de stelling dat woningen die enkele maanden daarvoor nog normaal verhuurd werden door een Belgische verhuurder, een maand later onveilig en ongezond zouden zijn. Bovendien ligt volgens de wet de verantwoordelijkheid bij de eigenaar, niet de beheerder.” Eigenaar Dijledal reageert niet op vragen van NRC.
In Antwerpen botst Camelot ook op de regels. Een voorwaarde voor de vergunning is dat Camelot in 2020 de helft van de huurinkomsten betaalt aan de eigenaar van de woningen, corporatie Woonhaven. Dat doet het bedrijf niet. „Camelot wilde de afspraken niet nakomen”, zegt een woordvoerder van de Belgische corporatie, die naar de rechter stapte.
Die heeft recent uitspraak gedaan: Camelot moet Woonhaven 365.000 euro betalen. De Nederlanders konden tot begin december in beroep, maar hebben die mogelijkheid laten lopen. En ook het intrekken van de vergunning door de Vlaamse overheid is onomkeerbaar. Per 1 januari is Camelot niet meer welkom in de Vlaamse sociale sector.
Volgens De Vilder is het project in Vlaanderen uitgelopen op een „zeperd waar niemand blij van wordt”. Van Gestel: „We zijn de dupe geworden van een oud-collega die namens ons een slecht en verlieslatend contract heeft afgesloten met Woonhaven. En we zijn de dupe van de steeds veranderende Belgische regelgeving.” Twee oud-werknemers zeggen echter dat Van Gestel exact op de hoogte was van de regels en de contractonderhandelingen met Woonhaven, iets wat Van Gestel bestrijdt.
Geld naar Nederland
Camelot heeft bovendien op het vertrek uit België voorgesorteerd, blijkt uit onderzoek door NRC. Reparaties worden niet of nauwelijks meer uitgevoerd. De huurders in Hoboken moeten sinds september hun geld naar een Nederlands in plaats van Belgisch bankrekeningnummer overmaken, of het geld contant meegeven waarna het naar Nederland wordt meegenomen, blijkt uit een interne mail in handen van NRC. Volgens een betrokkene is inmiddels „een aantal ton” direct naar Nederland gevloeid.
Van Gestel beaamt dat het geld sinds een aantal maanden meteen naar Nederland gaat. „We lijden forse verliezen in België, en die verliezen financier ik, via mijn bedrijf”, zegt hij. „Om zeker te weten dat ik mijn leningen terug krijg, leiden we de huurinkomsten uit België mijn kant op. Dit mag gewoon, zowel volgens Belgisch als Nederlands recht.”
In eerste instantie ontkent Van Gestel echter stellig dat zijn bedrijf in België contanten int en naar Nederland meeneemt. „Dat doet Camelot niet. Cash is not done.” Drie oud-medewerkers en vijf huurders zeggen tegen NRC dat het tegendeel waar is. Ook een interne mail bewijst dat.
In tweede instantie mailt De Vilder dat een oud-werkneemster inderdaad enkele duizenden euro’s aan achterstallige huur heeft geïnd. „Dat geld is verder correct verwerkt door onze financiële afdeling. De medewerkster is op staande voet ontslagen.” Maar volgens een betrokkene had het ontslag niets te maken met cash geld, en is de vrouw tot haar ontslag vorige maand namens Camelot langs deuren blijven gaan om huur op te halen. Van Gestel: „We hebben haar een pinautomaat ter beschikking gesteld.”
Voormalig personeel vermoedt dat Van Gestel van plan is zijn Belgische dochterbedrijf leeg te halen en niks achter te laten voor Vlaamse crediteuren. Hij deed vorig jaar iets vergelijkbaars met zijn Engelse bedrijf Camelot Guardian Management Company. De aanleiding volgens Britse huurrechtadvocaten: een voor Camelot desastreus verlopen rechtszaak over de huisvesting van dertig mensen in een leegstaande zorgvilla in de gemeente Colchester, met slechts één werkend toilet.
Foto’s Wouter van Vooren
Camelot moest in een regionale rechtbank toegeven dat het de huisvestingsvoorschriften op vijftien punten had overtreden. Kort daarna werd de Britse tak opgedoekt door de Camelot-leiding, waardoor de rechter – tot woede van lokale gemeenteraad – slechts minimale boetes kon opleggen. Op hetzelfde adres werd direct daarna, met dezelfde directeur, een nieuw bedrijf opgericht – Watchtower Property Management, een nieuwe dochter van Camelot.
Maar volgens Van Gestel zit dat anders. „We zijn vijftien jaar lang mooi gegroeid, in het Verenigd Koninkrijk. Toen werd de wetgeving strenger. Een aantal klanten weigerde zich daaraan aan te passen. Toen hebben we afscheid van ze genomen en zijn we met een nieuw bedrijf verder gegaan.”
Zou Camelot op dezelfde manier onder haar financiële verplichtingen in België willen uitkomen? „Dat zie ik Joost wel doen”, zegt een oud-werknemer. Verstichele van het Vlaamse Huurdersplatform: „Hun commerciële model gaat ten koste van die kwetsbare mensen.” Van Gestel: „We hebben nog geen besluit genomen over België.”
Camelot blijft groeien
Uiteindelijk is veel van de antipathie tegen Camelot terug te voeren op de mentaliteit van het bedrijf. Van Gestel kijkt met de blik van een harde commerciële verhuurder naar sociale woningen. Hij kan tot op detailniveau doorpraten over de financiële gevolgen van een gemeentelijke taxatie of een energielabel, maar heeft weinig op met bewoners met problemen. Hij citeert herhaaldelijk vastgoednestor Cor van Zadelhoff: „Als je woningen verhuurt, kom je in de krant.”
De orderportefeuille van Camelot in Nederland groeit intussen door. In augustus en september werden de contracten getekend voor de transformatie in Amsterdam-Zuidoost van twee leegstaande kantoorpanden tot wooncomplexen, de een met 233 en de andere met 397 woningen. In Tilburg gaat Camelot de lege panden van de gemeente beheren, in Purmerend moet het tweehonderd ‘woonunits voor spoedzoekers’ verzorgen.
En Camelot heeft meer ambities. Een beursgang van een bedrijfsonderdeel wordt onderzocht. Camelot doet mee aan het ‘beursklasje’ van Euronext – een kapitaalmarkttraining is voor niet-genoteerde bedrijven die zich op een beursgang oriënteren. Aan de voorwaarde daarvoor om 400 miljoen euro aan vastgoed in exploitatie of aanbouw te hebben, voldoet het bedrijf inmiddels. De beursgang zou in het eerste kwartaal van 2022 moeten plaatsvinden.
Dat gaat wel onder een nieuwe vlag. ‘Mosaic World’ is vanaf 1 januari de nieuwe overkoepelende naam van zijn bedrijf. Het doel van deze „grote stap voorwaarts”: een „betere profilering” van de verschillende bedrijfsonderdelen. De Vilder: „We willen het slechte imago van ons afschudden.”
De bedoeling is dat de dochterondernemingen – in leegstandbeheer, in vastgoedbeheer, in beveiliging en in vastgoedontwikkeling – uit elkaar worden getrokken, elk als eigen ‘merk’. De Vilder: „Deze ondernemingen hebben niks met elkaar te maken, en dus ook niet met de negatieve pers die één dochter krijgt. Onze mensen van de beveiligingsdochter hadden er last van dat er ‘Camelot’ op hun jasje staat. Als je op een bouwterrein wordt aangesproken met: ‘Ben jij een van die boeven van dat anti-kraakbedrijf?’, dan is dat niet leuk.”