Nederlandse basisschoolleerlingen uit groep 6 zijn sinds 2015 beter gaan rekenen, maar hun prestaties zijn nog niet op het niveau van 1995. Dat blijkt uit de nieuwste resultaten van Timss, een vierjaarlijks internationaal vergelijkend onderzoek, waaraan 58 landen deelnemen.
Meer leerlingen halen het hoogste van de vier niveaus die het onderzoek onderscheidt: 7 in plaats van 4 procent. Voor het één-na hoogste niveau is dat nu 44 in plaats van 37 procent. In 1995 haalde nog 12 procent van de leerlingen het hoogste niveau en de helft één-na hoogste niveau. Het laagste haalt vrijwel iedereen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/01/data40383302-e74938.jpg)
De Onderwijsinspectie constateerde in 2018 – onder meer op basis van Timss – ook een daling van de onderwijsprestaties in de afgelopen twintig jaar. Zowel in rekenen, lezen, wiskunde als natuurwetenschappen. Pisa, een ander groot internationaal vergelijkend onderzoek naar de onderwijsprestaties van 77 landen, zag in 2019 gelijke resultaten voor wis- en natuurkunde ten opzichte van vier jaar eerder, maar een dalende trend op de lange termijn. Sinds 2015 waren Nederlandse 15-jarigen ook slechter gaan lezen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/01/data54650550-fb8d48.jpg)
Herstel
Onderzoeksleider Martina Meelisen (Universiteit Twente), sinds 2001 betrokken bij het Nederlandse onderdeel van Timss, nuanceert het beeld van dalende rekenprestaties. „Nederland heeft bij het eerste meetmoment in 1995 niet goed aan de respons-eisen voldaan”, zegt ze. „Laat je dat jaar weg, dan zie je dat de rekenprestaties redelijk constant schommelen.” Bij de meting in 2015 was de daling wel groter dan normaal. „We zien nu dat zich dat weer herstelt. Het is dus niet zo dramatisch met rekenen gesteld.”
Timss doet geen onderzoek naar de oorzaken van een daling of stijging. „We zagen wel dat scholen iets meer tijd aan rekenen zijn gaan besteden”, Meelisen. „Dat zou effect kunnen hebben.” Er is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor het belang van taal en rekenen.
Timss meet ook de prestaties in natuuronderwijs, een internationale term voor biologie, natuur- en scheikunde en fysische vakken. Daarin zijn de prestaties in 2011 wél boven die van 1995 gekomen, maar sindsdien ingezakt. Een mogelijke verklaring is dat deze vakken nog niet veel worden gegeven in het Nederlandse basisonderwijs. Meelisen: „De focus lag de afgelopen jaren vooral op rekenen.”
‘Mooie opsteker’
Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs, ChristenUnie) noemt de resultaten „een mooie opsteker”, al zijn de metingen van vóór de coronacrisis. „Het onderzoek laat zien dat het basisonderwijs erin slaagt de rekenresultaten van leerlingen te verbeteren, ondanks moeilijke omstandigheden zoals een tekort aan personeel.” De Onderwijsinspectie komt dit voorjaar met een eigen onderzoek over rekenonderwijs en schrijfvaardigheid. Daarna maakt de minister bekend wat er volgens hem nodig is voor „een stevige’basis in taal en rekenen”.
Internationaal gezien is Nederland een middenmoter op het gebied van rekenen. Aziatische als Singapore, Korea en Japan presteren significant beter. Dat geldt ook voor Rusland. Ter vergelijking: in Singapore haalt 54 procent van de leerlingen in groep 6 het hoogste niveau. Een grote groep landen presteert ongeveer hetzelfde als Nederland. De Filipijnen en Pakistan sluiten de ranglijst.