Jacob Kohnstamm weet hoe het voelt om een door de nazi’s geroofd kunstwerk terug te krijgen. De voorzitter van de evaluatiecommissie die het Nederlandse restitutiebeleid onder de loep nam, reed vijftien jaar geleden naar Midden-Duitsland voor een bezoek aan een hoogbejaarde vrouw. In de Süddeutsche Zeitung had ze een artikel gelezen van zijn vader Max. Ze had hem benaderd met de vraag of Dinah Kohnstamm familie was. In 1943 had de vrouw een niet gesigneerd bloemstilleven gekocht. Toen ze het op een dag uit de lijst haalde, viel er een papiertje uit met Dinah Kohnstamms naam en adres.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65045079-6440c7.jpg|https://images.nrc.nl/xcnbroXmK0PXqw-puHRb4_Pb7pA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65045079-6440c7.jpg|https://images.nrc.nl/qFzuuoBd5G-wlk_9T6lhk6azFoo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65045079-6440c7.jpg)
Het schilderij van Dinah Kohnstamm (1869-1942) dat door de Duitse eigenares werd teruggeschonken.
Jacob Kohnstamm: „Dinah was mijn oud-tante, een kunstenares. Samen met haar zuster is ze in 1942 in Auschwitz vermoord. Haar atelier is in de oorlog ontruimd. Toen de Duitse vrouw het adrespapiertje vond, vermoedde ze dat het om een gestolen kunstwerk ging. Ze wilde het graag teruggeven. Mijn vader wilde haar ervoor betalen. Met een lach zei de vrouw tegen me: ‘Vier Reichsmark betaalde ik ervoor. Als uw vader me die kan geven graag. En anders hoef ik niks.”
Op verzoek van de Raad voor Cultuur zat Jacob Kohnstamm de commissie voor die minister Van Engelshoven (D66, Cultuur) maandagmorgen allerlei verbeteringen adviseerde voor het Nederlandse teruggavebeleid van naziroofkunst. Adviezen die tegemoetkomen aan de internationale kritiek na een aantal recent afgewezen restitutieverzoeken.
Uw evaluatierapport heet ‘Streven naar rechtvaardigheid’. Was het nodig om dat te onderstrepen?
Jacob Kohnstamm: „Nee. Rechtvaardigheid nastreven was al vanzelfsprekend in restitutiebeleid, en dat blijft zo. In het woord ‘streven’ zit tegelijk het dilemma dat we als commissie steeds hebben gevoeld. Het onrecht dat Joden in de nazi-tijd is aangedaan, kun je nooit ongedaan maken met het restitueren van kunst.”
Het beleid van de Nederlandse Restitutiecommissie is „veelal te formalistisch” en „onvoldoende invoelend” concludeert u. Hoe komt dat?
„Een aantal procedurele elementen wordt door claimanten terecht als storend ervaren. Daarnaast is het secretariaat van de Restitutiecommissie onderbemand, waardoor niet snel en accuraat genoeg kan worden gereageerd op claimanten.
Nog bijna 2000 door de nazi’s gestolen schilderijen in rijksbeheer bieden kansen op identificatie, en dus teruggave
„We hebben gezocht naar oplossingen. Teruggaveverzoeken monden nu uit in een ‘bindend advies’ van de Restitutiecommissie. Een curieuze benaming voor wat eigenlijk een besluit is; de betrokken partijen kunnen zich alleen maar neerleggen bij het oordeel. De Restitutiecommissie vroeg ons om bij de minister te pleiten voor afschaf van de bindend-adviesprocedure. Als zij voortaan adviezen mogen uitbrengen, zouden minder procedurele waarborgen nodig zijn die als formalistisch worden ervaren.
„Als commissie hebben we geadviseerd de bindend-adviesprocedure minder knellend te maken. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid te introduceren betrokken partijen ook te horen. Dan kun je inventariseren of er ook een andere oplossing is dan wel of niet restitueren. En geef claimanten en musea de gelegenheid hun visie te geven op het conceptadvies. Ook dat schept mogelijkheden op een voor alle partijen aanvaardbare oplossing.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65044983-906d54.jpg|https://images.nrc.nl/WooZHQw5t_nyI6DdN0-BtWzbyZ8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65044983-906d54.jpg|https://images.nrc.nl/kde24a8tFTBXAtJZzRko9378BV4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65044983-906d54.jpg)
Wassily Kandinsky, Bild mit Häusern, 1909. Foto collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Vanaf 2015 ging de Restitutiecommissie de belangen van een museum om een geroofd kunstwerk te houden meewegen. Hadden de vele critici op die beleidswijziging gelijk?
„Los van wat buitenstaanders daarvan zeiden, vonden wij als commissie dat aan die belangenafweging iets onjuist kleefde. Als je vaststelt dat er een rechthebbende is voor gestolen kunst, dan is de weging van belangen eigenlijk niet meer relevant. Dan moet je restitueren. Punt.
„Volgens artikel 8 van de Washington Principles (de internationale afspraken over restitutie van naziroofkunst, red.) mogen voor een ‘billijke en rechtvaardige oplossing’ alle omstandigheden worden meegewogen. Een belangenafweging kan in principe dus wel. Maar volgens onze commissie stond de invulling van artikel 8 van de afgelopen jaren uiteindelijk een rechtvaardig restitutiebeleid in de weg.”
Want?
„De Restitutiecommissie woog bijvoorbeeld mee hoe intensief ex-eigenaren bezig zijn geweest om geroofde kunstwerken na de oorlog terug te krijgen. Dat is in onze ogen onbestaanbaar. Joden die uit de onderduik of uit kampen terugkwamen hadden na de oorlog eerst echt andere zaken aan hun hoofd dan het verdwenen schilderij van hun grootvader.”
Als een museum roofkunst na de oorlog aantoonbaar te goeder trouw van een derde heeft gekocht, kan de Restitutiecommissie volgens uw advies toch ook „een meer bemiddelende oplossing aandragen, mits daarmee in betekenisvolle mate het onrecht wordt hersteld dat door het bezitsverlies is veroorzaakt”. Wilt u dat toelichten?
„Te goeder trouw moet je beoordelen naar het moment van de verkrijging. Wij hebben inmiddels veel strengere criteria voor herkomstonderzoek dan in de jaren zestig of zeventig. Dus zeggen wij: het kunstwerk dat je destijds kocht, zou je met de huidige normen voor herkomstonderzoek toen nooit gekocht hebben. Als commissie vinden wij daarom dat het Rijk of een decentrale overheid geen beroep op verwerving te goeder trouw zou moeten doen, als die verwerving plaatsvond onder omstandigheden die naar de huidige maatstaven onaanvaardbaar zijn.
„Maar als een museum wel te goeder trouw heeft aangekocht, zou je met elkaar aan tafel moeten gaan en met overtuiging en met empathie kunnen proberen tot afspraken te komen. Bijvoorbeeld dat de opbrengst bij verkoop deels naar het museum gaat. Of dat bij het kunstwerk in het museum een uitlegtekst komt over de herkomstgeschiedenis. Of financiële compensatie voor de rechthebbenden.
„Of zo’n bemiddelende aanpak in de praktijk werkt, zal moeten blijken. Onze taxatie is dat de emotionele band die de claimant voelt met de geschiedenis vaak zwaarder weegt dan de band met het kunstwerk. Dat biedt in lastige situaties kansen op een alternatieve oplossing.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54007267-acc63c.jpg)
Als de minister uw adviezen overneemt, zijn er vast indieners van recent afgewezen restitutieverzoeken die menen te zijn benadeeld door de belangenafweging. Heeft u voor hen ook een advies?
„Nee, wij adviseren de minister. En ons advies is om het restitutiebeleid te wijzigen. Bij nieuw beleid moet de desbetreffende bewindspersoon altijd de vraag stellen of dat beleid ook terugwerkende kracht heeft. Ik doe daar geen uitspraak over. Dat is echt een politiek besluit.”
Sinds 2007 wordt geen onderzoek meer gedaan naar de herkomstgeschiedenis van de NK-collectie, de gestolen kunstwerken die na de oorlog uit Duitsland zijn gerecupereerd en door de staat worden beheerd. U adviseert de minister het onderzoek te hervatten en daarvoor 3 miljoen euro vrij te maken. Waarom?
„De Washington Principles verplichten onze overheid om onderzoek te doen. Dat mag je niet overlaten aan de achterachterneven van degenen die zijn vermoord en beroofd. Ongeveer de helft van de 3.750 werken in de NK-collectie biedt kansen op identificatie. Wij horen van experts dat de achterkanten van sommige schilderijen nooit goed onderzocht zijn, de bron waar je doorgaans begint. Daarnaast zijn de onderzoeksmiddelen sinds 2007 sterk verbeterd. Volgens experts bestaat er een gerede kans dat nieuw onderzoek resultaat oplevert.”
Meermaals is geopperd het restitutiebeleid te stoppen. Uw commissie adviseert geen einddatum in te stellen. Waarom?
„Zo’n beslissing kan alleen internationaal genomen worden, door de landen van de Washington Principles. Waarom zou je ophouden zolang nog herkomstonderzoek mogelijk is? Als we de komende vier jaar intensief herkomstonderzoek doen, zal het aantal restitutieverzoeken daarna sterk afnemen, verwacht ik. Persoonlijk zou ik het ook een pijnlijk besluit vinden om een einde te stellen aan restitutie.”
Uw adviezen kunnen worden genegeerd.
„Herman Tjeenk Willink zei ooit: ‘Als je het niet prettig vindt dat je adviezen niet worden opgevolgd, moet je geen adviseur worden.’ De grote meerderheid van de Restitutiecommissie heeft laten weten zeer verguld te zijn met het rapport. Als de minister ons beoordelingskader overneemt, zorgt dat voor een unieke, toonaangevende situatie. De transparantie van ons restitutiebeleid is onnoemlijk veel groter dan dat van de vier andere landen met een restitutiecommissie. De internationale kritiek komt mede voort uit onze openheid.”