Dinsdag begon de rechtszaak die Milieudefensie aanspon tegen Shell. De oliemaatschappij zou te weinig doen tegen klimaatverandering, volgens de milieuorganisatie. Met die rechtszaak als uitgangspunt onderzoeken theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit wie in de huidige klimaatcrisis welke rol opeist of van zich afschuift.
De zaak Shell is het resultaat van anderhalf jaar research, vertellen ze aanvankelijk. Nuyens en De Wit kochten elk een aandeel van Shell om toegang te krijgen tot de aandeelhoudersvergadering, lazen speeches en beleidsnota’s en bevroegen hun eigen, particuliere zorgen.
Want Shell mag dan beschikken over een speciaal team dat voortdurend uitdenkt hoe ze op mogelijke toekomstscenario’s moeten anticiperen, voor Nuyens en De Wit fungeert de theatervloer als zo’n scenario-afdeling. Het is een plek voor gedachte-experimenten. Hoe kunnen we later aan onze kleinkinderen uitleggen waarom we nu niet massaal in actie kwamen?
Op de theatervloer staat een verhoogd wit podium, dat door inventieve lichtwissels de verschillende arena’s vertegenwoordigt waar dit klimaatdebat zich afspeelt: niet alleen bij Shell, maar ook in de Mediamarkt, op het Binnenhof, of op een plein tijdens een klimaatmars.
Nuyens en De Wit voeren achtereenvolgens zes personages/perspectieven op die zich tot het klimaatprobleem verhouden. Eerst komt de CEO van Shell aan het woord; een sympathieke verbinder die zich hardop zorgen maakt om de aarde. Het is een fenomenale rol van Jaap Spijkers, waarbij je je constant afvraagt of hij een schemergordijn van empathie aan het opwerpen is, of dat zijn engagement oprecht is. Shell, stelt hij, sluit uitsluitend aan op de vraag van de consument. Verandert die zijn gedrag, dan is een radicale koerswijziging onafwendbaar.
Vervolgens vertolkt Janneke Remmers op geestige wijze het perspectief van de consument. Ze vraagt zich af hoe het kan dat ze de Mediamarkt niet uitloopt met de printer waar ze voor kwam, maar met een trilplaat tegen buikvet. Ja, het klopt dat zodra consumenten hun gedrag aanpassen, bedrijven hun koersen moeten wijzigen. Maar is het wenselijk dat de consument, na een lange werkdag, afgepeigerd tussen de supermarktschappen verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde? Moet de overheid niet meer daadkracht tonen?
Meebewegen
De beleidsmaker (Remmers opnieuw, in een rol vol retorische trucjes en verhulde ijdelheid) schuift het probleem door naar de burger (Spijkers als goedbedoelende leraar maatschappijleer). Maar de burger legt het probleem weer neer bij de toekomstige generatie: een ontroerend, persoonlijk relaas van theaterstudent en klimaatactivist Musia Mwankumi, voortdurend laverend tussen hoop en wanhoop.
Nuyens en De Wit maken haarfijn inzichtelijk hoe de klimaatcrisis op dit moment vooral een verantwoordelijkheidscrisis is. En inherent aan het besef dat we allemaal het probleem zijn, zijn we ook allemaal onderdeel van de oplossing. Dat is een hoopvolle en zeer waardevolle conclusie: de complexiteit van onze belangen en behoeftes is niet iets om moedeloos of cynisch van te worden, maar om te omarmen. Want waar de een verschuift, beweegt de ander per definitie mee. Zo tonen de makers hoe de zorgen van nu wel degelijk kunnen evalueren in de waarden van morgen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/10/0511zatessaypaulluttikhuislos6b-web.jpg)