Na kritiek van hoogleraren, Tweede Kamerleden en de Raad van State past het kabinet de opzet van het Nationaal Groeifonds aan. Dat schrijft het kabinet dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De Raad van State en de Rekenkamer waren kritisch over de opzet van het investeringsfonds waarmee het kabinet de komende vijf jaar 20 miljard euro aan investeringen wil doen, die de economische groei op lange termijn zouden moeten stimuleren. Volgens de adviesorganen van het kabinet deed het oorspronkelijke plan van ministers Wopke Hoekstra (CDA, Financiën) en Eric Wiebes (VVD, Economische Zaken en Klimaat) afbreuk aan de controlefunctie van de Tweede en de Eerste Kamer. Omdat het kabinet niet koos voor een wettelijk verankerd begrotingsfonds was een goede controle op de extra uitgaven door het parlement niet mogelijk.
Nu kiest het kabinet er toch voor een wettelijk verankerd begrotingsfonds op te richten. Dat duurt twee jaar. Om in de tussentijd wel investeringen te kunnen doen, houden Hoekstra en Wiebes vast aan hun oorspronkelijke plan om een ‘niet-departementale begroting’ aan de rijksbegroting toe te voegen. Het kabinet zegt wel toe uitgaven aan het parlement voor te leggen via zogenoemde ‘suppletoire begrotingen’.
Klimaatverandering
Ook was er in september direct kritiek op de doelen van het fonds. Het Groeifonds zou zich te veel richten op economische groei bij de selectie van investeringen, en te weinig op het tegengaan van klimaatverandering. Nog een opvallende wijziging is nu de eis om de maatschappelijke kosten en baten van een investering te berekenen en daarbij de uitstoot van broeikasgas CO2 een prijs te geven. De som moet positief zijn, schrijft het kabinet: daarop worden voorstellen getoetst.
GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee is blij met deze toevoeging: „Dit borgt dat investeringen uit het fonds niet bijdragen aan klimaatverandering.” GroenLinks onderhandelde de afgelopen maanden met het kabinet over aanpassingen aan het fonds. Klaver wilde garanties van het kabinet dat het geld niet gebruikt kon worden voor de aanleg van wegen of vliegveld Lelystad, zei hij bij de algemene politieke beschouwingen na Prinsjesdag. Van der Lee acht het nu zeer onwaarschijnlijk dat wegen en een vliegveld geld uit het fonds kunnen krijgen.
Op de doelen van het fonds kwam in september ook kritiek van economen als hoogleraar Bas Jacobs. Volgens Jacobs was het een vergissing om economische groei leidend te maken bij de selectie van projecten. Het kabinet zou de brede welvaart als leidend criterium moeten nemen. Jacobs vindt het nieuwe plan een verbetering, omdat alleen projecten gefinancierd mogen worden waarvan de maatschappelijke opbrengsten hoger zijn dan de kosten.
Jacobs: „Er kunnen nu geen bbp-verhogende projecten meer worden gefinancierd waarvan de baten vooral toekomen aan private partijen en de kosten aan de samenleving. Ook is het goed dat de kosten van vervuiling meegewogen worden.” Maar omdat investeringen uit het Groeifonds nog steeds het bbp moeten verhogen van het kabinet, komen groene projecten die de uitstoot van CO2 verminderen maar het bbp niet verhogen niet in aanmerking. Jacobs: „Mijn oorspronkelijke kritiek is niet weg. Het kan nog steeds zo zijn dat maatschappelijk rendabele, welvaartsverhogende milieu-investeringen niet worden gefinancierd omdat ze het bbp niet genoeg verhogen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62014829-d98cf8.jpg)
Jongeren een stem
Ook belooft het kabinet jongeren een stem te geven bij de selectie van projecten voor het Nationaal Groeifonds. Zo richt het kabinet een ‘Raad voor de Toekomst’ op met daarin jongeren. Die Raad moet „als aanjager thema’s identificeren die belangrijk zijn voor het vergroten van de welvaart van toekomstige generaties”. Ook gaat het kabinet bekijken of een generatietoets nuttig is bij het beoordelen van projecten.
Met al deze aanpassingen komt het kabinet tegemoet aan een gezamenlijke motie van ChristenUnie-leider Gert Jan Segers en GroenLinks-leider Jesse Klaver. Zo hoopt het kabinet de komende weken steun te krijgen voor het Groeifonds in de Eerste en de Tweede Kamer, waar het geen meerderheid heeft.
Voorlopig wordt nog niet bekend welke investeringen het kabinet daadwerkelijk wil doen met het geld uit het fonds. Den Haag, Rotterdam en Utrecht hebben al voor miljarden euro’s aan plannen ingediend. Het kabinet maakt een selectie uit de voorstellen van gemeenten, provincies en private partijen. Vervolgens beoordeelt een externe commissie de voorstellen. De voorstellen én het oordeel van de adviescommissie worden „komend voorjaar aan het parlement verstuurd,” schrijven Hoekstra en Wiebes aan de Kamer.
Dit stuk is dinsdag 1 december 17.51 uur geüpdatet met nieuwe informatie.