Bij Holthausen Clean Technology in Hoogezand worden voertuigen omgebouwd op waterstof.
Foto Sake Elzinga
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Noord-Nederland wil groene waterstof, maar voor de fabrieken is dat nu nog te duur
De afnemers van waterstof Noord-Nederland wil groot worden in waterstof, maar wie gaat het afnemen? Groene waterstof is nu nog vijf keer duurder dan aardgas.
In een werkplaats in Hoogezand staat de glanzende toekomst van de Groningse gemeentewerf. Een glanzend rode bestelwagen met aanhanger voor stoeptegels, een glanzend rood rioleringsreinigingsvoertuig, een huisvuilwagen, een spoelwagen. Een vrachtwagen, ook rood, is op vol vermogen aan het proefdraaien. Was dit een dieseltruck, dan zou de hal nu blauw staan, maar er komt alleen stoom uit de pijp bovenaan de cabine. Als Max Holthausen en zijn werknemers met deze wagens klaar zijn, rijden ze op waterstof.
De jonge directeur van familiebedrijf Holthausen Clean Technology is een tevreden ondernemer. Vijf jaar geleden bouwden zijn werknemers „met hikken en stoten” hun eerste voertuig op waterstof, een veegwagen. Het afgelopen jaar kwamen ze tot vijftig wagens. Volgend jaar, als in Winschoten een grote productiehal voor vrachtwagens en bussen opent, moeten het er al tweehonderd zijn. En in 2023, hoopt Max Holthausen, tweeduizend. „Het gaat exceptioneel, het is bizar.”
De drie noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe hebben grootse plannen met waterstof, een brandbaar en licht gas. Eind oktober publiceerden de provincies, gemeenten en twintig bedrijven – grote concerns als Shell en RWE, maar ook Holthausen – een investeringsplan ter waarde van minstens 9 miljard euro. De plannen in het noorden zijn groter dan alle kabinetsplannen voor waterstof bij elkaar.
De initiatiefnemers en bijna de volledige Tweede Kamer zien in Noord-Nederland „grote kansen” voor waterstof – ‘groene waterstof’ met name, die gemaakt wordt met water en elektriciteit.
Dat is een ingrijpende keuze. Niet alleen kost de radicale opbouw van de waterstofproductie vele miljarden. De noordelijke plannen voor 6,5 gigawatt aan ‘elektrolysers’ die groene waterstof maken, vergen zoveel stroom dat ze in 2030 kunnen zorgen voor een toename van 35 procent ten opzichte van het huidige landelijke elektriciteitsverbruik, berekende NRC. Het betekent dat de bouw van windparken op zee moet verdubbelen, anders neemt de CO2-uitstoot toe door al die elektriciteitsproductie.
Leveren aan buurlanden
De noordelijke provincies willen al in 2030 zoveel waterstof produceren dat ze per pijpleiding waterstof kunnen gaan leveren in de Benelux, Duitsland en Frankrijk. „In Noord-Nederland hebben we een fantastische positie”, verklaart Ulco Vermeulen, lid van de raad van bestuur van staatsbedrijf Gasunie, dat als beheerder van het landelijke gasnet participeert in de noordelijke waterstofplannen. „Veel aardgasleidingen, veel gaten in de grond. De Noordzee is heel dichtbij, industrie is heel dichtbij, waar vind je zo’n ideale combinatie? Kenniscentrum er nog bij, mooier dan dit kun je het niet krijgen.”
Voor Gasunie betekent het een tweede leven voor zijn infrastructuur in het noorden. Zoutcavernes voor aardgasopslag (de ‘gaten in de grond’) kunnen worden uitgebreid om waterstof te herbergen. En het landelijke netwerk voor aardgas, waarvan de hoofdwegen naar Groningen leiden, kan deels worden omgebouwd tot een ‘waterstof-backbone’ met een capaciteit van 10 gigawatt. Gasunie vraagt er 1,5 tot 2 miljard euro voor uit het Nationaal Groeifonds.
Bij Holthausen Clean Technology in Hoogezand worden zware voertuigen omgebouwd zodat ze op waterstof rijden. Foto Sake Elzinga
Veel aardgasleidingen, veel gaten in de grond. De Noordzee is heel dichtbij, industrie is heel dichtbij, waar vind je zo’n ideale combinatie?
Ulco Vermeulen lid raad van bestuur Gasunie
Gasuniebestuurder Vermeulen hoopt alleen al daarom dat er voor meerdere gigawatts aan waterstoffabrieken in het noorden gebouwd wordt. „Als je zo’n leiding omzet van aardgas naar waterstof, wil je wel dat er wat doorheen gaat. Hij hoeft niet meteen helemaal vol, maar als daar een halve gigawatt doorheen gaat, is dat een beetje sneu. Dat is niet kostenefficiënt.”
En die zo gewenste noordelijke waterstofeconomie komt alleen op gang als de met elektriciteit gemaakte ‘groene waterstof’ uit het noorden tegen een concurrerende prijs aan klanten kan worden geleverd. „Vanuit technologisch perspectief is het geen probleem om zoveel grote elektrolysers te bouwen”, zegt Vermeulen. „Het vraagstuk is het geld. Kun je het op de goede manier in de markt krijgen?”
Miljarden kubieke meters
Nederland is al een waterstofland. Onzichtbaar voor de doorsnee burger gaat het waterstofgas er met miljarden kubieke meters doorheen in de zware chemische industrie. Die industrie bevindt zich niet zozeer in het noorden: in de regio die zich sinds vorig jaar officieel een Europese Hydrogen Valley mag noemen, gaat slechts 7 procent van de Nederlandse waterstof om. De grote raffinaderijen en chemische fabrieken – Rotterdam, Zeeland, Geleen – zijn de belangrijke afnemers. Ze gebruiken waterstof als grondstof voor bijvoorbeeld benzine of ammoniak.
Die waterstof wordt nu gemaakt van aardgas, waarbij CO2 vrijkomt. Met name voor de industrie heeft schone waterstof „grote prioriteit”, schreef het kabinet in maart in zijn waterstofvisie. CO2-vrije waterstof is niet alleen een schone grondstof, het is ook een geschikte brandstof voor gloeiend hete fabrieksbranders, en in de toekomst misschien zelfs voor hoogovens.
Het zijn processen die nu technisch niet op elektriciteit kunnen draaien. Zonder schone waterstof komen ze lastig van de fossiele brandstof af. Onder de potentiële afnemers die het investeringsplan noemt, is daarom een aantal industriële bedrijven, zoals methanolproducent BioMCN en magnesiumverwerker Nedmag.
Groene waterstof is op dit moment vijf keer duurder dan aardgas
Tjisse Noordhuis manager industriepark Emmtec
De industriële partij die in het plan de grootste potentiële vraag naar waterstof heeft, is industriepark Emmtec in Emmen. Chemieconcerns als Teijin, BASF en DSM maken er vooral kunstvezels.
Op een in onbruik geraakt terrein van de NAM in Emmen wil Shell op korte termijn een elektrolyser van 10 megawatt bouwen die waterstof gaat leveren voor Emmtec. Drie weken geleden kondigde de provincie Drenthe aan dat ze Shell 1,65 miljoen euro startsubsidie geeft. „Emmtec heeft meteen gezegd: laat ons daarin participeren”, zegt manager parkservices Tjisse Noordhuis aan de telefoon. „Je zult iets moeten doen om van je fossiele brandstoffen af te komen. Waterstof is een heel mooie volgende stap.”
Op het park exploiteert Emmtec Services een energiecentrale die het hele terrein voorziet van gloeiend hete stoom (190 tot 400 °C) en elektriciteit. De centrale draait nu op heel veel aardgas: met 100 miljoen kubieke meter is Emmtec een grootverbruiker. Dat aardgas zou je geleidelijk kunnen vervangen door waterstof.
Bij Holthausen Clean Technology in Hoogezand
Foto Sake Elzinga
In het investeringsplan er is al sprake van een uitbreiding van de elektrolyser naar 50 of 250 MW. Maar eerst moeten de fabrieken op het Drentse industrieterrein nog ja zeggen tegen gebruik van waterstof, zegt Noordhuis. „Dat is wel een reality check”, zegt hij. „Groene waterstof is op dit moment vijf keer duurder dan aardgas.”
Emmtec Services zelf gaat, ondanks de hoge kosten, waterstof afnemen om centrale pompen en compressoren aan te drijven. Maar het park kan pas grootschalig overstappen als de fabrieken op het terrein hun stoom en stroom laten maken met waterstof uit de elektrolyser. En zover is het nog niet. „De interesse is er wel, maar de enorme meerkosten, daar hikt iedereen tegenaan.”
Transportsector
Voor de transportsector zou die afweging weleens anders kunnen liggen. Aardgas voor de industrie is veel goedkoper dan diesel voor transport, deels door de grote verschillen in belastingdruk – en die prijs is cruciaal voor de businesscase van waterstof. De industrie is gewend aan fossiele waterstof voor 1,50 euro per kilo. Ulco Vermeulen van Gasunie beseft hoe anders dat is voor voertuigen. „Mobiliteit is bereid 8 euro per kilo waterstof te betalen, daar kun je het wel aan kwijt.”
De gemeente Groningen tankt zijn veegwagens en ander waterstofmaterieel bij een tankstation dat het bedrijf van Max Holthausen in de stad aanlegde. Een eigen elektrolyser van 0,2 MW maakt ter plaatse de groene waterstof – en de gemeente betaalt ervoor. Andere gemeentes tonen ook interesse, en Holthausen ziet vooral in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland steeds meer commerciële „grote partijen die zero emission willen rijden, zoals supermarkten”.
Er zijn steeds meer grote partijen die zero emission willen rijden, zoals supermarkten
Max Holthausen directeur Holthausen Clean Technology
Terwijl onder energiespecialisten nog een stevige discussie woedt over de meerwaarde van de waterstofvrachtwagen, rijdt in de groene waterstofplannen al veel verkeer langs. Als Shell zijn elektrolyser gaat bouwen in Emmen, is de waterstof niet alleen voor Emmtec, maar ook voor tien waterstofbussen. Avebe wil aardappels rijden met waterstofvrachtwagens, grondstofhandelaar Theo Pouw wil een bulkschip op waterstof laten varen. In theorie dan – volgens analisten is het schip „nog niet concreet genoeg om een project te mogen heten”.
En er komt een trein aan. In maart slaagde een proef om de dieseltrein tussen Leeuwarden en Groningen op waterstof te laten rijden. Er hoeft geen bovenleiding te worden aangelegd, de provincies willen de „CO2-vrije” waterstoftrein in 2024 opnemen in de dienstregeling. Uniek, Nederland is het tweede land in de wereld waar een waterstoftrein rijdt, zei een manager van spoorbedrijf Prorail in een promotiefilm.
Maar dat alles, van trein tot vrachtwagen op waterstof tot industriële stoomketel, wordt alleen écht CO2-vrij als er voor 2030 heel veel windparken op de Noordzee bijkomen. Een verdubbeling, denken experts – en het kost alleen al miljarden euro’s aan elektriciteitskabels om die vele honderden windmolens aan te sluiten.
Ernst Worrell, hoogleraar energie en grondstoffen van de Universiteit Utrecht denkt dat het technisch nét zou moeten kunnen. „Dan zou Tennet nu aan de slag moeten met de aanbestedingen.” En toch voelt hij zich alsof hij „in een sciencefictionroman is terechtgekomen” bij de plannen voor de bouw van grote aantallen elektrische waterstoffabrieken in Nederland en Europa. „Ik denk dat we heel goed moeten nadenken waar waterstof zinnig is en waar je elektriciteit beter direct in kan zetten. Hoe ziet de Nederlandse industrie er in de toekomst uit? Waterstof zal daar onderdeel van zijn, maar de vraag is in welke mate. Dan kunnen we een reële schatting maken.”