Actievoerders boden in 2019 een dagvaarding aan bij het hoofdkantoor van Shell.

Foto Koen van Weel/ANP

Interview

‘Klimaat is steeds meer mensenrechtenzaak’

Laura Burgers Onderzoeker Klimaatzaken

Toekomstige generaties kunnen niet deelnemen aan democratische besluitvorming over de aanpak van de klimaatcrisis. Maar dankzij klimaatrechtszaken wordt hun stem toch gehoord, zegt onderzoeker Laura Burgers.

Deze dinsdag begint in Den Haag de rechtszaak van Milieudefensie en ruim 17.000 mede-eisers tegen Shell. De milieuorganisatie eist dat het gas- en oliebedrijf zich gaat houden aan de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben, en niet alleen voor Shell in Nederland.

Dat Shell er niet zomaar vanuit kan gaan dat het deze rechtszaak zal winnen, bleek in 2015, toen duurzaamheidsorganisatie Urgenda de Nederlandse staat voor de rechter daagde. Weinig mensen verwachtten destijds dat de rechter het zou aandurven om de staat op de vingers te tikken. Klimaatbeleid was toch iets voor de politiek, daar diende een rechter zich niet mee te bemoeien.

Het pakte anders uit. Volgens Urgenda deed de staat onvoldoende om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, en tot drie keer toe was de rechter het daarmee eens. De staat werd gesommeerd om voor het einde van 2020 de uitstoot van broeikasgassen met een kwart te verminderen (ten opzichte van 1990) – iets wat overigens niet lijkt te lukken.

Mensenrechten

Laura Burgers promoveerde eerder deze maand aan de Universiteit van Amsterdam op een onderzoek naar de democratische legitimiteit van klimaatrechtszaken. In haar proefschrift, getiteld Justitia, the People’s Power and Mother Earth, komt ook de dagvaarding in de Shellzaak uitgebreid aan de orde.

„De spanning tussen recht en politiek is eeuwenoud”, zegt Burgers in een interview per skype. „Ook nu het over milieu gaat, laait dat debat op. Veel mensen stellen dat niet de rechter maar de politiek over het klimaat gaat. Maar dat er zoveel klimaatrechtszaken zijn – wereldwijd meer dan duizend – is in mijn analyse een teken van een ontwikkeling waarin het milieu meer tot het domein van het recht gaat behoren en minder tot dat van de politiek.”

Wereldwijd gaat het milieu volgens Burgers bovendien steeds meer behoren tot het domein van de grondrechten en mensenrechten. „Dat is belangrijk, want daarmee ontdoe je het onderwerp deels van zijn politieke lading. Als iets wordt gezien als een mensenrecht, kan het een beslissing legitimeren die ingaat tegen de democratische meerderheid, dus ook tegen regeringsbesluiten.”

Wat is volgens u het belangrijkste verschil tussen de rechtszaak van Milieudefensie en die van Urgenda?

„Urgenda richtte zijn pijlen op de overheid, terwijl Shell een private partij is, een bedrijf. Voor de democratische legitimiteit is het minder controversieel om een private partij ter verantwoording te roepen, dan om te procederen tegen het beleid van een staat.”

Zegt u daarmee dat de Shellzaak voor Roger Cox, advocaat van Milieudefensie en in 2015 ook van Urgenda, gemakkelijker te winnen is?

„Dat hangt ervan af. Bij Urgenda ging het aanvankelijk om wat we onrechtmatige gevaarzetting noemen, gebaseerd op het inmiddels beroemde Kelderluik-arrest. Dat komt er simpel gezegd op neer dat je geen onnodig gevaar mag creëren – ook al mag je een kelderluik gebruiken, je mag het niet onbeheerd open laten staan als je kunt voorzien dat je daarmee anderen in gevaar brengt. Een vraag in de Urgendazaak was of je zo’n privaatrechtelijke doctrine wel kon gebruiken tegen een staat als dat gevaarlijke gedrag in feite gebrekkig klimaatbeleid is. De rechtbank oordeelde van wel. In hoger beroep baseerde het Hof zich op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat is in een proces tegen de staat veel minder controversieel. Mensenrechten zijn ervoor gemaakt om ingeroepen te worden tegen overheden.

„In de zaak tegen Shell zal het eerder andersom zijn. In de dagvaarding van Milieudefensie gaat het in de eerste plaats over die gevaarzetting. Toch wordt er ook een beroep gedaan op mensenrechten. Vreemd is dat niet, want zeker sinds de jaren 70 wordt er gedebatteerd over hoe multinationale bedrijven verantwoordelijk worden gehouden voor mensenrechtenschendingen.”

Duwtje van de rechter

Volgens Milieudefensie moet de rechter zich de vraag stellen: kunnen de klimaatdoelen van Parijs gehaald worden zonder de activiteiten van bedrijven als Shell te reguleren? Daarop is, redeneert de milieugroep, maar één antwoord mogelijk: dat kan niet. De wereldwijde uitstoot van Shell is ongeveer het dubbele van die van heel Nederland. Toch kan het bedrijf zich tot nu toe gemakkelijk aan de klimaatdoelen onttrekken, bijvoorbeeld door zich te verschuilen achter zijn status als multinational. Bovendien, zegt Shell, als wij stoppen met fossiele brandstoffen staan concurrenten klaar om het over te nemen.

Milieudefensie ontkent dat ook niet. Er is in het klimaatbeleid niet alleen een ‘emission gap’, een kloof tussen wat we nog zouden mogen uitstoten en wat we in werkelijkheid doen, maar ook een ‘governance gap’, een kloof tussen wat regeringen hebben beloofd en wat ze kunnen waarmaken. Regeringen durven volgens Milieudefensie zo’n groot bedrijf niet goed aan te pakken. Dus hebben ze een duwtje nodig van de rechter – Milieudefensie wil dat Shell zijn emissies tot 2030 met 45 procent reduceert.

Volgens Laura Burgers is dit een belangrijke redenering. „Zolang er namelijk beslissingsruimte overblijft, is het in eerste instantie een vraag voor de politiek. Dan zal geen rechter daarover iets beslissen.”

Shell stelt: wij stoten zelf helemaal niet zoveel uit. Dat doen de automobilisten die onze producten gebruiken. Is de opwarming die ik veroorzaak door in een benzine-auto te rijden de schuld van Shell of van mij als consument?

„Deze vraag gaat over toerekening. Staten zijn in beginsel verantwoordelijk voor de emissies op hun eigen grondgebied. Ik ben heel benieuwd hoe de rechter in dit verband oordeelt over bedrijven. De vraag speelde een rol in een rechtszaak tegen het Noorse staatsoliebedrijf. Noorwegen haalt zelf bijna al zijn energie uit waterkracht. Het bedrijf exporteert olie en gas, wat andere landen daarmee doen vonden ze niet hun verantwoordelijkheid. De rechtbank van Oslo was het daarmee eens. Maar het Hof oordeelde daarna anders. Dat zei: wacht eens even, voor toekomstige generaties maakt het helemaal niets uit waar de uitstoot plaatsvindt. In alle gevallen zal het tot opwarming leiden. Als Noorse fossiele producten over de grens worden gebruikt, kan de uitstoot dus wel degelijk aan Noorwegen worden toegerekend.”

In uw proefschrift speelt het begrip ‘toekomstige generaties’ ook een belangrijke rol. U stelt dat ze in de constitutionele rechtsstaat slecht vertegenwoordigd zijn. Wat bedoelt u daarmee?

„In een democratie vinden we recht legitiem omdat iedereen heeft kunnen meedoen aan het publieke debat dat leidt tot wetgeving. Dat kan bijvoorbeeld door in de politiek te gaan, via de media, door op Twitter bij te dragen aan het publieke debat. Toekomstige generaties doen niet mee, want die zijn er nog niet. Maar ze hebben wel het meest te lijden onder klimaatverandering.

„Het is trouwens een juridische term, toekomstige generaties. Noorwegen waarborgt in de grondwet het recht op een gezond milieu voor huidige én toekomstige generaties. Het Klimaatakkoord van Parijs spreekt over ‘intergenerational justice’ – rechtvaardigheid tussen generaties. Klimaatzaken emanciperen toekomstige generaties door naar dat soort bronnen te verwijzen. Milieudefensie doet dat ook in zijn dagvaarding. En in de dagvaarding van de Belgische klimaatzaak wordt geschetst hoe de wereld er uit zal zien door klimaatverandering en dan wordt gezegd: zo’n wereld willen we onze kinderen niet nalaten.

„Urgenda beriep zich erop door te stellen ook voor de belangen op te komen van mensen uit andere landen en van toekomstige generaties. Dat eerste is door de rechtbank niet geaccepteerd, maar dat tweede wel. Dat kwam vooral omdat de staat niet betwistte dat klimaatverandering een groot risico vormt voor de mensen na ons.

Waarom zou je je zorgen maken over toekomstige generaties? We hebben altijd nieuwe oplossingen gevonden voor onze problemen.

„Dat was ook een verweer van de staat in de Urgendazaak: we hoeven die emissiereductie niet al in 2020 te realiseren, dat kan later, als we technologieën hebben die dat veel eenvoudiger maken. Urgenda zei: nu al bestaat de noodzaak tot aanpassing aan klimaatverandering, door uitstel zou de toekomstige last alleen maar groter worden. En je kunt je argumentatie niet stoelen op nog niet uitgevonden technologie. De rechter ging daarin mee.”

Shell zegt dat we allemaal het risico van klimaatverandering kenden.

„We kennen allemaal de hashtag #shellknew. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat oliemaatschappijen waaronder Shell al heel lang wisten wat de gevolgen van hun handelen zou kunnen zijn. Eind jaren negentig verhoogde Shell zijn nieuwe boortorens op zee met twee meter uit vrees voor de gevolgen van de zeespiegelstijging. Volgens het Kelderluik-arrest moet je voorzorgsmaatregelen nemen als je had kunnen voorzien dat er schade kon ontstaan.

Lees ook deze achtergrond over de klimaatkennis bij Shell

„In de Urgendazaak betwistte de staat de schade die klimaatverandering zal veroorzaken niet. Ook in eerdere klimaatzaken tegen olieconcerns worden de gevolgen van klimaatverandering niet in twijfel getrokken. Shell zal dat ook niet doen. De kern van de zaak is dat Shell zegt: het is niet onze verantwoordelijkheid.”