Reportage

Hoe het is om even een paling te zijn

Kunstinstallatie In het donker, zich stotend en struikelend, ervaart hoe het is om een paling te zijn. „Ik zit vast, als hedendaags mens, als paling, en ik kan nergens meer naartoe.”

Foto Getty Images

‘Het is soms lastig om een mens te zijn, maar sta je er weleens bij stil hoe het is om een paling te zijn?”, vraagt de Ambassade van de Noordzee ons op haar website. De ambassade werd in 2018 in Den Haag opgericht om een stem te geven aan de Noordzee en al haar bewoners, onder meer aan de paling. „Ieder lokaal belang doet er toe, dus ook dat van de paling.” Of, vanuit lokaal Amsterdams perspectief: „De paling is door de jaren heen een echte Amsterdammer – Oosterdokker zelfs – geworden en iedere Amsterdammer doet ertoe.”

De ‘ambassadeurs van de Noordzee’ laten zich inspireren door het gedachtengoed van filosoof Bruno Latour, die bekend werd met zijn boek We zijn nooit modern geweest. Latour, die al sinds de jaren negentig pleit voor de representatie van niet-mensen in ons politieke systeem, kreeg 24 november de prestigieuze filosofieprijs Spinozalens 2020 uit handen van een andere Amsterdammer, Femke Halsema.

Zijn pleidooi is urgenter dan ooit, gezien de ecologische rampen die ons boven het hoofd hangen. Anno 2020 wonen we in een wereld die vrijwel volledig door en voor mensen is ontworpen. Ik hoor u, krantenlezer in een door en voor de mens ontworpen stoel, nu vragen, wat maakt mij die paling uit? En dat snap ik wel, maar misschien is dit nou net het punt dat de ambassade wil maken. Iedereen doet ertoe. Niet alleen wij, mensen. Niet alleen maar de witte, plunderende man. Over dat laatste zijn we het inmiddels eens, toch? Dan kunnen we het op een dag wellicht ook eens worden over de rechten van de niet-mens?

Lees ook: In de buik van een walvishaai.

Ik kom geen stap vooruit

Op het voormalige marineterrein in Amsterdam word ik ontvangen met handschoenen, kniebeschermers en een veiligheidsbril. We staan naast de schietbaan, een langgerekte container, de deur klappert in een gure wind. Eenmaal gewapend tegen het gevaar dat binnen op mij ligt te wachten, word ik met gesloten ogen naar binnen geleid. Dan valt het licht uit. Voor de komende twintig tot dertig minuten ben ik een Amsterdamse paling die haar weg naar zee zoekt.

Ik vind het al gauw heel vervelend een paling te zijn. Ik word telkens door een installatie – later blijkt het een turbine – heen en weer gestoten, weggestoten, naar de grond gestoten. Ik kom geen stap vooruit. De vloer werkt ook niet mee, er ligt van alles: piepschuimkorrels, touwen, jutezakken en andere troep. Tot drie keer toe struikel ik bijna. Wat al helemaal niet meewerkt is de groeiende onzekerheid. Zou een paling die ook ervaren? Moet ik nog wel rechtdoor? Is het de bedoeling dat ik kruipend verder ga of wordt mijn hoofd er dan per ongeluk afgechopt? Ik denk aan de handtekening die ik nog even onder een document moest krabbelen voor ik de schietbaan inging: ik ben zelf aansprakelijk voor alles wat er binnen de container met mij, mensenpaling, gebeurt.

Kom op, je bent een paling. Gedachten uit, verbeelding aan. Ik ben in een donkere rivier op weg naar de Sargassozee, vijfduizend kilometer en vijf maanden verwijderd… en het gaat nu al mis. Als ik niet uitwijk zwem ik in een enorme turbine. Paniek. Verbeelding uit, gedachten aan! Niks aan de hand, ik ben een mens in het kunstwerk F/EEL van de Taiwanese kunstenaar Sheng-Wen Lo. Nee hup, je bent een paling! Terug is de paniek. De angst die ik voel is natuurlijk mensenangst, maar ik durf te wedden dat een paling hier ook niet blij van wordt. Plots ben ik het eerste gevaar voorbij en gaat het licht aan. Ik kijk achterom. Zo in het vage schemerlicht ziet de turbine die mij in duizend stukjes zou vermorzelen, er heel wat vriendelijker uit. Ik bevind me nu voor een muur, te hoog om te beklimmen. Links staat een trap-achtig iets, rechts is een zeil gespannen, als een glijbaan van de muur tot de grond. Beide zijn duidelijk niet voor mensen ontworpen. Het is ineens een stuk leuker om een paling te zijn. Hmmm, wat nu ? Moet een paling ook zo vindingrijk zijn? Opletten, kijken, onthouden, voordat straks het licht weer uitgaat. Jaren geleden ben ik voor een boek dat ik schreef in de huid van een blinde vrouw gekropen, ik woonde nog in Parijs. Onthand liep ik met een masker naar het lokale metrostation, hield me vast aan de leuningen, telde mijn stappen tot het metropoortje. Ik kwam er al gauw achter dat blinde mensen niet alleen gebaat zijn met een goed reuk- en rekenvermogen, maar ook met een olifantengeheugen. 1.864 stappen naar het juiste metropoortje. Vanaf daar 642 stappen naar het juiste perron. 816 stappen naar de bakker. Etcetera. De hedendaagse paling is een blinde in een niet voor blinden ontworpen samenleving.

Gevoel van paniek

Ik kies na wat gestuntel op de trap die geen trap is voor het zeil – en glijd een paar keer naar beneden voordat ik de bovenkant van de muur haal. Er volgen meer paniek- dan Indiana Jones-momenten. En dan zit ik gevangen in een visnet, vastgehaakt in een ander visnet.

Om uit deze installatie – de Amsterdamse wateren – te komen, moet ik kennelijk ervaren hoe het is om gevangen te zitten. Mijn steeds sneller kloppende hart zoekt tevergeefs een weg naar buiten, en ik weet dat, mens of niet-mens, dit gevoel van paniek universeel moet zijn. Ik zit vast, als hedendaags mens, paling, haai, walvis, walvishaai, schildpad en tonijn, ik zit vast en kan nergens meer naartoe.

Misschien zijn wij, dichtgespijkerde producten van de tijdgeest, inderdaad nooit modern geweest, zoals Bruno Latour beweert. Onze overtuigingen en leefregels, meer links of rechts van het spectrum, meer progressief of conservatief, zitten klem in het huidige, heersende verhaal dat mensen er meer toe doen dan niet-mensen, net zo klem als palingen in een ton – of op weg naar de Sargassozee. Nog meer dan een Amsterdammer is de paling bedreigd, flink bedreigd, en als we niet de moeite doen om ons perspectief te verbreden naar de niet-mensen, zijn we straks een zeer geliefde – en lekkere – Amsterdammer kwijt.

Ook een paling zijn? Tot 6 december is aanmelden voor een tijdslot mogelijk via www.parlementvandedingen.nl.