Het ziekenhuis wil liever niet dat de arts corona relativeert

Corona Universiteiten en ziekenhuizen worstelen met medewerkers die de ernst van het coronavirus bagatelliseren. Met gedragscodes proberen zij reputatieschade te voorkomen.

Plastic schermen moeten voorkomen dat corona zich verspreidt. Het ziekenhuis op deze foto's komt niet voor in het artikel. Foto Rob Engelaar/ANP
Plastic schermen moeten voorkomen dat corona zich verspreidt. Het ziekenhuis op deze foto's komt niet voor in het artikel. Foto Rob Engelaar/ANP

Corona gevaarlijk? Nee, de lockdownmaatregelen, díe zijn pas dodelijk, zegt Michaéla Schippers, hoogleraar gedrag- en prestatiewetenschap. „Ik heb alle effecten bekeken, wereldwijd”, zegt ze vanuit een bakstenen studio waarin de partij Forum voor Democratie haar eigen ‘journaal’ opneemt. „De bijeffecten van de maatregelen gaan meer doden eisen dan de Eerste- en Tweede Wereldoorlog bij elkaar”. In een podcast van haar Erasmus Universiteit schat de hoogleraar dat er zo’n „honderd miljoen doden” zullen vallen door honger als gevolg van lockdowns.

De optredens van Schippers krijgen kritiek. Op Twitter wordt haar werkgever aangesproken: Wat vindt de @erasmusuni hiervan? Factchecker Pepijn van Erp noemt haar overzichtsstudie „het betere apocalyptische bierviltjesrekenwerk”. Hij toont dat het aantal berekende doden eerder een slag in de lucht is, dan resultaat van een nauwkeurige studie. Ook in haar eigen vakgroep krijgt Schippers felle kritiek op haar paper, bevestigt de Erasmus Universiteit. Ze zou er te vergaande conclusies aan verbinden. De faculteit besluit dat Schippers geen interviews meer mag geven zonder toestemming van de media-afdeling.

In het publieke debat over corona treden regelmatig academici, artsen en andere medici naar voren met boude beweringen. Zoals dat corona nauwelijks dodelijker zou zijn dan een griepje. Of dat maatregelen zoals afstand houden niet nodig zouden zijn. Deze critici brengen hun omstreden boodschap over in petities en veelbekeken online interviews. Hun wetenschappelijke achtergrond wordt daarin extra benadrukt. De artsen dragen in de video’s witte doktersjassen om maar aan te geven: hier spreekt een expert. Het plaatst universiteiten en ziekenhuizen voor een dilemma: hoe om te gaan met medewerkers die het corona-beleid ondergraven?

NRC sprak tien artsen en academici die zich hebben uitgelaten over de maatregelen – in interviews, demonstraties, of op hun eigen Facebook- of LinkedIn pagina. Allemaal zijn ze er op aangesproken door hun werkgever, meestal nadat die waren getipt over de uitlatingen door een collega of iemand van buiten.

Zoals de analist die werkt in een ziekenhuislaboratorium en zich op sociale media kritisch uitliet over de PCR-test. Met die test meet de GGD het aantal nieuwe coronagevallen. De analist vindt deze methode onbetrouwbaar, omdat de test alleen toont of iemand (resten van) het virus bij zich draagt, niet of diegene daadwerkelijk besmettelijk is. De analist wilde hierover een interview geven, haar ziekenhuis hield dit tegen. „Het zou niet conform de gedragscode van het ziekenhuis zijn”, vertelt ze.

Gedragscode

De gedragscode: meer ‘corona-sceptici’ krijgen ermee te maken. Veel ziekenhuizen en universiteiten kennen een protocol waarin staat dat werknemers hun organisatie niet in opspraak mogen brengen, en dat uitingen dienen te worden afgestemd met de communicatie-afdeling. „En de communcatie-afdeling houdt vervolgens alle interviews af”, zegt een hoogleraar, noodgedwongen anoniem.

„Je wordt terug in je hok gestuurd”, aldus een medewerker van een ander ziekenhuis. Deze persoon kreeg een reprimande na kritiek te hebben geuit op het beleid. De medewerker werd onder meer verweten vertrouwen in het beleid te schaden.

Collega’s bij andere ziekenhuizen wordt soms gevraagd in te stemmen met een verklaring die trekken heeft van een spreekverbod. Zo wordt het een arts verboden zich publiekelijk negatief uit te spreken over ‘de gezondheidszorg’. Uit angst hun baan te verliezen durven deze medici hierover niet naar buiten te treden.

Ziekenhuizen zetten dit soort verstrekkende stappen soms nadat ze zijn benaderd door patiënten die boos zijn dat een werknemer van het ziekenhuis de maatregelen bekritiseren. Bestuurders vinden dat dit de instelling schaadt. Zij mogen vrij ver gaan bij het insnoeren van hun medewerkers. „Als werknemer heb je vrijheid van meningsuiting en demonstratievrijheid, maar je moet rekening houden met de reputatie en belangen van je werkgever”, zegt Barend Barentsen, hoogleraar sociaal recht in Leiden. „Een ziekenhuisarts mag zich publiekelijk uiten over medische thema’s onderwerpen, maar meer in de sfeer van vragen stellen. Het beleid van de werkgever openlijk affakkelen gaat te ver.”

Sommige artsen deden de voorbije maanden inderdaad vergaande uitspraken. De Limburgse huisarts Rob Elens vermoedde een farmaceutisch complot tegen het middel dat de Amerikaanse president Trump aanprees tegen corona, hydroxychloroquine. Een arts in opleiding van het Leidse LUMC vergeleek corona-maatregelen in Nieuw-Zeeland met de Jodenvervolging. Ook artsen die met beter onderbouwde kritiek van zich lieten horen, klagen over censuur. Ook hun werd in gesprekken door leidinggevenden verteld dat zij publiekelijk het coronabeleid niet in twijfel moeten trekken. Zoals de specialiste die bij haar ziekenhuisbestuur op het matje moest komen, omdat zij een petitie had ondertekend. Daarin wordt gesteld dat de maatregelen tegen Covid-19, zoals mondkapjes, meer kwaad dan goed doen.

Deze begrenzing van de vrije meningsuiting kan door de beugel, stelt een woordvoerder van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband. „De oproep mondkapjes te dragen geldt ook in ziekenhuizen. Het past daarom niet als artsen van een ziekenhuis dit bekritiseren”, zegt de woordvoerder. Dat een arts werd verboden zich publiekelijk negatief uit te laten over de zorg in het algemeen gaat volgens hoogleraar Barentsen wel te ver. „Hoe smakeloos bepaalde uitspraken ook zijn, een totaal spreekverbod kan natuurlijk niet.”

Lees ook:Dwarsdenkers hebben meestal ongelijk

Het is een grijs gebied, zegt organisatieadviseur Peter Fijbes die veel bedrijven traint in hun omgang met medewerkers. „Wanneer iemand uit naam van zijn functie samenzweringstheorieën verspreidt, kan een werkgever optreden. Maar als het gaat om inhoudelijke kritiek op het overheidsbeleid, dan betreft het een politieke mening die thuishoort in het publieke debat. Artsen hebben daarin wel een extra verantwoordelijkheid. Als zij publiekelijk roepen: ‘die coronaregels hebben geen zin’, gaan mensen zich daar minder aan houden, omdat een arts geldt als een expert op het gebied van gezondheid.”

Dat de kritiek uit medische hoek impact heeft, bleek onder meer bij de campagne #ikdoenietmeermee waarbij een groep bekende Nederlanders op Instagram stelde dat zij zich niet meer aan de coronaregels willen houden. Ter onderbouwing van hun oproep, verwezen zij naar een petitie waarin zorgprofessionals zich tegen de maatregelen uitspreken. Deze professionals worden onvoldoende ‘gehoord’, klaagden de influencers, van wie een deel na kritiek afstand nam van de actie.

Universiteiten en ziekenhuizen willen, met een beroep op het beschermen van de privacy, niet ingaan op beperkingen die zij hun medewerkers opleggen. Enkele instellingen die werknemers intern verbieden zich kritisch te uiten in de media, laten tegenover NRC weten dat iedereen vrij is om zich uit te spreken.

Gewetensnood

Veel corona-sceptici willen zich blijven uiten, maar vrezen de gevolgen. „Ben ik bereid om ervoor mijn baan te verliezen?”, vraagt de laborant uit het ziekenhuis zich af. „Een enorm dilemma. Ik heb ook een huis en kinderen.” Een ziekenhuisarts spreekt zelfs van „gewetensnood”. „Ik moet van het ziekenhuis tegen mijn patiënten zeggen dat zij een mondkapje moeten dragen, terwijl dat in mijn ogen geen enkele zin heeft. Stem ik daarmee niet in met dit beleid? Kan ik hier nog wel werken?”

Ook een docent rechten in het hoger onderwijs overweegt ontslag te nemen. Zij kreeg van haar werkgever te horen dat ze op de school niet meer mag praten over coronamaatregelen, blijkt uit documentatie ingezien door NRC. Zij stuurde haar collega’s berichten met kritische opmerkingen over het overheidsbeleid. Met leerlingen besprak zij de in haar ogen „onwettige” mondkapjesplicht. „Dan denk ik: daar moet je toch júist op een juridische opleiding over discussiëren?” Nee, vond de opleidingscoördinator. „Het is niet de bedoeling dat je je mening uitdraagt”, kreeg ze te horen. Dit zou commotie kunnen veroorzaken onder de studenten. De coördinator had al juridisch advies ingewonnen, zei hij erbij.

Organisatieadviseur Fijbes vindt dat werkgevers niet meteen moeten dreigen met sancties tegen dergelijke medewerkers. „Je kunt beter met zo’n medewerker in overleg treden. Leg uit waar je mee zit en maak afspraken met elkaar: je mag je mening uiten, maar maak wel duidelijk dat het je persoonlijke mening is, niet die van je werkgever. Zo moet je samen een middenweg proberen te vinden tussen de publieke vrijheden en de verantwoordelijkheid die iemand heeft naar zijn werkgever toe.”