Eindelijk, daar was hij dan – de hoop. Het straaltje zonlicht door vergeelde kantoorlamellen. Want na lange maanden van diepzwart tobben was er vorige week ineens goed nieuws: er is een vaccin onderweg dat de wereld van corona kan bevrijden.
Ik zag een tweet waarin werd gevraagd wat mensen als eerste zouden doen als het vaccin zou werken en eronder verscheen een lange lijst – kleinkinderen knuffelen, met vreemden naar bed, weer overal aanzitten zonder steeds je handen te hoeven wassen.
Maar ik was natuurlijk vooral benieuwd wat mensen op het wérk als eerste weer zouden doen na een veilig vaccin en toen ik de antwoorden las, dacht ik: dat wordt straks chaos. Want de verwachtingen over de werkplek na Covid verschillen nogal.
Want aan de ene kant verschenen de hartstochtelijke kantoorfans die het liefst nu alweer in de auto, in het vliegtuig, op de fiets of in de trein zouden willen springen om hun collega’s te bedelven onder de knuffels, vrijmibo’s, karaokes en pubquizzes.
Die niet kunnen wachten om studenten in een lokaal weer in de ogen te kunnen kijken tijdens het lesgeven. Om weer op zakenreis te kunnen gaan, om weer „een broodje te kunnen eten in de kantine op Surinaamse broodjesdag”, om weer eens te kunnen kantoorflirten.
Die dolgraag eens fatsoenlijk afscheid willen nemen van al die collega’s die de afgelopen maanden het bedrijf verlieten. Die er heel erg naar verlangen om weer eens een flauwe kantoorgrap uit te halen „omdat het effect op Zoom toch een stuk minder is”. Mensen die snakken naar de nabijheid van collega’s überhaupt. „Bij een borrel elkaars aerosolen inademen en wegspoelen met bier”, schreef een lezer.
Heerlijk ook om weer naar kantoor te mogen, schreven die mensen, „waar niemand tijdens een vergadering vraagt waar haar witte shirt gebleven is, waarom de kiwi’s op zijn en of ik de kat niet hoor die voor de deur staat te miauwen”.
Er waren zelfs heel rare mensen die verlangden naar oeverloze vergaderingen „zonder duidelijke agenda met veel geroezemoes, krakende snoeppakjes en burgerlijke ongehoorzaamhumor!”. Naar „workshops, innovation bootcamps en brainstorms omdat innovatie niet zonder interactie kan” – het stond er echt.
Maar aan het andere uiterste van het spectrum trof ik ook mensen. Die dolblij zijn dat ze de file niet meer in hoeven. Die het heerlijk vinden om thuis in „een tijgerlegging te werken”. Die de niezende en snotterige collega’s allesbehalve missen. Die weliswaar dolgraag hun nieuwe collega’s eens zouden willen ontmoeten, maar daarna meteen weer „voor 95 procent thuis gaan werken omdat je dan kan gaan wandelen in alle bespaarde reistijd”. „Ik hoop dat we straks alleen nog naar kantoor hoeven komen als het écht nodig is”, schreef een ander.
Maar ook het aantal dagen dat mensen straks weer naar het werk willen komen, verschilde enorm. Zo zijn er de diehards die vijf dagen per week nog te weinig vinden. „Heerlijk, zo ver mogelijk weg van m’n thuiskantoor”, schreef er een. „Lekker weer dagelijks in de trein om te kunnen nadenken”, een ander.
Maar er waren er ook die „nooit meer terug” willen komen, misschien hooguit een keer om de fles jenever op te halen die nog op de werkplek staat. „Ik blijf gewoon thuiswerken en doe of ik niks van een vaccin gehoord heb”, mailde een collega. „Ik ga het vaccin wel halen, maar vervolgens zeggen dat ik er allergisch voor ben”, zodat mensen denken: laat die maar lekker thuis, schreef een lezer.
Er was eigenlijk maar één ding waarover iedereen het eens was, en dat was dat zoenen op kantoor in het post-coronatijdperk moest worden afgeschaft – bij verjaardagen, voor nieuwjaarswensen, op afscheidsborrels. „Nooit meer verplicht de hele rij hoeven aflebberen”, schreef een lezer. Of ik dat in deze column even wilde opschrijven, zodat ze het op LinkedIn kon delen en dat de regel kon worden. Nou bij deze dan. Ik denk dat we daar wel uitkomen.
Maar verder hou ik m’n hart vast, hoe we na corona de werkvloer weer netjes op gang krijgen. Ik kreeg zelfs medelijden met alle managers en al die mensen van de bedrijfshuisvesting – dat heet tegenwoordig facility management – die alles straks in goede banen moeten leiden. Ik kan ze weinig zekerheden bieden.
Behalve dan dat uiteindelijk de kantoorfans zullen winnen. Daar ben ik heilig van overtuigd. Kantoor heeft status, enfin, daar schreef ik al eerder over, en kantoorfans hebben grotere monden dan thuiswerkers, dat ook.
Maar de eerste maanden na het vaccin zullen turbulent zijn. Als de thuiswerkers nog denken dat ze thuis kunnen blijven, als de bazen gaan klagen waar ze blijven en iedereen met andere verwachtingen terugkeert. Je zou bijna denken: gelukkig duurt het nog even.
Maar dat zal je mij niet horen zeggen.
Hoe was jouw week? Japke-d. Bouma wil het graag weten. Tips via @Japked op Twitter.
Dit waren de Jeuktweets van de week
Vandaag kregen wij tijdens een werkoverleg de oproep om "goed in alle hoekjes te plassen". Met als vervolg de opmerking "jullie mannen weten wel hoe dat moet". @Japked deze was voor mij nieuw, is dit een geaccepteerde managementterm?
— Erik van Spijker (@ErikvanSpijker) November 18, 2020
Hoor zojuist mijn thuiswerkende man in een overleg zeggen dat hij 'ergens een ei over gaat leggen' met de projectgroep. @Japked hoe zou dat digitaal gaan? En niet digitaal?
— Liesbeth van Pelt- van Hemsbergen (@liesbethvanpelt) November 18, 2020
Even de @Japked -hulplijn inschakelen: de collegepartijen in mijn dorp willen ‘ambities stapelen’. Wat is dat? Klinkt wel lekker ambtelijk. pic.twitter.com/cl7fj1L7Lf
— Conrad Berghoef (@conradberghoef) November 18, 2020
Een statenbrief van @provgelderland:
'Met de “klimaatadaptieve bril” op willen we in de uitvoering van dit beleid meer koppelingen en verbindingen maken en zoeken naar multipliers met impact'.
Help, @Japked!
— Antoon Kanis (@AntoonKanis) November 22, 2020