De bijdrage van luchtvaart aan de opwarming van de aarde wordt onderschat. Tot nu toe kijkt de wetenschap vooral naar uitstoot van CO2. Andere effecten van de luchtvaart dragen echter twee keer zo veel bij aan de klimaatverandering.
Dat blijkt uit een studie van EASA, de Europese organisatie voor luchtvaartveiligheid. De conclusie is overgenomen door de Europese Commissie, de opdrachtgever van het onderzoek. Het EASA-onderzoek dateert uit augustus en is dinsdag door de Europese Commissie gepubliceerd.
Onder wetenschappers bestaat consensus over de bijdrage van de mondiale luchtvaart aan de totale uitstoot van CO2 door mensen: circa 2,4 procent. De omvang van niet-CO2-effecten is moeilijker meetbaar. Het laatste onderzoek was van 2008. Het EASA-onderzoek inventariseert welke wetenschappelijke vooruitgang de laatste tien jaar er is geboekt, welke onzekerheden resteren en welk beleid de schadelijke effecten kan tegengaan.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data64703929-062933.jpg)
Het EASA-onderzoek kijkt naar vier effecten die, anders dan de CO2-uitstoot, niet rechtstreeks te koppelen zijn aan de hoeveel verbruikte kerosine. Stikstofoxiden (NOx) kunnen worden omgezet in het broeikasgas ozon. Waterdamp leidt tot condensatiestrepen en de vorming van hoge wolken, die de door de aarde uitgestraalde warmte terugkaatsen. Roetdeeltjes en zwavelaerosolen hebben deels een koelend effect, maar het netto-effect is opwarming.
Schone delen van atmosfeer
Het EASA-onderzoek constateert dat stikstofoxiden en wolkenvorming de grootste niet-CO2-effecten creëren. Ook al gaat het om relatief lage emissies in vergelijking met andere bronnen, luchtvaartemissies kunnen een disproportioneel grote invloed hebben, omdat ze plaatsvinden in relatief schone delen van de atmosfeer.
Het rapport concludeert dat „luchtvaartemissies op dit moment het klimaat opwarmen met ongeveer drie keer het tempo dat bekend is van de CO2-emissies door luchtvaart”. De niet-CO2-emissies zijn voor tweederde verantwoordelijk voor de opwarming, CO2 voor eenderde.
Volgens Jo Dardenne, luchtvaartexpert van de Europese milieu- en lobbyorganisatie Transport & Environment, bevestigt het onderzoek dat CO2-uitstoot „de top van de ijsberg” is. „Condenssporen en andere niet-CO2-effecten van de luchtvaart moeten snel worden aangepakt om een klimaatcrisis te voorkomen. De Europese Unie moet de regie nemen in beperkende maatregelen door vliegtuigen via slimmere routes te laten vliegen en schonere brandstoffen te stimuleren.”
De Europese Commissie overweegt zes maatregelen om de schadelijke effecten van niet-CO2-uitstoot terug te dringen. Opties zijn onder meer een heffing op stikstofoxiden en verplicht gebruik van duurzame brandstof.