‘Yes!” Op de drempel van haar werkkamer in Luxemburg maakt Laura Kövesi met gebalde vuist het overwinningsgebaar. Ze had zojuist ‘Boekarest’ aan de telefoon en nu glundert ze van oor tot oor. De Roemeense regering heeft Kövesi toegezegd om vijftien gedelegeerde Europese aanklagers te leveren. „Goed nieuws, want ik wil aan de slag, begrijp je?”
Sinds de officiële inauguratie in september is Kövesi als baas van het nieuwe Europees Openbaar Ministerie de eerste hoofdaanklager in de geschiedenis van de EU. De Roemeense wordt daarmee verantwoordelijk voor de jacht op corruptie en fraude in de 22 EU-landen die deelnemen aan het zogeheten EOM. „Alleen al de schade in de EU door btw-fraude is jaarlijks naar schatting 30 tot 60 miljard euro”, zegt Kövesi. Daarnaast zijn steeds meer gevallen bekend van grootschalig misbruik van EU-subsidies. „Met het EOM hebben we eindelijk de macht en middelen om op Europees niveau witteboordencriminelen te vervolgen.”
Op het Luxemburgse hoofdkantoor heeft Kövesi haar kernploeg nu compleet: het ‘college’ van 22 aanklagers, één uit elk land. Maar ze kan pas echt aan de slag als elk land ook gedelegeerde aanklagers benoemt – de procureurs die namens het EOM in de landen zelf gaan opereren. Aan het totaal van 140 gedelegeerden die ze nodig heeft, is ze nog lang niet. Nederland heeft er twee toegezegd, de benoemingen zijn nog onbekend.
Felle weerstand
Decennialang was er – ook in Nederland – felle weerstand tegen de komst van het EOM. Het werd gezien als een ongewenste soevereiniteitsoverdracht naar EU-niveau. De houding was: dat doen we zelf, op nationaal niveau, beter. „Maar openbare ministeries in alle afzonderlijke landen hebben in grensoverschrijdende zaken als btw-fraude slechts stukjes van de puzzel”, zegt hoogleraar Europees strafrecht John Vervaele van de Universiteit Utrecht. „Het EOM kan de puzzels nu gaan leggen.”
Volgens D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld „dachten landen als Nederland lange tijd dat corruptie en fraude ‘ergens anders’ gebeurde”. Die „illusie” heeft volgens haar de komst van het EOM jaren vertraagd. „Overal in de EU worden vuile handen gemaakt. En gelukkig is het besef doorgedrongen dat je internationale criminaliteit alleen maar sámen kunt aanpakken.” Kövesi als hoofdaanklager is volgens In ’t Veld de beste keuze. „Ze is een pitbull. Nergens bang voor. Dat heeft ze in eigen land al bewezen.”
Ze bijt zich vast en laat niet meer los – zo staat Kövesi al bekend sinds ze uitkwam voor het nationale basketbalteam voor junioren, in de nadagen van het communistische regime van de Roemeense dictator Ceausescu. Op haar 33ste werd ze de jongste en eerste vrouwelijke hoofdaanklager in het postcommunistische Roemenië dat nog altijd worstelt met wijdverbreide corruptie. Later, als hoofd van het Roemeense anticorruptie-agentschap DNA, deinsde ze er niet voor terug om ministers, parlementariërs en zakentycoons voor de rechter te slepen.
Uitgerekend uw eigen land probeerde tot het laatst uw benoeming te blokkeren. Roemeense politici beschuldigden u van omkoping, u kreeg huisarrest. Nooit gedacht: waar begín ik aan?
„Die ervaringen in Roemenië waren juist een goede voorbereiding op wat me nu allemaal nog te wachten staat. Het hoort bij mijn werk om weerstand te bieden en kalm te blijven.”
U houdt rekening met het ergste?
„Het vergt moed en lef, want we gaan achter rijke en machtige mensen aan. Je staat oog in oog met grote bedrijven die zich de duurste advocaten kunnen veroorloven. Soms lever je strijd met een partij die politieke connecties heeft. Je moet dus rekening houden met, in het ergste geval, bedreiging. Dat moet je kunnen weerstaan.”
‘Onbuigzaamheid’ was hét criterium voor uw selectie van de aanklagers in het ‘college van 22’?
„Allemaal hebben ze in hun loopbaan in eigen land hiermee te maken gehad. Neem alleen al de Slowaak: hij heeft het onderzoek geleid naar de moord op de Slowaakse onderzoeksjournalist Ján Kuciak, een uiterst gevoelige zaak met verdachten in de hoogste politieke en zakelijke regionen. Als team kunnen we elkaar steunen en versterken, en dat zullen we hard nodig hebben. We moeten opereren in 22 verschillende rechtsstatelijke culturen en 22 culturen van criminaliteit.”
In theorie mag het EOM opsporen, inclusief huiszoekingen, telefoons afluisteren, infiltreren. Hoe gaat dat straks in de praktijk met 22 verschillende rechtsstatelijke culturen?
„Dat wordt lastig. Telefoons afluisteren mag in het ene land wel, in het andere niet. Dat zullen we moeten respecteren. Het EOM zal dus aan de rechter in een land om toestemming moeten vragen om een bepaalde opsporingsmethode te gebruiken.”
Er staat 1.800 miljard euro klaar – uit de EU-meerjarenbegroting en het coronaherstelfonds – om te worden verdeeld over de EU. Hoe waakzaam bent u?
„Deze enorme bedragen maken de noodzaak van het EOM alleen maar groter. Bij het coronaherstelfonds is er meer flexibiliteit en minder transparantie, en daarmee verhoogd risico op misbruik. Het EOM wordt daarin belangrijk, als beschermer van EU-geld. We willen het geld zo nodig ook daadwerkelijk terughalen. EOM-dossiers gaan over systematische corruptie en aanvallen op de rechtsstaat in de EU. Het EOM wordt onderdeel van de verdediging van die rechtsstaat.”
Van de vijf landen die niet meedoen aan EOM hoopt u dat Denemarken, Ierland en Zweden later nog aan boord komen. Maar Polen en Hongarije wijzen het EOM categorisch af. Teleurstellend?
„Over die politieke beslissing laat ik me niet uit.”
Maar in een land als Hongarije spelen juist veel zaken rond EU-subsidiefraude.
„Zodra Hongaarse fraude met EU-geld sporen heeft in EOM-landen, is de Hongaarse justitie verplicht informatie te delen. Toen ik als aanklager in Roemenië corruptie bestreed, waren er bijna altijd connecties met zaken in buurlanden Hongarije en Bulgarije. Ik ken de regio goed, dat helpt. Maar ik ben nu aanklager namens de hele EU. En geloof me: geen enkel EU-land heeft schone handen.”
Hongarije en Polen dreigen nu het pakket van 1.800 miljard te torpederen, uit protest tegen de voorwaardelijke ‘rechtsstaattoets’ waardoor een land dat de rechtsstaat schendt kan worden gekort op EU-geld. Waar zijn die twee landen bang voor?
„Nogmaals, dit is een politieke kwestie, ik kan mij hier niet over uitspreken.”
Heeft het EOM voldoende budget?
„Aanvankelijk werd jaarlijks 13 miljoen euro toegezegd. Dat werd een krappe 38 miljoen, maar daarmee kun je een openbaar ministerie in een kleine lidstaat amper financieren. Ik heb nu dus vier wielen, maar geen motorblok. En er liggen al ruim 3.000 dossiers op ons te wachten. Als de EU het EOM niet alleen voor de symboliek wil moet er geld bij. Ik heb minstens 55 miljoen nodig.”
Sommige landen vinden dat het EOM zich eerst maar eens moet bewijzen.
„Ik kan me geen valse start veroorloven, want als het EOM daardoor faalt zullen critici zeggen: ‘Zie je wel, dat EOM was geen goed idee’. Ik wil dus vanaf de dag dat we de eerste dossiers openen er helemaal klaar voor zijn. We missen nog budget voor het installeren van een cruciale afdeling van juristen en financiële analisten hier op het hoofdkwartier. Die hebben we hard nodig om efficiënt en daadkrachtig te zijn.”
Die expertise is toch ook in de landen zelf aanwezig? Is dat niet dubbelop?
„Dat moet je niet willen, daarop wil je niet vertrouwen. Nu al is de situatie per land zeer verschillend. Het ene land geeft prioriteit aan bepaalde zaken waar wij als EOM straks mee aan de slag gaan. In andere landen komen die zaken nauwelijks in beeld, die beschouwen zichzelf zogenaamd als ‘clean’. Ik noem geen namen, maar in die landen is de politieke wil kennelijk minder groot. Dat toont meteen het bestaansrecht van het EOM aan: we moeten nu eenduidig dezelfde prioriteiten gaan stellen. Bij de eedaflegging hebben alle EOM-aanklagers zich verplicht om niet het belang van hun land, maar het gezamenlijke EOM-belang te dienen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data42221416-3d5969.jpg)
Hoe voorkom je dat het EOM zwicht onder politieke druk?
„We werken met Permanente Kamers, met in elke Kamer drie aanklagers uit het college. Bij een zaak in Roemenië zet je in de Kamer bijvoorbeeld de Nederlandse, Luxemburgse en Slowaakse aanklagers, dat trio heeft dan de supervisie. Ze mogen de expertise van de Roemeen in het college inroepen voor advies, maar alle belangrijke beslissingen zullen in die Kamer gebeuren. Het EOM moet verre van de politiek blijven. Maar indirect zal het hopelijk wel een rol spelen in de publieke opinie over de EU. De woede onder burgers over misbruik van EU-subsidies is groot, dat jaagt euroscepsis aan. In het beste geval kan het EOM die woede deels wegnemen.”
Weleens last van slapeloze nachten?
„Het is een avontuur, we beginnen iets compleet nieuws. Ik heb het als dertiger al meegemaakt in Roemenië: mijn generatie van aanklagers bestond uit de eerste onafhankelijke juristen zonder partijpolitieke banden. In het EOM werk ik opnieuw met generatiegenoten, we zijn bijna allemaal laat-veertigers. Aan ons om te bewijzen dat we dingen kunnen veranderen, dat we de waarde van de EU kunnen verdedigen. Als ons dat lukt, dan draagt het EOM bij aan solidariteit en eenheid in de EU.”