Reportage

Voor de rechter is het misbruik bewezen, Jos B. twaalf jaar cel in

Zaak-Nicky Verstappen Jos B. heeft Nicky Verstappen misbruikt, zegt de rechtbank. Dat hij hem opzettelijk doodde, is niet bewezen. B. gaat in beroep.

Jos B. knippert even met zijn ogen als de voorzitter van de rechtbank vrijdagmiddag om kwart voor drie tegen hem zegt dat hem een gevangenisstraf van twaalf jaar wordt opgelegd voor de vrijheidsbeneming en seksueel misbruiken van Nicky Verstappen en nog eens zes maanden voor het bezit van kinderporno. Verder laat B. geen enkele emotie blijken, of het moet zijn dat hij nog wat bleker ziet dan ruim een uur eerder, als de laatste zitting van de rechtbank Maastricht in deze zaak begint.

De destijds elfjarige Nicky werd in augustus 1998 levenloos gevonden in een dennenbosje op de Brunssummerheide. In augustus 2018 werd B. aangehouden in Spanje, na een volledige match tussen zijn dna en het grootste deel van de dna-sporen in het kruis en op de tailleband van Nicky’s onderbroek.

De spanning in de rechtszaal is intens als de voorzitter om tien over half twee het woord neemt. Hij richt zich eerst tot Nicky’s ouders en zus, en zegt dat het voor hen een beproeving moet zijn geweest om steeds weer de gang naar de rechtbank te maken, ook omdat de antwoorden waarop de familie gehoopt had niet zijn gekomen. Ook de rechtbank kan geen duidelijkheid geven over wat er van uur tot uur met Nicky gebeurd is vanaf het moment van zijn verdwijning op maandagochtend en de vondst van zijn lichaam anderhalve dag later.

Seksueel misbruik

Een van de twee andere rechters in deze zaak legt vervolgens uit waarom de rechtbank bewezen acht dat Nicky voor zijn dood seksueel misbruikt is. Ervaren pathologen hebben na onderzoek van de letsels in Nicky’s anus alleen gezegd dat „daar sprake van kan zijn geweest”, maar zij betrokken de context er niet bij, dat is hun taak niet. Het is wel de taak van de rechtbank. Feiten en omstandigheden moeten in het oordeel betrokken worden, zegt de rechter, en ook wat er in de zitting over gezegd is. Nicky’s onderbroek en pyjamabroek zaten binnenstebuiten en achterstevoren, en volgens de rechtbank is het niet aannemelijk dat hij dat zelf had gedaan.

De rechtbank legt geen tbs op, het gevaar voor recidive wordt als minimaal gezien

En dan hoe Nicky gevonden is: op een verdekte plek, niet zichtbaar vanaf de weg en in een houding die erop duidt dat hij zo is neergelegd. De rechter zegt dat het sporenbeeld past bij een intensief contact tussen de dader en Nicky. De handelingen waren gericht, met een seksueel motief. „Het kan niet anders dan dat [de dader] met zijn handen in de onderbroek is geweest. Nicky is niet alleen betast, maar ook gepenetreerd.”

Smoring of verstikking

Een doodsoorzaak is nooit vastgesteld bij Nicky, wat de zaak tegen Jos B. juridisch lastig maakte. Maar Nicky is overleden, zegt de rechter. „Er moet dus een doodsoorzaak zijn.” Voor een natuurlijke dood is medisch gezien geen aanleiding. De dood van Nicky moet volgens de rechtbank gezien worden in het kader van het misbruik. Het meest waarschijnlijk is smoring of verstikking. Volgens het Openbaar Ministerie heeft B. Nicky opzettelijk gedood om het misbruik te verhullen, maar daar gaat de rechtbank niet in mee. De dood kan ook onbedoeld het gevolg geweest van zijn handelen.

Hoe dat handelen was, is bekend door eerdere zedendelicten van B., in de jaren tachtig. Die zaken zijn vergelijkbaar, vindt de rechtbank. Bij die delicten benaderde B. de jongens van achteren, pakte hen stevig vast en legde zijn hand over hun mond terwijl hij ze dwong om mee te komen. Ook zei hij dat hij ‘hun plasser’ wilde zien en betastte ze. Maar al acht de rechtbank opzettelijke doding niet bewezen, er kunnen B. wel verwijten worden gemaakt. „Zonder uw handelen had Nicky nog geleefd.”

Geen onderzoek Pieter Baan

De uitspraak wijkt af van de eis van het OM, die achttien jaar zonder tbs was, of vijftien jaar met tbs. De rechtbank legt geen tbs op omdat het gevaar voor recidive als minimaal wordt gezien. Na 1998 is B. niet in verband gebracht met andere zedendelicten. B. heeft niet meegewerkt aan het onderzoek naar zijn geestesgesteldheid door het Pieter Baan Centrum. De rechter: „Afzien van opleggen van tbs mag geen beloning zijn voor niet meewerken, maar opleggen mag ook geen straf zijn voor niet meewerken.”

Lees ook: Het zwijgen van de verdachte kan tegen hem worden gebruikt

Peter R. de Vries, die het woord voert namens de nabestaanden, zegt na afloop dat hij de uitspraak „afgewogen” vindt. Voor de nabestaanden is het belangrijk, zegt hij, dat de proceshouding van B. volgens de rechtbank storend was. B. had beloofd dat hij met een verklaring zou komen. Maar hij kwam met een verhaal waar de rechtbank geen enkele waarde aan hecht en beriep zich bij bijna elke vraag op zijn zwijgrecht.

B.’s advocaat Gerald Roethof heeft na de uitspraak onmiddellijk hoger beroep aangetekend. „Het vonnis klopt eigenlijk op alle onderdelen niet”, zegt hij. Jos B. heeft tegen hem gezegd dat hij geen straf gaat accepteren voor iets wat hij niet gedaan heeft.