De graansilo van Beiroet staat als een natte kartonnen doos tussen ingestorte hangars en opengereten containers. Een oude man met krukken zit op een blok beton langs de boulevard en staart naar het verwoeste havengebied. Zijn benen bungelen over een zwarte graffititekst: „Mijn regering heeft dit gedaan.”
Even voorbij de haven ligt Mar Mikhael, tot voor kort een van de levendigste uitgaanscentra van de Libanese hoofdstad. Zelfs in tijden van economische crisis viel er in de cocktailbars van de ‘Armenië-straat’ altijd wel iemand te versieren. Maar sinds de reusachtige explosie van 4 augustus zijn delen van de straat afgesloten, veel cafés dicht en de jonge stelletjes verdwenen.
„De buurt is haar karakter kwijt”, vertelt Johnny Assaf, een makelaar die al zijn hele leven in Mar Mikhael woont. Bij de explosie verloor hij twee goede vrienden en twaalf kennissen uit de wijk. „Niemand heeft na zo’n gebeurtenis nog zin om hier een drankje te doen”, zegt Assaf. „De pijn is te vers.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/08/data60743943-7e9250.jpg)
Volgens de makelaar is slechts vijftien procent van de schade in zijn buurt hersteld. Historische panden die de explosie doorstonden, dreigen alsnog in te storten nu het regenseizoen aanbreekt. „Veel huizen zijn gemaakt van zandsteen”, verklaart Assaf. „Omdat de daken beschadigd zijn, stroomt het water naar binnen en zakken de gebouwen in elkaar. Dit is belangrijk historisch erfgoed, maar onze regering doet niets om het te redden.”
In augustus leek het nog even of het anders had kunnen lopen. Na de explosie gingen tienduizenden betogers de straat op, moest premier Hassan Diab aftreden en vloog de Franse president Emmanuel Macron naar Beiroet met een noodplan voor hervormingen. Maar drie maanden later blijkt dat zelfs de grootste explosie in de Libanese geschiedenis niet voldoende was om Libanons corrupte leiders wakker te schudden.
Geen onderzoek
Om te beginnen is er nog altijd geen gerechtigheid voor de nabestaanden van de ruim tweehonderd mensen die in de explosie om het leven kwamen. Het officiële onderzoek naar de gebeurtenis bracht vooralsnog niet boven tafel hoe het ammoniumnitraat in de haven tot ontsteking kwam of wie de gevaarlijke stoffen daar bijna zeven jaar liet slingeren. De Libanese autoriteiten gaven geen gehoor aan de roep om een internationaal onderzoek omdat dit te ‘tijdrovend’ zou zijn.
Volgens Aya Majzoub van Human Rights Watch is het overduidelijk dat de Libanese regering haar eigen verantwoordelijkheid probeert te verdoezelen. „De president, de premier en talloze ministers hebben inmiddels openlijk aangegeven dat ze van de opslag afwisten”, zegt ze. Toch werd geen enkele prominente politicus gehoord als verdachte en is de verwachting dat geen van hen zal worden aangeklaagd. De 25 personen die tot nu toe zijn gearresteerd, zijn volgens Majzoub allemaal medewerkers van de haven- en douaneautoriteiten. „Onze vrees is dat zij worden gebruikt als zondebokken zodat de politici vrijuit kunnen gaan.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/11/data64465621-606205.jpg|//images.nrc.nl/aF0iNlaoboBXx4dmDP0iCU0ZUIc=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/11/data64465621-606205.jpg)
Op een brandweerauto zijn portretten van omgekomen brandweerlieden geplakt. Foto Anwar Amro/AFP
Het onderzoek naar de explosie is een schoolvoorbeeld van Libanons „chronische gebrek aan rechterlijke onafhankelijkheid”, aldus Majzoub. Ze wijst op het feit dat acht van de tien leden van de Hoge Rechterlijke Raad die de onderzoeksrechter voor de zaak goedkeurden, zijn aangesteld door het kabinet. Niet voor niets werden twee rechters met een reputatie van onafhankelijkheid afgewezen, en benoemde de Raad uiteindelijk Fadi Sawan, die volgens veel Libanese media in de zak zit van het politieke establishment.
Ook van Macrons noodplan is weinig terechtgekomen. Zijn idee was dat Libanons politieke partijen een ‘regering van nationale eenheid’ zouden vormen om dringende hervormingen tegen corruptie door te voeren. Zulke maatregelen zijn een voorwaarde voor de toezegging van een IMF-noodpakket dat het land uit de afgrond moet takelen.
Handdoek in de ring
In werkelijkheid is er überhaupt geen nieuwe regering, laat staan eenheid. De kabinetsformatie liep in september vast nadat de sjiitische partijen Amal en Hezbollah eisten het Ministerie van Financiën te behouden. Premierskandidaat Mustafa Adib kon dat niet verkopen aan de andere partijen, en gooide nog geen maand na zijn benoeming de handdoek in de ring. Tot woede van Frankrijk, dat de Libanese politici beschuldigde van „collectief verraad.”
Toch had Macron deze uitkomst kunnen verwachten, want mede door Frankrijks eigen koloniale politiek is nationale eenheid in Libanon ver te zoeken. Na de opheffing van het Franse mandaat in 1943 werd de macht in het land verdeeld tussen verschillende religieuze sektes die elkaar later te lijf zouden gaan in de Libanese Burgeroorlog (1975-1990). Krijgsheren van iedere sekte richtten politieke partijen op die nog altijd aan de macht zijn.
Hoe meer Hezbollah zich bedreigd voelt vanuit het buitenland, hoe meer het bereid is om binnenlandse deals te sluiten met andere partijen
Deze sektarische partijen gedragen zich als ministaatjes die het formele staatsapparaat vooral als melkkoe zien. Voor hen betekent de term ‘regering van nationale eenheid’ een kabinet waarin iedere sekte een aantal ministeries krijgt toebedeeld om haar eigen corrupte belangen mee na te jagen. Critici van Macrons plan stellen dan ook dat er van echte hervormingen geen sprake kan zijn zolang dit politieke stelsel zelf niet op de schop gaat.
Voorlopig lijkt dat niet te zullen gebeuren. In oktober werd de ultieme insider Saad Hariri benoemd als nieuwe kandidaat-premier. Een pijnlijke herinnering aan de weerbarstigheid van het corrupte politieke stelsel, want juist diezelfde Hariri werd precies een jaar eerder door honderdduizenden demonstranten tot aftreden gedwongen.
Sancties wegens corruptie
De kabinetsformatie is er niet makkelijker op geworden sinds recente Amerikaanse sancties tegen Gibran Bassil, het hoofd van de grootste christelijke partij, zonder wiens steun het lastig is een kabinet te vormen. Washington zegt Bassil te willen straffen voor zijn corruptie, maar het is duidelijk dat de sancties vooral bedoeld zijn om zijn bondgenootschap met Hezbollah onder druk te zetten.
„De sancties zullen precies het tegenovergestelde bereiken”, voorspelt Charbel Nahas, een oud minister en leider van een anti-sektarische politieke partij. „Hoe meer Hezbollah zich bedreigd voelt vanuit het buitenland, hoe meer het bereid is om binnenlandse deals te sluiten met andere partijen. Daar gaan Bassil en Hariri graag op in om hun eigen corrupte belangen te beschermen.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/11/data63951506-59d5c6.jpg|//images.nrc.nl/kv0mlgO-OrHm8oEQ9e4i91wU8jI=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/11/data63951506-59d5c6.jpg)
In de dagen na de explosie probeerden inwoners van Beiroet met bezems het puin op te ruimen. Op de muur de tekst ‘doodvonnis’ en een tekening van een opgehangen politicus. Foto Patrick Bazz/AFP
Zolang alle partijen elkaar op deze manier indekken, is verandering uitgesloten. Waar Nahas in een eerder interview met NRC deze zomer de hoop uitte dat de explosie het sektarisch systeem weleens zou kunnen doen instorten, klinkt de oud-minister dit keer een stuk cynischer. „Ik dacht dat de explosie de druppel was”, zegt hij. „Maar in feite leidde het alleen maar tot meer fatalisme onder de demonstranten.”
Rayan Shurbaji kan daarover meepraten. In juli reisde de student nog van haar woonplaats Saida af naar Beiroet om een tanende protestbeweging in leven te houden. Anderen gaven veel te snel op, zei ze destijds. Maar toen Hariri vorige maand opnieuw benoemd werd tot premier, bleef ook zij thuis. „Als mensen zelfs na de explosie nog steeds achter hun leiders aanlopen, dan heeft het geen zin meer om voor dit land vechten”, vertelt ze. „We kunnen beter vertrekken.”
Vluchten in een bootje
Steeds meer jonge Libanezen doen dat dan ook. Desnoods in een bootje, zo blijkt uit de recente toename van het aantal Libanezen dat samen met Syrische vluchtelingen de tweehonderd kilometer lange oversteek naar Cyprus waagt. Studenten als Shurbaji hebben meer opties. Binnenkort stuurt ze haar aanmelding voor een masteropleiding psychologie in het Verenigd Koninkrijk naar een Brits bedrijf in Beiroet, dat is opgericht om Libanees talent te werven.
Na deze lockdown kan het echt met ons gedaan zijn
De achterblijvers moeten voorlopig binnenblijven. Afgelopen zaterdag werd in Libanon opnieuw een volledige lockdown van kracht. De maatregel is nodig nu het aantal corona-gevallen snel toeneemt, maar veel Libanezen vrezen de economische gevolgen. Nu al leeft 55 procent van de bevolking onder de armoedegrens. De jeugdwerkloosheid staat volgens officiële cijfers op 36 procent.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/08/data60709252-dbbabe.jpg)
In de wijk Mar Mikhael bereiden de paar cafés die na de explosie weer opengingen, zich dan ook voor op de volgende klap. „We hadden al nauwelijks inkomsten nu niemand hier meer wil komen”, verzucht Huda Naami van café Internazionale. „Maar na deze lockdown kan het echt met ons gedaan zijn.”
De jonge vrouw trekt aan haar sigaret en wijst op een huis aan de andere kant van de straat. Het zalmkleurige pand heeft geen dak meer. „Vorige week vielen de eerste brokstukken naar beneden”, zegt Naami. „We hebben de brandweer gebeld, maar die zetten de weg af en vertrokken weer. Ik denk dat ze liever wachten tot het hele huis is ingestort.”