De Nederlandse wielrensters zijn de baas in de wereld, maar de basis blijft smal

Wielrennen Nederlandse vrouwen domineren op de weg en er komt met Jumbo-Visma een profteam bij. Maar te weinig vrouwen rijden wedstrijden.

De kopgroep bij het NK wielrennen op de weg in Drenthe.
De kopgroep bij het NK wielrennen op de weg in Drenthe. Foto Vincent Jannink/ANP

Het wielerjaar 2020 gaat voor de Nederlandse vrouwen niet alleen door de pandemie de boeken in als een exceptioneel jaar. Met opgeteld 26 overwinningen op de weg werd de internationale concurrentie dit seizoen gedeklasseerd. De Australische vrouwen kwamen met negen zeges nog het dichtst in de buurt, maar konden ook niet voorkomen dat wielerpodia over de hele wereld oranje kleurden.

Toen het seizoen eind juli, na de eerste coronapiek, werd hervat in het Baskenland, begon dat zoals het in februari was geëindigd: met een zege van Annemiek van Vleuten. Zij zou uiteindelijk zeven keer winnen. Dat was één keer minder dan Anna van der Breggen, aanvoerder van de wereldranglijst, die de beste was op zowel NK (wegrit), EK (tijdrit) als WK (wegrit én tijdrit). Daarnaast won ze nog de Giro Rosa en de Waalse Pijl.

In oktober was er meer goed nieuws voor de Nederlandse vrouwen. De wielerwereld, die niet bekendstaat als progressief, opent zich een beetje verder met de oprichting van een vrouwenploeg bij Jumbo-Visma, vanaf 2021. Daarmee wil hoofdsponsor Jumbo het vrouwenwielrennen „verder in een stroomversnelling” brengen.

Voor de nieuwe ploeg rijdt niet alleen een icoon als Marianne Vos, maar ook een groep jonge talenten. „Het is hartstikke fijn dat we het in deze tijden toch voor elkaar gekregen hebben”, zegt teammanager Richard Plugge. „Dat wilden we al langer en nu vielen wat dingen op z’n plaats.” De ploeg wil verder bouwen op de eigen Academy, een jeugdplan dat in april 2019 op poten is gezet om meer jongeren, ook jonge vrouwen, op de fiets te krijgen. De nieuwe vrouwenploeg biedt ook voor hen perspectief.

laagdrempelige licentie

Maar het is niet al goud wat blinkt. Terwijl de Nederlandse dominantie enorm is in het internationale wielrennen, stagneert het aantal licentiehouders onder de Nederlandse vrouwen. In 2019 (537 rensters met een wedstrijdlicentie) waren dat er zelfs minder dan in 2018 (558). De lagere categorieën (nieuwelingen, junioren) geven eenzelfde beeld.

Wielerbond KNWU werkt aan plannen om meer vrouwen aan het koersen te krijgen. „Het aantal licenties blijft stabiel, maar groeit niet door”, zegt KNWU-directeur Thorwald Veneberg. „Daarom komen we als bond donderdag met een voorstel voor een nieuwe, laagdrempelige opstartlicentie waarmee je eenvoudig clubwedstrijden kan rijden. En die je kan omzetten in een wedstrijdlicentie.”

Veneberg ziet de populariteit van het mountainbiken en veldrijden onder jonge vrouwen wel toenemen, niet bij wegwedstrijden. „De techniek en vaardigheden van het fietsen willen ze graag leren. Dat is voor veel van hen belangrijker dan een wedstrijdje winnen. Maar wielrennen is misschien ook een harde en confronterende sport.”

Lees ook: Eindelijk goud voor Anna van der Breggen, na jaren proberen

Ondertussen blijft bij de sportieve fietsers het aandeel vrouwen en meisjes wel fiks toenemen. Een blik op de weg of in het bos op zondagochtend zegt genoeg: wielrennen is al lang geen pure mannensport meer. Er zijn toertochten voor vrouwen (‘ladies only’) en fabrikanten spelen met fietsframes en vrouwenkleding handig in op die populariteit.

Zo maakte het aandeel vrouwen afgelopen jaar een sprongetje. „De wielersport blijft voornamelijk een mannensport, maar het aantal vrouwen neemt wel toe”, zegt woordvoerder Ellen Dobbelaar van de Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU). „De verdeling lag de laatste jaren altijd rond de 80-20. Bij de laatste cijfers is echter meer sprake van een 70-30 verdeling.” Ook de NTFU ziet die ontwikkeling met name bij de recreanten. In totaal tellen zij nu ruim 206.000 vrouwen met een racefiets of mountainbike.

Ook Jumbo-Visma ziet de aanwas bij verenigingen stokken. Het team verzorgt daarom gastlessen op middelbare scholen. Plugge: „We nemen een gymles over en laten jongeren vanaf vijftien jaar tegen elkaar rijden op een hometrainer. Sommigen vinden dat erg leuk. Hen willen we die stap naar een vereniging laten maken.”

Het team wil zo de basis helpen verbreden. „De vijver vergroten”, zoals Plugge het noemt. „Het vrouwenwielrennen is een serieuze sport en het niveau is al hoog, maar de top is heel smal.”

Minimum salaris

Internationaal is wielrennen op de weg bij de vrouwen ook geen grote sport. De UCI WorldTour, de belangrijkste internationale wielercompetitie, telt acht profteams, tegenover negentien bij de mannen. Met namen als Sunweb, Movistar en Mitchelton-Scott zijn het veelal mannenploegen die een eigen vrouwentak opzetten. Deze ploegen betalen de rensters dit jaar voor het eerst verplicht minimaal 15.000 euro. Dat loopt in twee jaar op tot 27.500 euro.

Een niveau daaronder, het zogenoemde continentale circuit, telt 45 ploegen, waarvan vier Nederlandse: de topploeg van Van der Breggen, Boels-Dolmans, dat volgend jaar verdergaat als SD Worx, en opleidingsteams NXTG, Biehler Krush en Parkhotel Valkenburg.

Jumbo-Visma begint onder een continentale licentie, maar wil snel de stap omhoog maken en heeft volgens Plugge daarvoor een „prima” budget klaarliggen. „Het wordt geen veredeld amateurteam.”

Ondertussen maakt vakbond The Cyclists’ Alliance, die 140 rensters vertegenwoordigt, zich vooral zorgen om de achterkant van het peloton. Uit een enquête onder 115 rensters blijkt dat de loonongelijkheid toeneemt. Bijna een derde gaf aan dat haar salaris is gedaald door de pandemie. „De topsalarissen stijgen, maar aan de onderkant verandert er niks”, zegt voorzitter Iris Slappendel. „Daar worden rensters niet of slecht betaald. Dat maakt de kloof groter.”

Ook verdween in oktober het vrouwenteam Paule Ka. De nieuwe hoofdsponsor die nota bene in juni was binnengesleept, trok zich per direct terug wegens financiële problemen. Teammanager Thomas Campana laat weten dat de salarissen tot dusver zijn doorbetaald en dat 90 procent van zijn rensters elders een contract tekent voor het nieuwe seizoen.