Opinie

Maak een eind aan het koloniale gevecht in de rechtbank

Compensatie De schadevergoeding voor kinderen van slachtoffers van Nederlands geweld in Indonesië (1945-1950) faalt. Dat kan beter, stelt
Een Nederlandse patrouille trekt in 1949 langs een sawah.
Een Nederlandse patrouille trekt in 1949 langs een sawah. Foto LVD / ANPFOTO

Honderden kinderen van mannen die door Nederlandse militairen standrechtelijk werden gedood tijdens de Indonesische dekolonisatieoorlog (1945-1950) dreigen een vergoeding van de Nederlandse staat mis te lopen. Op 19 oktober maakte de regering een regeling bekend, waarbij deze groep (inmiddels bejaarde) Indonesische kinderen in aanmerking zouden komen voor een schikking van 5.000 euro. Eerder ontvingen ook de weduwen van deze mannen een schadevergoeding.

Helaas is deze regeling niet zo genereus als hij lijkt; slechts een handvol gerechtigden zal er gebruik van kunnen maken, omdat de termijn die de regering stelt voor aanmelding twee jaar is. Oudere zaken maken geen kans.

Malik Abubakar komt als een van de weinigen in aanmerking. Vorige maand nog stelde de Haagse rechtbank dat de Nederlandse Staat verantwoordelijk is voor de moord op zijn vader, de Indonesische vrijheidsstrijder Andi Abubakar Lambogo, en voor schennis van diens lijk. Dat gebeurde in 1947 in Zuid-Sulawesi door het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL). Nederlandse soldaten stelden het gespieste hoofd van zijn vader op de markt tentoon en Indonesische strijders moesten het kussen.

Lees ook: Malik wil excuses voor de onthoofding van zijn vader

De rechtbank wees Malik Abubakar een schadevergoeding toe van 874,80 euro, berekend op basis van plaatselijk gederfd inkomen. De familie wees dat af als een belediging.

Schamele schadeloosstelling

De schamele schadeloosstelling staat in contrast tot een opmerkelijke gebeurtenis eerder dit jaar. Tot ieders verbazing sprak de koning op 10 maart in Indonesië uit dat ons land fouten had gemaakt tijdens de Onafhankelijksoorlog na 1945: „Het verleden kan niet worden uitgewist en moet door iedere generatie opnieuw worden onderkend. [...] Voor geweldsontsporingen van Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen. Dit doe ik in het volle besef dat de pijn en het verdriet van de getroffen families generaties lang voelbaar blijven.”

Het was goed, het was nobel en beter laat dan nooit. Maar excuses hebben consequenties. Als de Nederlandse regering bij monde van Willem-Alexander verklaart dat Nederland zich ervan bewust is de getroffen families zijn beschadigd, dan mogen we in het vervolg toch op daden rekenen die dat repareren?

De excuses van de koning moeten consequenties hebben

Helaas is dat niet het geval en moeten slachtoffers en nabestaanden van de koloniale oorlog van 1945-1950 steeds hun gelijk zien te halen via de rechtbank. Want de Nederlandse staat werpt ook bij schikkingen barricades op. In 2013 dwongen Jeffry Pondaag van de stichting Comité Nederlandse Ereschulden en advocaat Liesbeth Zegveld bij de regering een regeling af voor schadevergoeding aan weduwen van mannen die door Nederlandse militairen waren gedood in Zuid-Sulawesi. Maar veel van hen konden vervolgens hun claim niet onderbouwen, omdat Nederland hoge eisen stelde aan deze voormalige onderdanen in een ver land met een gebrekkige bureaucratie en dito documentatie, die nota bene ontstond onder haar eigen bestuur.

Opgelegde geschiedenis

In plaats van alle weduwen recht te doen in zaken waar het om oorlogsmisdrijven gaat, en grootmoedig te zijn, werden sommigen van hen afgewezen of moesten ze zo lang wachten dat ze een toekenning niet meer meemaakten. Onder hen is bijvoorbeeld een weduwe van 101 jaar, mevrouw Ijida.

Het is duidelijk dat het in de episode Indonesië niet gaat om een gedeelde geschiedenis maar een aan de andere partij „opgelegde geschiedenis”, zoals oud-diplomaat Nikolaos van Dam in zijn mooie en wijze boek, Granaten en Minaretten schrijft. Want de Nederlandse houding is in wezen nog steeds koloniaal.

De Nederlandse Staat wijst Indonesische verzoeken af om genoegdoening voor leed als gevolg van moord (ook in detentie zoals in het geval van Lambogo), executie, lijkschennis, marteling en verkrachting. En goochelt met verjaringstermijnen. Daardoor worden de Indonesiërs gedwongen het koloniale gevecht voort te zetten in de rechtbank.

Nederland deed er meer dan een halve eeuw over om schoorvoetend te erkennen dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd. Nu komt de staat met een regeling maar werpt meteen zo’n hoge drempel op dat de hoogbejaarde slachtoffers, er nauwelijks voor in aanmerking kunnen komen. Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP) heeft inmiddels vragen hierover gesteld. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) zou 75 jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië recht moeten doen aan zoveel mogelijk in plaats van aan zo min mogelijk van de naar schatting 500 betrokken kinderen.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.