‘De zorg was nooit helemaal uit mijn gedachten’

Personeelstekort zorg Tijdens de tweede coronagolf is het personeelstekort in de zorg nog nijpender geworden. Via bemiddelingsinitiatief Extra handen voor de zorg kunnen mensen die vanwege corona tijdelijk willen bijspringen snel aan de slag.

Illustratie Sharon Coone

Tijdens de uitbraak van de eerste coronagolf, in maart, kwam de reguliere gezondheidszorg in menig ziekenhuis met piepende remmen tot stilstand. Hetzelfde gold voor veel coschappen van geneeskundestudenten – zoals dat bij neurologie van Chantal Staring (22). Zij wist meteen: ik wil niet stilzitten, niet nu. Dus meldde ze zich aan bij Extra handen voor de zorg, een samenwerkingsverband van brancheorganisaties die vraag en aanbod in de zorg aan elkaar proberen te koppelen. Binnen een paar dagen kon ze aan de slag bij zorgorganisatie Norschoten in Barneveld, waar ze op de revalidatieafdeling terechtkwam.

Staring had alleen een bachelordiploma geneeskunde, waardoor ze veel taken niet mocht uitvoeren. Maar waar het wel kon, sprong ze bij. Patiënten aankleden, wassen, eten geven, controles uitvoeren. De werkdruk was hoog – ook onder de patiënten brak op zeker moment corona uit. Uiteindelijk werkte Staring anderhalve maand bij Norschoten, soms wel zes dagen per week, tot de eerste golf voorbij was. „Het was indrukwekkend om te zien hoe een verzorgingshuis zich aanpast in een extreme situatie”, zegt ze nu.

Inmiddels zit Nederland volop in de tweede coronagolf en is het personeelstekort in de zorg opnieuw nijpend. En dat zal in de toekomst alleen maar groter worden. Volgens een rapport uit 2019 van de commissie Werken in de Zorg, ingesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), verlieten in een jaar tijd 113.000 medewerkers de sector zorg en welzijn, ongeveer 9 procent van het totale personeelsbestand.

Van de mensen die vertrokken, koos 40 procent voor een baan buiten de zorg, de rest werd ‘inactief als werknemer’ – door pensionering bijvoorbeeld, of aanvraag van een uitkering. Deze week berichtte ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving dat per jaar bijna één op de tien verzorgenden en verpleegkundigen stopt met werken in de zorg.

De instroom van nieuwe mensen is steevast te laag om dat gemis op te vangen – dat was al zo vóór de coronapandemie. Belangrijke oorzaken daarvan zijn de relatief lage salarissen en de werkdruk in de zorg. Die is normaal gesproken al hoog, maar nu lopen veel zorgmedewerkers helemaal op hun tandvlees. De Sociaal-Economische Raad verwacht dat het personeelstekort in 2022 zal zijn opgelopen tot 80.000 vacatures, waarvan 60.000 in de verpleging, verzorging en thuiszorg.

Tijdens de eerste coronagolf werd dat tekort pijnlijk zichtbaar. Niet alleen doordat er personeel uitviel in zieken- en verzorgingshuizen, maar ook omdat de werkdruk in vrijwel iedere zorgorganisatie steeg: méér zieke patiënten die verzorging nodig hadden, personeel dat zich continu moest verkleden in beschermende kleding – noem het maar op. Nu, tijdens de tweede golf, herhaalt dit patroon zich.

De SER verwacht dat het personeelstekort in de zorg in 2022 is opgelopen tot 80.000 vacatures

Marketingbureau

Om die reden namen brancheorganisaties, vakbonden, particuliere organisaties en VWS daarom afgelopen maart het initiatief voor Extra handen voor de zorg, onder leiding van RegioPlus, een samenwerkingsverband van regionale werkgeversorganisaties in de zorg.

Ineke Slagter, programmamanager bij WZW, een van de betrokken regionale werkgeversorganisaties: „Tijdens die eerste golf waren er veel mensen met een zorgachtergrond die thuiszaten.” Dit kwam vooral omdat toen óók het onderwijs plat lag, maar het ging „bijvoorbeeld ook om mensen die voor een deel een zorgopleiding hebben gevolgd en toen zijn gestopt, of om mensen die al met pensioen zijn.”

Zij konden zich aanmelden bij het initiatief, om gekoppeld te worden aan een zorginstelling in de buurt. Volgens RegioPlus zijn er dankzij het project inmiddels zo’n 8.000 mensen voorgesteld aan 400 zorginstellingen. Van hen zijn vermoedelijk ongeveer 5.000 mensen ingezet.

Onder wie dus Chantal Staring, die als geneeskundestudent zes weken op de revalidatieafdeling bijsprong. Ook de 26-jarige Menthe van Geffen meldde zich tijdens de eerste coronagolf aan. Zij begon direct na de havo met de hbo-opleiding verpleegkunde. Maar na een nare ervaring op haar stageplek stopte ze na twee jaar met de opleiding en ging bij een marketingbureau aan de slag. Daar zegde ze vorig jaar, na vijf jaar, haar baan op omdat ze ‘verder wilde groeien’.

Dát liep anders dan gedacht. „Op 25 april had ik mijn laatste werkdag, en op 26 april stond ik met een positieve zwangerschapstest in mijn handen”, zegt Van Geffen. En na bevalling en herstel volgde al vrij snel de coronacrisis. „Daar gaat mijn perspectief op een baan, dacht ik.”

De zorg was intussen nooit helemaal uit haar gedachten verdwenen. Ze besloot zich bij Extra handen voor de zorg aan te melden en kon direct aan de slag bij verpleeghuis Vilente Pieter Pauw in Wageningen. „Daar heb ik meteen kenbaar gemaakt dat ik weer een opleiding wilde volgen.”

Omdat Van Geffen er al twee jaar hbo op had zitten, kan ze de mbo-opleiding Verzorgende Individuele Gezondheidszorg nu in één jaar doen in plaats van drie. Ze gaat één dag per week naar school en werkt drie dagen per week in het verpleeghuis. „Dit was mijn ingang om terug in de zorg te komen.”

Soepeler registratie

Om het tekort aan zorgpersoneel op te vangen, is ‘Extra handen’ in coronatijd waardevol gebleken, maar op de lange termijn is meer nodig. Ook zorgorganisties zullen zich flexibeler moeten opstellen. En dat is niet altijd gemakkelijk voor een sector die uit veiligheidsoverwegingen met strikte protocollen werkt en waarin heel precies is vastgelegd wie voor welke taken gekwalificeerd is.

Een eerste stap is dat bij nieuw personeel soepeler omgegaan wordt met een verlopen BIG-registratie. Zo’n registratie (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) geeft aan welke handelingen een zorgmedewerker wel en niet mag uitvoeren. Toenmalig minister Bruno Bruins (Medische Zorg, VVD) besloot bij het begin van de eerste coronagolf dat iemand met een op z’n laatst in 2018 verlopen registratie toch tijdelijk in de zorg aan de slag kon.

Maar er zijn meer mogelijkheden om mensen zónder zorgopleiding in te zetten. Zo heeft het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht vanwege de extra werkdruk door corona een ‘buddysysteem’ opgezet.

Aanvankelijk was het zo dat OK-assistenten hielpen bij aan- en uitkleden op de corona-afdelingen. Om verspreiding van het virus te voorkomen, moeten artsen en verpleegkundigen zich namelijk constant in en uit beschermende pakken hijsen bij afdelingsbezoek. Maar voor die hulp hoef je niet per se medisch geschoold te zijn. Teamhoofd Chirurgie Marieke Koenen kwam op het idee om voor die taak extern, niet-geschoold personeel in te zetten.

Dat werkt nu volgens het protocol dat door de OK-assistenten werd opgezet. En inmiddels is het takenpakket van de buddy’s uitgebreid. Zo brengen ze nu onder meer materiaal naar afdelingen en vangen ze de familie van patiënten op.

Ze werken volgens het ziekenhuis wel altijd onder begeleiding van een zorgprofessional. Een woordvoerder: „De sfeer in het team is goed, hoewel mensen er heel verschillende achtergronden hebben. We zien nu zelfs dat er buddy’s zijn die een definitieve switch naar de zorg willen maken.”

Je kunt als zorginstelling dus misschien niet zomaar extra mensen aannemen om patiënten te wassen, er zijn wél mogelijkheden om functies te splitsen in taken waarvoor iemand gekwalificeerd moet zijn, en taken die iemand zonder diploma’s net zo goed kan oppakken.

Zingeving

Het zou natuurlijk mooi zijn wanneer een deel van die tijdelijke hulpkrachten na de crisis blijft hangen. Omdat het werk hen bevalt, of omdat zij na een positieve ervaring besluiten om een opleiding tot zorgmedewerker op te pakken. Zoals Menthe van Geffen.

Volgens loopbaancoach Anke Koster maken vooral soft skills iemand geschikt voor een baan in de zorg. Daarmee bedoelt ze natuurlijke vaardigheden, zoals flexibiliteit en stressbestendigheid.

„In de zorg is oog voor detail bijvoorbeeld heel belangrijk”, zegt ze. „Laat een patiënt zijn boterhammen al een paar dagen staan? Dat soort dingen moet je kunnen opmerken.”

Daarnaast kijkt Koster als loopbaancoach altijd hoe belangrijk zingeving voor mensen is in hun werk. „Sommige mensen zijn gefocust op processen en routine – die functioneren goed binnen een groot bedrijf. Maar wie echt iets voor een ander wil betekenen, komt in de zorg beter aan z’n trekken.”

Dat vindt Van Geffen ook. „Verzorgers kunnen het verschil maken – juist in deze tijd. Er mag vaak geen bezoek komen, dus wij zijn degenen die een kopje koffie met mensen drinken en een praatje met ze maken.”

En de hoge werkdruk dan, vindt ze die geen bezwaar? „De werkdruk is inderdaad hoog en ik heb van medewerkers bij andere zorginstellingen ook gehoord dat ze daarom gaan stoppen met werken als deze crisis eenmaal voorbij is. Maar gelukkig werk ik ergens waar iedereen elkaar helpt als de drukte ons aanvliegt. Dat helpt.”