Met één druk op de verzendknop van haar laptop zette de Eindhovense advocaat Eva González Pérez op donderdag 6 juli 2017 de eerste stap in wat zou uitgroeien tot het grootste politieke, bestuurlijke en financiële schandaal van deze kabinetsperiode: de Toeslagenaffaire bij de Belastingdienst.
Haar wanhopige mail die late avond was gericht aan CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, „aangezien het mij opgevallen is dat u in diverse gevallen Kamervragen gesteld heeft ten aanzien van de werkwijze van de Belastingdienst”.
Omtzigt, een onvermoeibaar Kamerlid, liet de advocaat binnen een kwartier weten naar haar zaak te zullen kijken. Het was inmiddels middernacht. González Pérez had vier maanden eerder een procedure bij de Raad van State gewonnen voor een cliënt bij wie in 2014 ten onrechte de kinderopvangtoeslag was stopgezet. De Belastingdienst weigerde hierna de getroffen ouder tegemoet te komen.
Omtzigt klom direct in de pen en stuurde schriftelijke vragen aan de toen verantwoordelijke bewindspersoon Eric Wiebes (Financiën, VVD). Vraag 14 luidde: „Zijn er ouders, kinderopvanginstellingen/gastouders en bemiddelingsbureaus die een onnodig grote schade geleden hebben van het abrupt stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag in 2014?” Het antwoord van de staatssecretaris, twee maanden later: „Daar is niets van gebleken.”
Inmiddels, ruim drie jaar verder, zijn volgens de huidige staatssecretaris, Alexandra van Huffelen (D66), 22.000 gezinnen in beeld die gedupeerd zijn door het rigide toeslagenbeleid van de Belastingdienst. Ze heeft bijna een half miljard euro uitgetrokken om hen te compenseren.
De komende twee weken vinden de openbare verhoren plaats in een parlementair onderzoek naar wat de Toeslagenaffaire is gaan heten. Tien betrokken topambtenaren en zeven (voormalige) politici zullen onder ede worden gehoord door een commissie van acht Kamerleden. De ‘mini-enquêtecommissie’ wil reconstrueren wie ambtelijk en politiek verantwoordelijk zijn geweest voor wat zij noemt de „uit de hand gelopen fraudeaanpak door de Belastingdienst en de ‘alles-of-niets’ benadering bij de kinderopvangtoeslag”.
Eric Wiebes, inmiddels minister van Economische Zaken en Klimaat, is op maandag 23 november aan de beurt. Later die week zullen onder meer PvdA-leider Lodewijk Asscher moeten verschijnen (als voormalig minister van Sociale Zaken), de vorig jaar opgestapte staatssecretaris Menno Snel (D66) en, als laatste in de rij, premier Mark Rutte (VVD).
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data59358148-93f491.jpg)
González Pérez is komende maandag de eerste getuige: de vrouw die al jaren in juridisch gevecht is met de Belastingdienst en drie jaar geleden de lont in het politieke kruitvat stak.
Wat is uw boodschap aan de commissie?
„Het is niet per se een boodschap. Ik zal zo precies mogelijk willen beschrijven wat ik als advocaat aan misstanden heb gezien in de vele procedures die ik voor mijn inmiddels ruim veertig cliënten sinds 2014 heb gevoerd.”
Zoals?
„In mijn zaken heeft de Belastingdienst bewust bewijsstukken achtergehouden. Dossiers zijn verdwenen, er is etnisch geprofileerd. Ouders die onterecht van fraude waren beschuldigd, kwamen op uitsluitingslijsten, en maakten daardoor geen aanspraak meer op andere toeslagen. Als ik ernaar vroeg, kreeg ik geen antwoord.”
Wat bereikte u met dat mailtje aan Omtzigt in 2017?
„Doordat hij vragen is gaan stellen, en later vele andere Kamerleden en de media, kwam steeds meer boven water. Niet alleen in mijn zaken, maar ook bij andere kinderopvanginstellingen in het land, en ook uit de jaren ver voor 2014.
„De politiek heeft duidelijk gemaakt dat er iets fundamenteels mis is bij de Belastingdienst. Dat burgers onfatsoenlijk zijn behandeld. Dat er sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur en dat er wetten zijn overtreden. Dat is later ook vastgesteld door de commissie-Donner. Daarna is het kabinet eindelijk begonnen met het proces van genoegdoening en financiële compensatie. Recent kwamen er nog stukken op tafel waaruit blijkt dat de top van de Belastingdienst al veel eerder is gewaarschuwd voor misstanden. Deze affaire had dus nooit zo lang hoeven duren.
„Het belangrijkste was misschien nog wel dat er aandacht kwam voor al die ouders. Zij kregen bij de Belastingdienst maar geen gehoor, waren jarenlang via allerlei bezwaarprocedures het bos in gestuurd.”
Uw cliënten behoorden tot de eerste groep ouders die vorig jaar schadevergoeding kregen. Is de toeslagenaffaire daarmee voor u voorbij?
„De meeste van hen hebben bezwaar ingediend, omdat ze het niet eens zijn met dat bedrag. Factoren als psychische klachten en verlies van inkomen, allemaal ten gevolge van de handelswijze van de Belastingdienst, zijn namelijk niet meegewogen in de eindbeschikking. Voor hen stap ik nu naar de Commissie Werkelijke Schade. Dat is gelukkig een onafhankelijke commissie met verstandige hoogleraren van buiten de Belastingdienst. We zullen nog steeds geduld moeten hebben, maar ik hoop dat ik nu minder lang hoef te wachten op een eindoordeel.”