Charlette N’Guessan: „Corona heeft ons bedrijf een extra duw gegeven. Onze software vereist nul fysiek contact.”

Foto James Oatway

Interview

Charlette N’Guessan: ‘De strijd tegen ID-fraude is juist in Afrika nodig’

Identificatie-software Software voor gezichtsherkenning werkte niet goed bij mensen met een donkere huidskleur. ‘Tech geek’ Charlette N’Guessan uit Ivoorkust zag een gat in de markt.

Charlette N’Guessan drukt haar hoofd tussen twee platte handen en maakt stippen: op haar voorhoofd, neus, kin, wangen. „Wat onze software doet” – ze praat in haar laptopcamera – „is de afstanden meten tussen dit soort punten.”

Die lengtes zijn uniek, horen net als een vingerafdruk bij één persoon, en zijn de basis voor de identificatie-software die de 26-jarige Ivoriaan met behulp van kunstmatige intelligentie polijstte en verfijnde voor de Afrikaanse markt. In het Westen, met voornamelijk witte gezichten, werkte deze software goed. Maar in Afrika, met veelal zwarte gezichten, nog niet. Dat kwam omdat de software veelal was ontwikkeld op basis van witte gezichten, het herkennen van zwarte gezichten was daardoor moeilijker. Zo bleek uit een onderzoek uit 2018 van de Amerikaanse overheid dat een zwart gezicht vijf tot tien keer vaker fout werd herkend door de software in vergelijking met een wit gezicht.

Maar veilige identificatie-technologie is juist in Afrika belangrijk. Het continent wordt al jaren geteisterd door identiteitsfraude. Volgens cijfers van de Wereldbank hebben 494 miljoen Afrikanen, van de 1,3 miljard, geen officieel geregistreerde identiteit. Zij kunnen identiteiten van anderen stelen, rekeningen openen en geld opnemen.

Ook al maken steeds meer Afrikanen gebruik van het internet voor het bestellen van een taxi of het kopen van spullen, is hun privacy slecht gewaarborgd. Meer dan 90 procent van de Afrikaanse bedrijven opereert onder de cyberveiligheidsgrens, bleek uit een onderzoek uit 2017.

Internetcriminaliteit zou het continent dat jaar drie miljard euro hebben gekost, schreef de Amerikaanse nieuwssite Quartz. Een van de grootste slachtoffers zijn financiële instellingen. „Die zijn miljoenen kwijt aan het controleren van de identiteiten van hun rekeninghouders”, zegt N’Guessan. Dankzij haar software kunnen banken met een geruster hart nieuwe klanten binnenhalen.

De twintiger is een bekendheid aan het worden in de Afrikaanse tech-wereld. Deze week werd ze door de African Youth Awards uitgeroepen tot een van de honderd ‘meest inspirerende Afrikaanse jongeren’. Twee maanden geleden won ze de Africa Prize for Innovation, jaarlijks uitgereikt door de Britse Koninklijke Academie voor Ingenieurs. Ze kreeg de prijs als eerste vrouw en ontving 27.500 euro.

„Het is belangrijk om technologieën als gezichtsherkenning toe te passen in Afrikaanse gemeenschappen”, zei de Kameroense ondernemer Rebecca Enonchong, jurylid van de prijs, na de bekendmaking. „We zijn ervan overtuigd dat deze innovatieve technologie verreikende voordelen heeft voor het continent.”

Lees ook Herkend door de camera en niemand die het ziet

De gezichtsherkenningssoftware die ze bouwde, Bace API, was een verbetering op een bestaand systeem. Een systeem dat nog niet veilig genoeg was, duur en te weinig getest op Afrikaanse gezichten. N’Guessan maakte het gebruik veiliger door het systeem beter te laten achterhalen of het beeld van de persoon achter de camera echt was of nep. „Stel ik ben een slecht mens met een rijke zus”, zegt ze. „Dan kan ik dus met haar ID-kaart inloggen op de site van haar bank en een selfie van haar voor de camera houden.” Op basis van een foto zou veel software al bevestigen dat de juiste persoon inlogde, zegt ze. „Onze software kijkt juist naar bewegende beelden en kan zo verifiëren of het om een echt persoon gaat of om een foto.”

Tech-bubbel

N’Guessans tech-avontuur begon tijdens haar studie software engineering in Ivoorkust. Van haar zus kreeg ze toen haar eerste laptop cadeau. Urenlang struinde ze op het internet. Gefascineerd door hoe haar computer werkte, hoe in korte tijd steeds meer mogelijk werd.

Drie jaar geleden stapte ze uit haar kleine Ivoriaanse tech-bubbel en verhuisde ze naar buurland Ghana, waar de tech-industrie veel groter is. „Ik wist dat ik hier meer mogelijkheden zou hebben om nieuwe dingen te leren”, vertelt ze vanuit haar slaapkamer. Ze deelt het huis met nog twee tech-ondernemers. Aan het hangertje van haar ketting zit een kaart van Afrika die soms in de camera schijnt als licht.

Omringd door andere tech geeks, rondde ze haar studie af aan de MEST, de Meltwater Entrepreneurial School of Technology in Accra. Een van haar opdrachten: met drie anderen een start-up opzetten. Maar welk probleem zouden ze oplossen? Ze deden marktonderzoek, gingen in gesprek met een aantal Ghanese bedrijven. „Toen merkten we dat cyberveiligheid voor Afrikaanse bedrijven die online diensten aanbieden een groot probleem is”, zegt N’Guessan. Zo kwamen ze op het idee om veiliger identificatiesoftware te ontwerpen, gericht op Afrikanen. In 2018 werd hun bedrijf, Bace Group, geregistreerd.

Zeker handig nu als gevolg van lockdowns veel banken dicht zijn en mensen hun levens organiseren vanachter smartphones en laptops. „Corona heeft mijn bedrijf een extra duw gegeven”, zegt N’Guessan. „Zelfs als je gebruikmaakt van vingerafdrukken om te bewijzen wie je bent, moet je eerst iets aanraken. Onze software vereist nul fysiek contact.”

Twee financiële instellingen in Ghana hebben een deal met hen gesloten. „We screenen bedrijven uitvoerig voordat we een samenwerking met ze aangaan”, zegt N’Guessan. „Wie zijn ze? Wat gaan ze met de software doen?”

Uiteindelijk kan de software op veel plekken worden toegepast, zegt ze. Het kan Afrikaanse studenten helpen zichzelf veilig te identificeren als ze vanuit huis examens afleggen. Uber-chauffeurs in veel Afrikaanse landen registreren zich nu fysiek op een kantoor, dat zou ook digitaal kunnen. Kan de software niet wereldwijd worden toegepast? „Dat kan zeker”, zegt N’Guessan, „maar we willen ons nu op Afrika richten, waar de uitdagingen groot zijn.”

Enige vrouw

De prijs – de erkenning, het geld – is het leukste dat N’Guessan tot nu toe heeft meegemaakt, vertelt ze trots. „Wat ik bijzonder vind aan technologie, is de snelheid waarmee het vooruitgaat. Ik kan vandaag iets bedenken dat morgen alweer verbeterd is door een ander. Dankzij de prijs heb ik zelf geld dat ik in softwaremodellen kan investeren die daardoor nóg beter worden.”

N’Guessan is directeur van het bedrijf. „Ja, ik ben de enige vrouw”, lacht ze. Ze weet niet beter dan altijd de enige of een van de weinige vrouwen te zijn, dat begon tijdens haar studie al. Regelmatig loopt ze tijdens zakelijke bijeenkomsten als enige vrouw een zaal vol mannen binnen en ziet ze hun verschrikte reacties. N’Guessan: „Zo van: is dít hun directeur?”

In Ivoorkust ging ze veel congressen langs om te praten over tech. In een Franse blog begon ze haar ervaringen te delen. De afgelopen jaren ziet ze al veel veranderen in Ivoorkust en Ghana. „Meisjes krijgen meer mogelijkheden. Vroeger kon je trouwen en kinderen krijgen. Nu weten ze dat er ook andere opties zijn, zoals technologie. Logisch, zegt ze. „Technologie wordt op een steeds jongere leeftijd onderdeel van hun wereld. Ik had mijn eerste smartphone toen ik 16 jaar was, mijn zusjes waren 10.”

Goede rolmodellen zijn ook belangrijk, zegt ze, mensen moeten eerst bevestigd zien dat de deuren voor hen openstaan. „Als je dat beseft, hoef je daarna alleen nog maar een vaardigheid te leren om te overleven in de tech-wereld”, zegt ze. Ze haalt haar schouders op: „That’s all.”

Ze vindt het belangrijk dat meer vrouwen in de techwereld aan de slag gaan, maar misschien nog wel belangrijker dat het Afrikanen zijn. „Veel oplossingen voor onze problemen komen nu van buiten.” China, het Westen. „We moeten investeren in mensen hier”, zegt N’Guessan. Haar droom is een grote tech-leider te worden in Afrika en zelf in projecten en talent te kunnen investeren. „Door Afrika, voor Afrika.”