Ga mee naar een automeeting, had een vriend gezegd bij het tankstation waar ze altijd hun auto’s wassen. „Ik dacht: leuk, gezellig”, zegt Mehmet (28) tegen de politierechter in Utrecht. „Ik wilde gewoon auto’s bekijken. Mooie auto’s, leuke auto’s.”
De rechter, verbaasd: „’s Nachts om 02.14 uur?”
Op 19 april kreeg de politie rond dat tijdstip melding dat op de busbaan in Muiden een illegale straatrace aan de gang was. De politie bleef op tweehonderd meter afstand kijken en zag om de vijftien seconden twee auto’s naast elkaar optrekken en snelheid maken op hoge toeren. Na de sprint keerden ze om en sloten op een fietspad achteraan aan in de rij. Tientallen keren.
De politie reed erheen, en toen ontstond er chaos. Mensen stoven uit elkaar, auto’s reden weg en helemaal achteraan, op het fietspad, stond de Zwarte Volkswagen Polo van Mehmet. Of, eigenlijk die van zijn zusje, want de zijne stond in de garage.
„Maar u kwam toch om uw auto te laten bezichtigen?” vraagt de rechter.
„Onder die van haar zitten ook mooie velgen”, zegt Mehmet met zware stem, tikje hees. Alleen, die van haar is handgeschakeld en die van hem een automaat. De rechter, opkijkend van het dossier: „U bent liever lui dan moe, lees ik in uw verklaring.”
Toen de politie het zwaailicht aanzette, zag ze Mehmets Polo met rokende banden achteruit rijden op het fietspad, zo de berm in. „Waarom?” vraagt de rechter.
„Het was chaos en ik stond op het fietspad. Ik dacht: dat is niet goed.”
Een „meetup” middenin de nacht doet Mehmet wel vaker. Dan is iedereen „net klaar met werk en eten” en spreken ze af bij de McDonald’s in Leiden om elkaars auto te bewonderen. „Vooral Golfjes. Mooi, verlaagd, mooie velgen.” Maar zo’n straatrace als in Muiden had hij nooit eerder bezocht. „Ik was net aangekomen. Ik heb geen auto’s zien racen, niks.”
Met zijn auto in de berm werd Mehmet, die zijn raampje open had, vastgepakt. „Zet je motor uit”, zei de agent driemaal. Mehmet straalde rust uit: komt goed. Maar toen opeens trapte hij het gaspedaal in, de agent hangend aan zijn raam. „Stoppen!” riep de agent nog, waarna die de balans verloor en smakte op het asfalt. Mehmet stapte uit.
Mehmet: „Ik snapte: ik heb iets verkeerds gedaan.” De agent was aangedaan en sloeg hem strak in de boeien. Toen hij vroeg of de boeien iets losser mochten, werd de agent boos. Mehmet: „Ik snap dat. Ik heb heel vaak ‘het spijt me’ gezegd.”
De verdachte heeft geluk gehad dat de agent slechts lichte verwondingen had, benadrukt de officier van justitie. Deelname aan een straatrace is niet bewezen, maar door zijn gedrag heeft Mehmet bewust de aanmerkelijke kans aanvaard anderen letsel toe te brengen. Dat is overtreding van artikel 5A van de Wegenverkeerswet. En in het wegrijden met een agent hangend aan het raam ziet de officier een poging tot zware mishandeling. Hij eist 33 dagen gevangenisstraf, waarvan dertig voorwaardelijk, zes maanden rijontzegging en een schadevergoeding van 550 euro.
De advocaat van Mehmet vraagt om vrijspraak. In de verlaagde Polo van Mehmet schenen de koplampen van de – hoge – politieauto hem recht in de ogen. Mehmet, verblind, zag de politie niet en wilde wegrijden uit de chaos. Dat is volgens hem geen schending van de verkeersregels. Opzet om de agent te verwonden had zijn cliënt evenmin: „Hij ging ervan uit dat de ander zou loslaten.” Sinds het incident is Mehmet, vrachtwagenchauffeur, zijn rijbewijs kwijt. Hij zit al maanden werkloos thuis bij zijn ouders. Mehmet: „Mijn vader vindt me een nietsnut.”
De rechter acht beide feiten bewezen en legt Mehmet 160 uur werkstraf op waarvan 80 voorwaardelijk. Mehmet moet de schadevergoeding betalen en krijgt een rijontzegging van negen maanden, waarvan drie voorwaardelijk, zodat hij direct weer kan werken. „Ik zal uw rijbewijs niet nog langer ontzeggen.”
Mehmet slaakt een zucht van verlichting.