Anouk Visser-Jong is een 38-jarige vrouw die als gevolg van haar kinderjaren als topturnster niet meer kan sporten. Ze lijdt aan gewrichtsslijtage en haar rug- en nekwervels zijn zo beschadigd dat ze geen schim meer is van de flexibele tiener die ooit deel uitmaakte van het Nederlands team.
Mentaal, vertelt ze maandagochtend in de Tweede Kamer, zijn de gevolgen al even ingrijpend. Haar angstgevoelens in de turnhal, waar ze werd „uitgehongerd” en „genegeerd”, hebben geleid tot een „dissociatieve stoornis”, een verschijnsel waarbij de hersenen zich uitschakelen als akelige herinneringen aan de oppervlakte komen, wat weer leidt tot concentratieverlies en onderpresteren. Alsof je tijdelijk van de wereld bent.
Daar is hulp voor. Maar alleen buiten de reguliere zorg, ontdekte ze, waardoor ze haar sessies bij de haptonoom zelf moet betalen. 90 euro per keer, elke week, twee jaar lang. Bijna 10.000 euro. „Je hebt het nodig, maar kun je het ook betalen?”
De Tweede Kamerleden die tegenover haar zitten, kunnen het antwoord wel invullen. Het zijn er vier en met gespitste oren luisteren zij naar de twaalf sprekers die zijn uitgenodigd voor het ‘Rondetafelgesprek (On)veiligheid in de turnsport’.
Turncrisis
Dat er problemen zijn, bleek het voorbije half jaar wel. Er woedt een ware turncrisis, ingeleid door de Amerikaanse documentaire Athlete A en een getuigenis van de Nederlandse trainer Gerrit Beltman, die toegaf kinderen te hebben geslagen en geestelijk te hebben mishandeld. Hierdoor durfden ook anderen te praten. Vooral ex-turnsters, die soms wel jaren hadden gezwegen over het schelden, isoleren, negeren en de tikken van hun trainers.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/10/data63440105-393fa2.jpg)
Meerdere (top)trainers werden van wangedrag beschuldigd en worden nu door het Instituut Sportrechtspraak onderzocht. Tegelijk doet hoogleraar sport en recht Marjan Olfers een onafhankelijk onderzoek naar de aard en omvang van de misstanden.
Prestaties boven welzijn
„Het moest altijd beter, meer en verder”, vat ex-turnster Danila Koster het voor de Kamerleden samen. Meisjes veranderden in turnrobotjes, bestuurd door trainers die meer om prestaties gaven dan het welzijn van hun pupillen. Koster: „Als ik een turnhal binnenloop, heb ik nooit het idee dat er lol wordt gemaakt.”
Anouk Visser-Jong vertelt over het dwingende ritme van haar jeugd. „Trainen, twee uur naar school, trainen, huiswerk maken, slapen. Mijn enige contacten waren wat klasgenoten met wie ik kon bellen en de andere turnsters. We hadden alleen elkaar in de hal, maar we hadden niks aan elkaar.” Ze spreekt van „kindermishandeling”.
Niet iedere turnster heeft nare ervaringen, benadrukt ex-turnster Maartje Guikes in de hoorzitting. „Je verliest vrienden die niet begrijpen dat jij vijf uur per dag wil trainen. Maar had ik een normale scholier willen zijn? Nee. Ik heb de feestjes niet gemist. Ik ben trots op mijn carrière en ben hier om niet alleen maar negatieve verhalen te laten horen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63952744-ba2c07.jpg|https://images.nrc.nl/w8ZPF8mWBZgvQd-c9NEVRFoPY80=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63952744-ba2c07.jpg|https://images.nrc.nl/pi_a8F_NqzaN4oChLRPlAZVB3Ps=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63952744-ba2c07.jpg)
Maurits Hendriks (links), technisch directeur van NOC-NSF en Marieke van der Plas, directeur van turnbond KNGU tijdens het rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden.
Foto Robin Utrecht/ANP
Hetzelfde geldt voor Mandy Maghoub, een van de twee actieve turnsters die komt praten. „Turnen vergt heel veel van het lichaam, fysiek en mentaal”, zegt Maghoub, die eerst voor Nederland turnde en nu met Egypte aan de Olympische Spelen hoopt deel te nemen. „Ik heb ups en downs gekend, maar haal er wel voldoening uit.”
Van de vrouwen die wél slechte ervaringen hebben, willen sommigen financiële genoegdoening. Anderen eisen vooral erkenning. Zoals Petra Witjes, die wil dat de KNGU uitspreekt dat er in het verleden is weggekeken bij alarmsignalen. „Het is niet de vraag of er slachtoffers zijn. Die zijn er. Dus moet de KNGU de consequenties daarvan aanvaarden. En nazorg bieden.”
Meldingen genegeerd
Met die nazorg is de KNGU druk bezig, zegt bondsdirecteur Marieke van der Plas enkele uren later. De vrouw die sinds drie jaar leiding geeft aan een bond die wordt verweten dat het rapporten en meldingen heeft genegeerd, noemt het dapper dat turnsters zich nu uitspreken. „Ik hoor en zie jullie.”
Op de vraag hoe het toch kan dat rapporten zoekraken, van Antje Diertens (D66), zegt Van der Plas: „Ik kan niet alles beantwoorden. Maar één ding weet ik wel: het is helder dat het niet goed is gegaan.”
Waar de bond voorheen vooral op papier tegen wangedrag streed, wil Van der Plas dat er nu ook tuchtrechtelijke stappen volgen. „Ik doe de belofte dat de resultaten (van de onderzoeken) worden opgevolgd. De onderste steen moet boven.”
Volgens Maurits Hendriks, technisch directeur bij sportkoepel NOC-NSF, is er wel degelijk wat gebeurd met onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de sport. Zoals de invoering van een meldingsplicht bij wangedrag en de invoering van een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag). „Alleen was het heel beleidsmatig. De aandacht voor slachtoffers is ergens niet goed van de grond gekomen.”
Tweede Kamerlid Chris Jansen (PVV) vindt het vreemd dat de KNGU zegt slachtoffers te helpen, maar dat de ex-turnsters zelf naar hulp moeten zoeken en die zelf moeten betalen. „Hoe gaat de KNGU hen compenseren?”
Van der Plas: „We willen graag met hen in gesprek gaan wat er met ze aan de hand is. Die gesprekken moeten door professionals worden gevolgd. Niet door de KNGU.”
Jansen: „En de financiële component dan? Die hangt als een molensteen om hun nek.”
Van der Plas: „Bij die nazorg zullen we echt kijken wat er nodig is. Het gesprek moet gevoerd worden.”