PvdA komt met klassiek programma

Tweede Kamerverkiezingen Verhoging van bijstand, AOW en minimumloon. De PvdA presenteerde zondag een uitgesproken links verkiezingsprogramma.

PvdA-fractieleider Lodewijk Asscher bij de presentatie van het verkiezingsprogramma in een autowerkplaats bij het Friesland College in Heerenveen.
PvdA-fractieleider Lodewijk Asscher bij de presentatie van het verkiezingsprogramma in een autowerkplaats bij het Friesland College in Heerenveen. Foto Robin van Lonkhuijsen/EPA

De PvdA wil weer vooruitkijken. Na jaren van terugkijken en langzaam opkrabbelen, presenteerde de partij zondagmiddag vanuit een autowerkplaats bij het Friesland College in Heerenveen het nieuwe verkiezingsprogramma.

Tussen de openstaande motorkappen en gereedschapskisten zei Esther-Mirjam Sent, voorzitter van de programmacommissie, dat de coronacrisis een „vergrootglas legt op zorgen die we al eerder hadden”. De crisis legt bijvoorbeeld groeiende ongelijkheid bloot en die moet met een aantal hervormingen bestreden worden. Bijvoorbeeld door het eigen risico in de zorg af te schaffen en het minimumloon te verhogen van ongeveer 10 euro naar 14 euro per uur. Ook de AOW en de bijstand moeten worden verhoogd.

Daarnaast wil de PvdA honderdduizend extra „publieke banen”, zoals „wijkhulpen, beveiligers of speeltuinmedewerkers”. In het onderwijs wil de PvdA de basisbeurs terug, die de partij in het vorige kabinet juist verving door een leenstelsel.

De partij wil ook een herverdeling van de welvaart. De PvdA steunt de dit najaar door de SP ingediende ‘Wet eerlijk delen’, waarmee het voor bedrijven verplicht wordt winsten uit te keren aan werknemers. Hogere inkomens en bedrijven moeten meer belasting gaan betalen: de inkomsten- en vermogensbelasting stijgen, net als de winstbelasting.

Sociale werkplaatsen

Naast die economische ambities wil de PvdA tot 2030 honderdduizend huizen per jaar bouwen. Ook de huurgrens voor sociale huur moet verhoogd worden. De verhuurderheffing, met instemming van de PvdA ingevoerd, wil de partij afschaffen. Die corporatiebelasting levert de overheid jaarlijks zo’n 1,7 miljard euro op.

Met het ambitieuze en uitgesproken linkse verkiezingsprogramma positioneert de partij zich weer als traditioneel sociaal-democratisch, en dat is precies wat de PvdA sinds de historische verkiezingsnederlaag in maart 2017 (van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer) weer wil worden. Sinds die nederlaag geven PvdA-politici hun eerdere fouten toe. Ze erkenden dat de PvdA tijdens het kabinet-Rutte II wel érg hard had bezuinigd en komen terug op plannen die ze jarenlang verdedigd hadden. Het leenstelsel moet toch teruggedraaid worden. De sluiting van de sociale werkplaatsen was toch fout.

Met publiekelijke mea culpa’s wilde de PvdA laten merken dat de boodschap van de kiezers was aangekomen. Dat de partij óók zag dat zij te ver was afgedreven van haar idealen. Onder leiding van fractieleider Lodewijk Asscher, die bij de aankomende verkiezingen opnieuw lijsttrekker is, zette de partij in op ‘bestaanszekerheid’ als belangrijkste thema.

In de Kamer combineert de PvdA felle oppositie, geregeld samen met GroenLinks en de SP, met onderhandelingen met het kabinet. Zoals bij het pensioenakkoord vorig jaar, en bij het coronanoodpakket eerder dit najaar. Die combinatie van oppositie én bereidheid tot onderhandeling levert Asscher op het Binnenhof veel lof op, maar heeft zich nog niet vertaald naar massale steun van kiezers.