Kunst die propaganda voert ten behoeve van iets of iemand is van alle tijden. Met de komende verkiezingen in de Verenigde Staten wordt kunst vooral ingezet ten nadele van iemand, president Donald Trump. Niemand gaat ervan uit dat kunstenaars zo veel invloed hebben dat ze het stemgedrag kunnen beïnvloeden, maar wie weet zijn sommige Amerikanen nog een beetje bij te sturen. Wat gebeurde er in de kunstwereld tijdens deze verkiezingscampagne?
Muziek
Bij eerdere verkiezingen spraken muzikanten zich niet vaak hardop uit voor of tegen een politieke kandidaat. Luisteraars hoefden niet te weten waar ze stonden, de boodschap zat in de liedjes voor wie het wilde horen. Wie zich hardop uitsprak voor of tegen een kandidaat, was al snel de helft van zijn potentiële publiek kwijt.
In het geval van countrymuziek zelfs nog wat meer dan de helft, zo merkten de (toen nog Dixie) Chicks die zich in 2003 tegen George W. Bush en de Irak-oorlog uitspraken. De actie bracht hun carrière evenveel schade als het hun reputatie in liberale kringen goed deed.
Met Trump is er iets veranderd. Een countryzanger als Willie Nelson is zo helder als maar zijn kan in zijn nummer ‘Vote Em Out’ met onder andere de regels ‘If it’s a bunch of clowns you voted in/ election day is coming’ Round Again’. Niet alleen gaan steeds meer popmuzikanten zich roeren, ze doen dat ook in extremere termen. Taylor Swift distantieerde zich fel van Trump, met de belofte: „We will vote you out in November”. Lady Gaga noemt Trump „een dwaas en een racist”.
Trump duikt regelmatig op in liedjes, niet alleen in alternatieve rock, maar ook in de popmuziek van Ariana Grande, die op haar nieuwe single voorstelt om met de president van plek te wisselen (‘Positions’). Onlangs bracht Demi Lovato een single uit, ‘Commander in chief’, met onder andere de regel: „People are dying while you line your pockets deep.”
Trump dook waarschijnlijk het meest op in hiphop. Sinds de opkomst van Black Lives Matter worden de liedjes steeds wanhopiger met ‘Lockdown’ van Anderson Paak en Lil Baby’s ‘The Bigger Picture’ als indrukwekkendste voorbeelden.
Stand-up comedy
„Het is Halloween! Voor sommige Trump-stemmers is dat de enige dag waarop ze een masker zullen dragen.” In Saturday Night Live, het komedieprogramma met sketches, cabaret en stand-up, sprak Joe Biden (gespeeld door Jim Carrey) drie dagen geleden de natie toe.
In de sketch zit Carrey/Biden op een leren stoel en mijmert wat over een positieve verkiezingsuitslag. Ondertussen kloppen sceptische geesten een voor een aan, zoals Hillary Clinton (Kate McKinnon) met een cape: „Zelfs als je wel wint op dinsdag kunnen de verkiezingen nog steeds van je worden gestolen.”
Carrey is een van de vele stand-upcomedians die zich zorgen maakt over 3 november. Maar comedy maken over Trump bleek lastig, de afgelopen vier jaar werd hij minder karikaturaal neergezet dan gedacht – hij was zelf al te karikaturaal voor woorden.
Comedian Stephen Colbert was in 2016 nog verbijsterd door de verkiezingsuitslag en liet tijdens de live-uitzending van The Late Show het gegeven dat Trump de nieuwe leider van ‘de vrije wereld’ zou zijn op zich inwerken: „In the face of something that might strike you as horrible, I think laughter is the best medicine. You cannot laugh and be afraid at the same time.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/10/2910cul-trumpboeken-web.jpg)
De handschoen die Colbert toen toewierp werd gretig opgepikt. Trumps tweets werden de afgelopen vier jaar steevast vlijmscherp gefileerd in shows van Seth Meyers. Alec Baldwins persiflage van Trump in Saturday Night Live ging de wereld over. Maar het belachelijk maken van de president dekte steeds minder de lading. The New York Times tekende uit hoe de meest cartooneske president de satire juist tekort doet. Hij is na te doen, maar echt grappig wil het niet meer worden. Zelfs Trevor Noah in The Daily Show en John Oliver in Last Week Tonight gingen weliswaar nog mee in de grappenmachine, maar legden zich steeds meer toe op inhoudelijke analyses van de waan van de dag.
Beeldende kunst
Shepard Fairey maakte in 2008 de beroemde poster ‘Hope’ voor Barack Obama. Het werd een iconisch beeld. In 2020 is Fairey opnieuw een van de kunstenaars die het initiatief hebben genomen om met pakkend beeld de kiezer te overtuigen. Samen met andere kunstenaars wil hij de Amerikaan een beeld voorschotelen gekoppeld aan één woord: ‘Enough’.
Anders dan in 2008 is het geen positieve boodschap meer die de verkiezingen moet uitbeelden, maar een wanhopige. Verschillende kunstenaars brachten ‘Enough’ in beeld met de achterliggende boodschap dat het tijd was Trump weg te stemmen op 3 november. Shepard Fairey maakte een poster van een luisterend oor waaruit de woorden ‘Noise and Lies’ en het verzoek ‘Gimme some Truth!’ komen.
Het beeld van Ed Ruscha, die zich ook als kunstenaar verbond aan het initiatief, heeft het in zich om iconisch te worden: op een verfrommelde vlag prijken de woorden ‘EE-NUF!’ en ‘Vote’. De posters worden vooral opgehangen in de swingstates. Of ze een beetje hebben meegeholpen de kiezer over de streep te trekken, zal na 3 november blijken.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/data62584773-21ac57.jpg)
Er zijn weinig kunstenaars die zich pro-Trump opstellen. Omdat de meeste kunstenaars weten dat ze met hun werk weinig Amerikanen op andere gedachten zullen brengen, zelfs niet als je ze ‘iconische’ beelden voorlegt, hebben ze zich ook financieel verbonden aan het sturen van de verkiezingen. Zo is een collectief opgezet, Artists for Biden, dat geld binnenhaalt voor de campagne van Biden en Harris. Via online veilingen werden kunstwerken verkocht van ruim honderd wereldberoemde kunstenaars, waarvan de opbrengst voor honderd procent naar de Biden-campagne in swingstates ging. Ook hier zat werk van Shepard Fairey tussen, maar ook bijvoorbeeld een kinderballon van de Amerikaanse vlag door Jeff Koons. Het is afwachten of de ballon knapt of langzaam leegloopt, maar van ‘Hope’ lijkt wat Koons betreft voorlopig geen sprake meer te zijn.
Beeld People for the American Way