Besmuikt smikkelen, niemand zeggen

Zin in eten Koken doen veel mensen, eten doet iedereen. Marjoleine de Vos over zien, ruiken, proeven, samenzijn en iets onweerstaanbaar lekkers uit zo’n, zo’n… potje.

Foto Getty Images

Het is zoiets waarover je even aarzelt of je het zult vertellen. En als je het dan verteld hebt, zegt iedereen: was dat nu alles? Dus het gaat eigenlijk helemaal over hoe je jezelf graag ziet en hoe je wilt dat anderen jou ook zien. Als een goed mens. Een hoger mens misschien zelfs wel. Zo hoog dat dat mens altijd alles – nou ja, meestal, het meeste – zelf maakt. Niet zo’n potjes- en blikjeseter.

Maar nu is er dus een potje met een aïoli, om preciezer te zijn: habanero mango-aïoli.

Het klinkt heel fout, dat voel ik wel. Wie doet er nu mango in haar aïoli? Ik niet. Echt niet. Gewoon knoflook, citroensap, ei, olie. Snufje zout. Verder niks. Zeker geen habaneropepers en nog veel zekerder geen mango.

Maar die pot is zó onweerstaanbaar. Ik heb er al eentje helemaal op. Degene van wie ik de eerste kreeg, is een niet mis te verstane eter en koker die erbij zei: ik eet dat spul op mijn brood, in plaats van boter. Dat doe ik nu ook. Onder de kaas, onder de tomaat, op restjes koud vlees of zoute vis. Ik moet oppassen dat ik er wel aan denk er een boterham bij te nemen. Je zou speciaal aardappelen koken om dit erop te smeren, gewoon gestoomd aardappeltje en dan – nee! dat doe ik tuurlijk niet. Het mag alleen op brood.

Ik wil niet eens weten of er kleur-, geur- of smaakstoffen in zitten. (Er zitten tocoferolen in.) (Geen idee wat dat zijn.) (Het zijn anti-oxidanten.)

Nu ja, zo zat ik dus lekker maar wat besmuikt te smikkelen, niemand zeggen, hoewel de gulle gever er dus helemaal niet geheimzinnig over deed, tot ik er onlangs achter kwam dat habanero-mango niet een of andere gênante commerciële combinatie is maar een heel beproefd mengsel voor een Mexicaanse of semi-Mexicaanse salsa. En dat de halve wereld, dat wil zeggen: het zich in Noord-Amerika bevindende deel van de mensheid, zeer vertrouwd is met deze salsa en het ook doodgewoon vindt om zelf die aïoli te maken met bevroren mango en kant-en-klare mayonaise.

Of dat mij nu echt over de streep helpt, weet ik nog niet. Maar een onweerstaanbare combinatie blijft een onweerstaanbare combinatie. Dan ga je denken, wat maakt het zo onweerstaanbaar? Nu, dan weet je het wel: fris zoet met scherp. Zoals in zomerse meloensalades met rode peper, of in een Indonesische roedjak, of eigenlijk, nu ik erover nadenk, at ik dat ook al lang in de vorm van mango en groene peper bij gerookte zalm. En een van mijn lievelingstoetjes in de herfsttijd bestaat uit een bladerdeegtaartje met appel en peer erin en een rode pepersiroop erover.

Zoet, sappig en heet. Net zo onweerstaanbaar trouwens als zoet, sappig en hartig: rijpe peer met overjarige kaas, frisse appel met blauwe kaas en walnoten. Het is eten waar je vrolijk van wordt, ook al omdat je er niet een vol gevoel bij krijgt maar juist een licht en tintelend gevoel. (Wat bij gebruik van veel aïoli niet zo terecht is, maar enfin.)

Ooit was er een televisiereclame van een peer die at alsof-ie een peer at. Zo bijna slurpend, druipend sappig. Meer dan de suggestie van zó eten was niet nodig om de reclame effectief te laten zijn. Oh peer!

Oh mango! Oh peper!

Ik ben de schaamte totaal voorbij.