Vleesnamen zijn oké, maar iets zomaar melk noemen? Nee

Wat eten we? Vleesvervangers mogen hun vleesnamen houden. Waarom mogen plantaardige dranken dan op geen enkele manier verwijzen naar melk?

Foto Getty Images

In Enschede zijn twee broers die zowel koeien als soja op hun land hebben. De Nieuwe Melkboer noemen ze zich. Koemelk en sojamelk kunnen naast elkaar bestaan, zelfs op één boerderij, laten Bart en Tom Grobben zien. En hun sojamelk is net zo lekker in de cappuccino.

Het mag alleen geen melk heten. Melk is alleen melk als het uit melkklieren gemolken wordt. Dat was al zo. En het mag nu zelfs geen melkvervanger meer heten, zo heeft het Europees Parlement besloten. Of alternatief voor zuivel. Of in de verte verwijzen naar zuivel of zich afzetten tegen zuivel (‘minder CO2-uitstoot dan melk’).

Best opmerkelijk. Want er werd ook gestemd over vleesvervangers, en die mogen wel vegaburger of kipstuckjes blijven heten. Het argument dat dit misleidend zou zijn voor de consument, ging er bij de meerderheid kennelijk toch niet in. De vleeslobby probeerde het nog over de boeg van ‘culturele kaping’ te gooien met de campagneslogan: Ceci n’est pas un steak. Maar ook dat bleef zonder succes.

Waarom uiteindelijk de vleesnamen mogen blijven terwijl de zuivelverwijzingen moeten verdwijnen, is het mysterie van Brussel. Bij Proveg, een non-profitorganisatie die plantaardige voeding promoot, zagen ze dat de Europese vleeslobby luider van zich liet horen dan de zuivellobby. Ook het publieke debat was meer gespitst op vegaburgers dan op plantaardige melk. De zuivellobby bleef in de luwte en was daardoor misschien wel effectiever. Zo waren er dus parlementariërs, ook van het CDA, die niet de vleesnamen wilden verbieden, maar wél de zuivelnamen. En zo mogen fabrikanten dus niet meer zeggen: ‘It’s Like Milk But Made For Humans’ (Oatly). En waarschijnlijk ook niet ‘Yog zonder hurt’, zoals de slimme marketeers van Abbot Kinney’s bedachten.

Of de restricties de verkoop van plantaardige drankjes en toetjes zal remmen, is de vraag. Vegaproducten beslaan maar een klein deel van de markt waarin ook vlees en zuivel zich bevinden, maar de verkoop stijgt jaarlijks met 10 procent, meldde ING onlangs. De zuivelvervangers hebben relatief en absoluut een groter marktaandeel dan de vleesvervangers. En de vleesconsumptie is de laatste twee jaar iets gestegen, maar Nederlanders consumeren wél steeds minder zuivel.

Vrede met de smaak

Het schap met witte dranken die je bij een boterham of in de koffie kunt drinken is de laatste jaren al zo veranderd, je zou denken dat soja-, haver- en amandeldranken inmiddels wel op eigen benen kunnen staan. En als die producten niet meer refereren aan melk, hebben mensen er misschien ook sneller vrede mee dat ze nooit helemaal zo zullen smaken als melk.

Het wordt nog interessant als het lukt om uit gras in de fabriek een product te maken dat er onder de microscoop precies hetzelfde uitziet als wat een koe ervan maakt. Melk dus, maar zonder koe. Those Vegan Cowboys, van de oprichters van de Vegetarische Slager, en Impossible, het Amerikaanse bedrijf dat al heel behoorlijke vegaburgers maakt, steken daar miljoenen in.

Voor die tijd zal de rechter vast al wel een paar keer gevraagd worden waar de grenzen liggen. De Nieuwe Melkboer blijft voorlopig De Nieuwe Melkboer. Hun witte motor is net lekker warmgedraaid.