Opnieuw is Frankrijk opgeschrikt door terreur zoals die de laatste jaren al zoveel malen eerder in Europa te zien was. Een 21-jarige man doodde donderdag op gruwelijke wijze drie mensen rond een basiliek in badplaats Nice. Na de moord op de leraar die in zijn les Mohammed-cartoons had getoond en de steekpartij bij de oude burelen van Charlie Hebdo was het de derde keer in een maand tijd dat volgens de Franse autoriteiten een radicale islamist toesloeg. Na een jaar dat vooral gedomineerd werd door de pandemie, is de angst voor terreur en de uitwassen van de politieke islam zo op niet mis te verstane wijze terug op de Europese agenda.
Frankrijk verdient brede Europese steun in zijn strijd tegen radicalisme en terreur, al is de principiële reactie van Franse bestuurders na de onthoofding van de leraar niet overal even goed gevallen. Door de onder islamitische gelovigen bekritiseerde spotprenten van de profeet opnieuw te laten zien, en zelfs op overheidsgebouwen te projecteren, toonde het land zich onbuigzaam. Frankrijk heeft een lange traditie van harde satire, juist ook gericht tegen religie. De vrijheid van meningsuiting, hoe onwelgevallig ook, kan daarin alleen absoluut zijn. Een ‘maar’ haalt elke steunbetuiging aan die terechte boodschap meteen weer onderuit.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/10/data63789846-0751d7.jpg)
Dat betekent niet dat het verplicht is de cartoons leuk of goed te vinden. In een aantal landen verging mensen het lachen en liepen de spanningen op. Op plekken in vooral het Midden-Oosten zijn, zoals bij eerdere cartoonkwesties gebeurde, ritueel vlaggen verbrand en is opgeroepen tot boycot van Franse producten. De wel onverstoorbaar lachende koe van La vache qui rit verdween uit de winkelschappen en werd haars ondanks symbool van het ideologische en economische protest.
In een al maanden steeds hoger oplopend conflict tussen Frankrijk en Turkije, roerde ook de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zich deze week. Na recente geopolitieke aanvaringen rond Libië, Syrië en in de oostelijke Middellandse Zee zei hij dat zijn ambtgenoot Emmanuel Macron „zijn geestelijke gezondheid moet laten onderzoeken”. Dat is een nieuw dieptepunt in de verstandhouding tussen Europa en Turkije, dat op papier nog altijd op EU-lidmaatschap wacht en met de meeste andere EU-landen lid is van de NAVO. Al lijken woorden in de kokende polarisatie op Erdogan weinig indruk te maken, het was goed dat premier Rutte diens kwalificaties „onacceptabel” noemde.
Volgens Erdogan heeft Macron „een probleem met de islam en moslims”. In een pro-regeringskrant werd hij afgebeeld met PVV-leider Geert Wilders onder de kop: ‘De twee gezichten van haat en racisme in Europa’. Dat versterkt het beeld dat de Franse strijd gericht zou zijn tegen de islam of moslims als zodanig.
De Franse president is verstandig genoeg om consequent strikt onderscheid te maken tussen radicale ‘islamisten’ die een gewelddadige vorm van de islam propageren en gewone gelovigen. Dat deed hij in zijn rede eerder deze maand over ‘separatisme’ door invloed van radicale groepen en dat deed hij na de aanval in Nice.
Na jaren van aanslagen en verijdelde acties valt het niet te ontkennen dat Frankrijk een probleem heeft met radicalisering die in kwetsbare wijken en gemeenschappen de vrijheid in het algemeen en de vrijheid van religie in het bijzonder onder druk zet. Dat het land daar probeert tegen op te treden is verstandig en noodzakelijk. De wijze waarop dat gebeurt kan bekritiseerd worden. Maar geen enkel publiek debat rechtvaardigt geweld.