Recensie

Recensie Auto

De Mazda MX30: dit mooie elektrische debuut komt niet zo ver

Autotest Een juweel van een auto, schrijft over de Mazda MX30. Alleen met een bereik van slechts 200 kilometer.
Foto Merlijn Doomernik

Mazda, altijd interessant. Nu helemaal. Met de MX30 brengt het kleine Japanse merk, tot nu toe terughoudend met elektrificatie, zijn eerste elektrische auto. Het is een compacte suv met tegengesteld openende suicide doors, die in de traditie van het huis zachtmoedig vastberaden de kont tegen de krib van de tijdgeest gooit. Waar concurrenten neigen naar steeds grotere batterijpakketten voor een zo groot mogelijke actieradius, heeft de MX30 met zijn voor deze tijd bescheiden accucapaciteit van 35,5 kWh een bereik van 200 kilometer. Mazda gelooft namelijk niet in dikke accupakketten. De milieubelastende productie van grote batterijen zou botsen met de klimaatneutrale insteek van elektrisch rijden, en de Europese automobilist legt dagelijks toch maar gemiddeld 48 kilometer af.

Hoe dat pragmatisme landt, staat te bezien. Het druist in tegen de psychologie van de veilige overvloed. De consument is niet rationeel, hij is een hamsteraar, een overlever. Van toiletpapier en paracetamol tot stroomreserves, hij wil iets achter de hand hebben; een vluchtweg, een Plan B, noodrantsoenen. Bij elektrische auto’s met verschillende batterijformaten zie je de koper doorgaans veelzeggend voor de grootste stroomcentrale kiezen.

De rijklaarprijs van 33.990 euro voor de MX30 First Edition is gezien de kwaliteit en uitrusting van het gebodene schappelijk, maar in en iets boven zijn prijsklasse ziet de Mazda-rijder concurrenten zijn eigenwijze toko aftroeven met fors grotere uithoudingsvermogens. Vergelijkbaar geprijsde stekkerautootjes van Renault, Opel, Peugeot en Citroën of de schandelijk onderschatte Hyundai Ioniq halen meer dan 300 kilometer, de tien mille duurdere Kia’s en Hyundais met 64 kWh-accu’s ruim 400. De Renault Twingo Electric, vanaf deze maand te koop voor vanaf 21.000 euro, legt op papier bijna dezelfde afstand af als de MX30. In die context zal Mazda’s maatwerk worden gezien als evolutionaire terugslag.

Lees ook: Ondanks gewichtstoename is de Hyundai Ioniq een vedergewicht.

Even aandoenlijk als commercieel vergeefs, vrees ik, is Mazda’s trots op natuurvriendelijke dan wel hergebruikte materialen. Hoe het ook schermt met premium vintage kunstleer, kurkdecoraties waaraan geen boom ten offer viel en portierpanelen van gerecyclede petflessen, op de gunstige ecologische voetafdruk van het bouwproces verkoop je geen auto. Nul gram uitstoot en een marktconform bereik bij een nog relatief lage bijtelling, dat is het enige wat mensen interesseert. Mazda beperkt de afzetmarkt bij voorbaat tot de Randstad en het handvol provincialen met een heel klein territorium.

Grote charme

Dat is jammer, want de MX is een mooie, goede, interessante auto. Hij speelt op zijn manier dezelfde kaarten als de elektrische Mini met de techniek van de BMW i3 – beperkt uithoudingsvermogen, grote charme, eminente rijkwaliteiten.

Hij stuurt heel goed, trekt met 145 pk snel zat, gaat vlot een bocht door. Voor zo’n lichtbepakte EV valt een rijklaargewicht van 1.720 kilo me weliswaar vies tegen, ruimte en gebruiksgemak zijn acceptabel. De suicide doors, door Mazda depolariserend freestyle doors genoemd, hebben daar geen beslissend aandeel in. De toegang tot de achterbank gaat ondanks het ontbreken van een centrale deurstijl moeizamer dan via een normale achterdeur, hoewel de ruimte achterin groter is dan je op basis van de eerste blik verwacht. Je zit er eigenlijk best goed, en het leuke is dat je er als kind papa of mama milieuvriendelijk kunt treiteren. Met twee schakelaars in de rugleuning kan de bestuurdersstoel worden omgeklapt en verschoven.

Grootste troef is het interieurontwerp. Het dashboard is van een betoverende eenvoud met zijn sobere, horizontale structuur en prachtige materialen. Het multimediascherm, dat ook bij het nuchtere Mazda tot mijn ongenoegen de menu’s voor ventilatie en airconditioning absorbeerde, dempt mijn onverzoenlijke touchscreenhaat met fysieke hulpknoppen voor blower, achterruitverwarming en de temperatuurregeling links en rechts. Via de zwevende middenconsole – zwevend in schijn, want hij is wel degelijk verkleefd met de middentunnel – stuurt een druk-draaiknop veilig en relatief gebruiksvriendelijk de multimediamenu’s aan. Extra bonuspunten oogsten de fysieke volumeknop naast de controller en de stootkussentjes links en rechts van het bedieningsplateau, waardoor je met je knieën niet tegen hard plastic stoot. Dit is ontwerpcultuur op zijn best. De MX30 is een juweel van een auto. Kwam hij honderdvijftig kilometer verder, dan was dit een van de aantrekkelijkste kleine EV’s op de markt. Overigens is hij voorbereid op de toevoeging van een range extender, een generator die de batterijen onderweg kan opladen. Dat schijnt een wankelmotortje te worden, oude specialiteit van het huis – dat intussen doodgemoedereerd aan een nieuwe zescilinder diesel werkt. Bizar, maar de onverbeterlijke eigenzinnigheid ontroert me.