De rechtbank van Den Haag heeft dinsdag het beslag opgeheven dat aandeelhoudersgroep GML van het voormalige Russische oliebedrijf Yukos eerder dit jaar lieten leggen op de Benelux-rechten van een aantal Russische wodkamerken, waaronder Stolichnaya en Moskovskaya. Met het beslag wilden de aandeelhouders een deel van de schadevergoeding van 50 miljard dollar (42,3 miljard euro) terugvorderen, waartoe Rusland in 2014 werd veroordeeld door het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag.
De uitspraak is een nieuwe, kleine tussenstap in de zich al bijna twintig jaar voortslepende arbitragezaak tussen het voormalige oliebedrijf Yukos en de Russische Federatie. Die begon in 2003 met de onteigening van het machtige Russische oliebedrijf Yukos door de Russische staat. De eigenaar, (voormalig) olietycoon en Poetin-tegenstander Michaïl Chodorkovski, belandde voor jaren in de gevangenis.
Als argument voor de inbeslagname van de wodkamerken voerden de aandeelhouders aan dat de merken, die eigendom zijn van het Russische staatsbedrijf FKP Sojuzplodoimport, in een andere rechtszaak werden bestempeld tot Russisch staatseigendom. Die zaak werd gevoerd tussen de Russische staat en de in Rotterdam geregistreerde distilleerder Spirits International, onderdeel van de SPI Group van de Russisch-Britse tycoon en miljardair Joeri Sjefler. De Nederlandse Hoge Raad oordeelde in januari dat het Russische staatsbedrijf FKP Sojuzplodoimport de rechtmatige eigenaar is van de wodkamerken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data55330820-4c0f16.jpg)
Rechtmatige claim
Juist vanwege de lange strijd die Rusland voerde om de rechten op de merken terug te krijgen, meenden de Yukos-aandeelhouders dat hun claim een rechtmatige was. „Rusland heeft bijna twintig jaar besteed om die rechten terug te winnen, dus kunnen ze hun eigendom nu moeilijk ontkennen”, zei een woordvoerder van GML in mei tegen NRC. Tegen hun verwachting in bepaalde de rechtbank in Den Haag dinsdag toch dat de merken niet als Russisch staatsbezit kunnen worden aangemerkt. De vordering op de merken zal daarom per direct worden opgeheven, GML moet de proceskosten betalen.
Een woordvoerder liet dinsdag in een reactie aan NRC weten dat GML „protest zal aantekenen” tegen de uitspraak. Het is niet voor het eerst dat een poging van GML om beslag te laten leggen op Russisch staatseigendom in Europa spaak loopt. In 2015 leidden vergelijkbare claims op Russische staatseigendommen in Frankrijk en België tot een diplomatieke rel met Rusland.